In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 9 juli 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 6 augustus 2012 onder het nr. 110546/CO/111; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgsisch Staatsblad van 21 augustus 2012.

In hetzelfde paritair comité werd op 11 juli 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het nationaal akkoord 2011-2012.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 6 maart 2012 onder het nr. 108610/CO/111.0102; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 27 maart 2012.

Wij geven u hierna de nuttige bepalingen van het nationaal akkoord 2011-2012.  Voor de bepalingen van de CAO van 9 juli 2012 klik op het nr. 110546 die hieronder staat.

Wij verwijzen u ook naar onze sectorale documentatie Hfdst. 520102.

Nationaal akkoord 2011-2012

HOOFDSTUK I - Inleiding

Artikel 1 - Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen die bruggen en metalen gebinten monteren.

Onder werklieden wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

(...)

HOOFDSTUK III - Inkomenszekerheid

(...)

Artikel 7 - Sectoraal pensioenfonds of alternatieve evenwaardige aanwending

§1. Verhoging van de bijdrage sectoraal pensioenfonds met 0,2 % of alternatieve evenwaardige besteding

Vóór 30 september 2011 wordt er in de schoot van de vaste gewestelijke paritaire sectie, een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op provinciaal vlak die hetzij de bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid bestemd voor het sectoraal pensioenfonds verhoogd met 2 x 0,1 %, hetzij voorziet in een evenwaardig alternatieve besteding.

Voor de gewestelijke paritaire sectie Brabant zullen voor Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onderscheiden collectieve arbeidsovereenkomsten worden gesloten.

Deze collectieve arbeidsovereenkomsten worden overgemaakt aan het nationaal paritair comité.

Indien men provinciaal opteert voor een verhoging van de bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid bestemd voor het sectoraal pensioenfonds, zal deze bijdrage voor de ondernemingen die behoren tot deze provincie:

- vanaf 1 januari 2012, opgetrokken tot 1,80 %;

- vanaf 1 januari 2013 opgetrokken tot 1,90 %.

indien men op provinciaal niveau opteert voor een evenwaardig alternatieve besteding, zullen de modaliteiten van deze besteding vastgelegd worden in de bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst.

Vóór 31 december 2011 zal een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden met het oog op een aanpassing van de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid.

Commentaar: voor de bepalingen van de statuten van het FBZ zie Hfdst. 1901 van de sectorale documentatie.

§2. Ondernemingen die vrijgesteld zijn van de betaling van de bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid bestemd voor het sectoraal aanvullend pensioen

Deze paragraaf is van toepassing op de ondernemingen die conform de procedure voorzien in artikel 14 §2, alinea 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 houdende de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid vrijgesteld werden van de betaling van de bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid bestemd voor het sectoraal aanvullend pensioen.

- Ondernemingen gelegen in provincies waar gekozen werd voor een andere besteding dan de financiering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling, moeten de bepalingen van deze provinciale collectieve arbeidsovereenkomst toepassen.

- Ondernemingen gelegen in de provincies waar gekozen werd om vanaf 2012 de financiering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling met inbegrip van een in dit kader gemaakte solidariteitstoezegging te verhogen, dienen respectievelijk vanaf 1 januari 2012 en 1 januari 2013 telkens mits collectieve arbeidsovereenkomsten, de financiering van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen voor onbepaalde duur verder uit te breiden met een bedrag equivalent aan de bijkomde bijdrage van respectievelijk 0,10 % en nogmaals 0,10 %.

De collectieve arbeidsovereenkomst en de wijziging van het reglement dienen respectievelijk voor 15 februari 2012 voor de eerste verhoging en voor 15 februari 2013 voor de tweede verhoging, overgemaakt te worden aan het Fonds voor bestaanszekerheid.

Voor zover de financiering door de werkgever van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen minstens equivalent is aan de bijdrage van 1,80 % en 1,90 % op respectievelijk 1 januari 2012 en 1 januari 2013, kunnen bovengenoemde ondernemingen vanaf deze data via een op hun vlak te sluiten collectieve arbeidsovereenkomst een alternatieve en equivalente aanwending van onbepaalde duur voorzien van de bovengenoemde verhoging van 2 x 0,10 %.

Het bewijs hiervan en de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op ondernemingsvlak dienen voor respectievelijk 15 februari 2012 en 15 februari 2013 overgemaakt te worden aan het Fonds voor bestaanszekerheid.

- Ondernemingen gelegen in provincies waar geen provinciaal akkoord werd gesloten dienen de bepalingen van § 3 toe te passen.

§3. Terugvalpositie

Indien er vóór 30 september 2011 geen collectieve arbeidsovereenkomst op provinciaal vlak wordt gesloten, zoals voorzien in §1, worden in die ondernemingen die in deze provincies gelegen zijn, vanaf 1 jnauari 2013, de effectieve lonen verhoogd met 0,15 %.

Het Fonds voor bestaanszekerheid zal bij deze ondernemingen een bijkomende bijdrage van 0,10 % van bepaalde duur innen, gaande van 1 januari 2012 tot 31 december 2012.

Deze bijkomende bijdrage zal worden gebruikt om een provincale reserve op te bouwen voor een aanwending ten voordele van de arbeiders van de ondernemingen uit deze provincies vanaf 1 januari 2013.

Op provinciaal niveau beslist men voor 31 december 2013 over de aanwending van deze middelen ten voordele van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen die in deze provincie gevestigd zijn.

Voor die ondernemingen die behoren tot de provincie waar geen akkoord werd gesloten, wordt vanaf 1 januari 2012 het percentage van de bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid, bestemd het sectoraal pensioenfonds behouden op 1,70 %.

De statuten van het Fonds voor bestaanszekerhied van de metaalverwerkende nijverheid zullen in die zin worden aangepast.

Commentaar: voor de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 19.

§4. Recurrentie

De bepalingen van dit artikel zijn van onbepaalde duur.  Zij zijn geen voorafname van een eventueel volgend nationaal akkoord.

(...)

HOOFDSTUK III - Duur

Artikel 28

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2011 tot 31 december 2012, behoudens waar anders vermeld en met uitzondering van de bepalingen vermeld in volgende artikels: (...), artikel 7, (...) die gesloten worden voor onbepaalde duur.

De bepalingen van onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits aangetekend schrijven aan de Voorzitter van het nationaal paritair comité en waarvoor een opzegtermijn van 6 maanden geldt.

(...)