13 Klein verlet

Paritair (sub-)Comité nr.:
111.03.00-00.00

Bijwerking: 14/02/2002
Geldig vanaf: 01/07/2002
Geldig tot: 30/06/2007

In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 10 december 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 1999 en de wet betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven van 10 augustus 2001, inzonderheid met betrekking tot het vaderschapsverlof of het adoptieverlof in de sector van de monteurs van bruggen en metalen gebinten.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 23 januari 2002 onder het nr. 60.662/CO/11103.  Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 6 februari 2002.

De nieuwe bepalingen betreffen het vaderschapsverlof en het adoptieverlof en treden in werking op 1 juli 2002.

Deze nieuwe bepalingen zijn slechts van toepassing voor de bevallingen die plaatsvinden vanaf 1 juli 2002 of, wat adopties betreft, voor zover de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin, heeft plaatsgevonden na 1 juli 2002.

Wij geven u hierna de reglementering inzake klein werkverlet.

1. Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren.  Onder ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren wordt verstaan: de ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het monteren en het demonteren, afbreken op openluchtwerven van metalen gebinten en onderdelen van bruggen, reservoirs, gashouders, zwaar ketelwerk, bestanddelen van zware machinebouw, petroleuminstallaties, alsmede in het hanteren van zware stukken en het optrekken van metalen stellingen. 

Deze ondernemingen werken doorgaans voor rekening van firma’s die het voormelde materiaal hebben vervaardigd of voor deze welke het gekocht en het gebruik ervan hebben.

Deze CAO is eveneens van toepassing op buitenlandse ondernemingen die in België montagewerken verrichten met buitenlands personeel.

2. Reglementering

De werknemer heeft het recht om, met behoud van zijn normaal loon, ter gelegenheid van de familiegebeurtenissen en voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten welke hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven voor een als volgt bepaalde duur:

Redenen van de afwezigheid

Duur van de afwezigheid

1° Huwelijk van de werknemer Drie dagen te kiezen door de betrokkenen
2° Huwelijk van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (***), van een regelmatig door hem opgevoed kind, van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootmoeder, grootvader, moeder, vader, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer, van de schoonbroer of de schoonzuster van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer en van gelijk welk ander familielid wonend onder hetzelfde dak als van de werknemer De dag van het huwelijk
3° Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (***), van een regelmatig door hem opgevoed kind, van een kleinkind, van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster van de werknemer, van een schoonbroer of een schoonzuster van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer alsmede van gelijk welk andere bloedverwant wonend onder hetzelfde dak als dat van de werknemer De dag van de plechtigheid
4° Geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming van dit kind langs vaderszijde vaststaat Tien dagen door de werknemer te kiezen binnen de dertig dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling, waarvan de eerste drie dagen met behoud van zijn normaal loon en de volgende zeven dagen met een uitkering in het raam van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
5° Overlijden van de echtgenoot of echtgenote (***), van een kind (*) van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een door de werknemer opgevoed kind, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag welke het overlijden voorafgaat en eindigt met de dag die op de begrafenis volgt
6°   Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, van de overgrootvader, de grootmoeder, van de overgrootmoeder, van een kleinkind, van een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont (**) Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis
7°   Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, van de overgrootvader, de grootmoeder, van de overgrootmoeder, van een kleinkind, van een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont (**) De dag van de begrafenis
8°   Overlijden van gelijk welke bloedverwant wonend onder hetzelfde dak als dat van de werknemer, van de voogd(es) van de minderjarige werknemer of van het minderjarig kind voor wie de werknemer als voogd optreedt De dag van de begrafenis
9°   Plechtige communie van een wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (***) of van een regelmatig door de werknemer opgevoed kind Een dag.  Wanneer de plechtigheid plaatsheeft op een zon- of feestdag of op een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt, wordt de “verletdag” genomen op de arbeidsdag die het feest ofwel onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk op volgt
10° Deelneming van een wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) (***) of van een regelmatig door de werknemer opgevoed kind aan het feest van de “vrijzinnige jeugd” daar waar dit feest plaatsheeft Een dag.  Wanneer de plechtigheid plaatsheeft op een zon- of feestdag of op een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt, wordt de “verletdag” genomen op de arbeidsdag die het feest ofwel onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk op volgt
11°Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een recruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een recruterings- en selectiecentrum De nodige tijd met een maximum van drie dagen
12°Deelneming aan een officieel bijeengeroepen bijeenkomst van de familieraad De nodige tijd met een maximum van één dag
13°Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank De nodige tijd met een maximum van vijf dagen
14°Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads-, en gemeenteraadsverkiezingen De nodige tijd
15°Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen De nodige tijd met een maximum van vijf dagen
16°Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezingen van het Europees Parlement De nodige tijd met een maximum van vijf dagen
17°Onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het kader van een adoptie Tien dagen naar keuze van de werknemer binnen de dertig dagen volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin.  Gedurende de eerste drie dagen geniet de werknemer het behoud van zijn normaal loon; gedurende de zeven volgende dagen geniet de werknemer een uitkering in het raam van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
18°Verblijf van de werknemer-gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen De nodige tijd met een maximum van drie dagen

De deeltijdse werknemers hebben het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de bovenbedoelde dagen en perioden zoals boven bedoeld die samenvallen met de dagen en perioden waarop zij normaal zouden gewerkt hebben.  Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde beperkingen als de voltijdse werknemers.

(*) Voor de toepassing van de nummers 2, 3 en 5, wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

(**) Voor de toepassing van de nummers 6 en 7, worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader en de overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader en de overgrootmoeder van de werknemer.

(***) Voor de toepassing van de nummers 2, 3, 5, 9 en 10 wordt de persoon die samenwoont met de werknemer en van zijn gezin deel uitmaakt gelijkgesteld met de echtgenoot/echtgenote van de werknemer.

Alleen de gewone werkdagen waarvoor de werknemer aanspraak had mogen maken op het loon indien hij door de redenen hierboven vermeld niet belet was geweest te werken worden als afwezigheid voor klein verlet beschouwd.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
10/12/2001
Registratienr
60662
Geldig van
-
Geldig tot
30/06/2007
Neerleggingsdatum
19/12/2001
Registratiedatum
23/01/2002
Onderwerp
kort verzuim
BS Bericht van neerlegging
06/02/2002
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
07/09/2003
Gepubliceerd in het B.St. van
28/10/2003
Keywords
KLEIN VERLET

Historiek
25/07/2021 31/12/2021 13 Klein verlet
01/01/2011 24/07/2021 13 Klein verlet
01/01/2007 31/12/2010 13 Klein verlet
01/07/2002 30/06/2007 13 Klein verlet
15/05/2000 30/06/2002 13 Klein verlet
17/05/1999 14/05/2000 13 Klein verlet