220102 2102 Brugpensioen - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 13/02/2003
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 31/12/2002

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 18 juli 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen. Deze werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 23 april 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 juni 2002.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.  Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

Wij geven u hierna de bepalingen van de CAO van 18 juli 2001 inzake brugpensioen en vervolgens een uitgebreide commentaar.

Vooraf vestigen wij er uw aandacht op dat de onderstaande reglementering slechts van toepassing is voor zover aan de volgende twee voorwaarden is voldaan :

a)     de werknemers moeten na 31 augustus 1990 van hun ontslag in kennis zijn gesteld ;

b)    het brugpensioen moet zijn ingegaan na 31 december 1992.

A. CAO 18 juli 2001

Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie West-Vlaanderen en ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.

Algemene bepaling

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.  Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten  in uitvoering van het Interprofessioneel Akkoord 2001-2002 van 22 december 2000 en het Nationaal Akkoord 2001 – 2002 betreffende loonkostenwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling gesloten in het Paritair Comité van scheikundige nijverheid van 7 maart 2001.

Brugpensioen -   Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de NAR

Artikel 4

Het bestaand stelsel van brugpensioen, waarbij de leeftijd van 60 jaar, voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de nationale arbeidsraad op 19 december 1974, verlaagd werd tot 58 jaar, wordt verlengd voor de duur van de onderhavige CAO en dit voor zover de huidige wettelijke regelingen van kracht blijven.

De procedures en modaliteiten zijn deze die door voornoemde CAO nr. 17 voorzien zijn.

Artikel 5

In toepassing van het nationaal akkoord gesloten op 7 maart 2001  in het Paritair Comité van de scheikundige nijverheid en van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 18 juni 2001 in het Paritair Comité voor scheikundige nijverheid en  voor de periode beperkt tussen 1 januari 2001  en 31 december 2020, wordt de brugpensioenregeling, zoals voorzien in hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, uitgebreid tot de arbeiders die :

1.      de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2002.

2.     voldoen aan de terzake geldende voorwaarden

 De procedures en modaliteiten terzake zijn deze die door voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien zijn.

Artikel 6

In toepassing van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 18 juni 2001 in de schoot van het Paritair Comité voor arbeiders van de scheikundige nijverheid en mits uitdrukkelijk voorafgaandelijk akkoord van de werkgever, wordt de mogelijkheid tot het opnemen van halftijds brugpensioen toegekend aan de arbeiders die :

1.     de leeftijd van 55 jaar of meer bereikt hebben of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2002 ,

2.     voldoen aan de terzake geldende wettelijke bepalingen,

3.     met hun werkgever een akkoord bereiken om hun arbeidsprestaties te halveren.

De procedures en modaliteiten zijn deze die door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55  van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, worden bepaald.

Geldigheidsduur

Artikel 19

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2003, met uitzondering van artikel 5 dat in werking treedt op 1 januari 2001 en ophoudt van kracht te zijn op 31 december 2002.

C. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een arbeider ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar,  of de leeftijd van minstens 55 jaar (halftijds brugpensioen),  of de leeftijd van 56 jaar in de periode vanaf 1 januari 2001 tot 31 december 2002, bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij de leeftijd van 58 jaar bereiken uiterlijk op 31 maart 2003, die van 55 jaar uiterlijk op 31 december 2003 en die van 56 jaar uiterlijk op 31 december 2002. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 maart 2001.

2. Anciënniteitsvoorwaarden

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de werknemer die het brugpensioen vanaf 58 jaar wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

De werknemer die het brugpensioen vanaf  56 jaar wil genieten moet het bewijs van minstens 33 jaar loondienst leveren. Bovendien moet hij kunnen aantonen dat hij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst minimum 20 jaar heeft gewerkt in een arbeidsregeling met prestaties tussen 20 en 6 uur met uitsluiting van werknemers die uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur of die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.

 

Ingevolge het CAO nr. 55 gesloten in de nationale arbeidsraad op 13 juli 1993, moet de werknemer die het halftijds  brugpensioen vanaf 55 jaar wil genieten van minstens 25 jaar loondienst leveren.  Bovendien moet hij tijdens de 12 maanden te rekenen van datum tot datum, die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van de prestaties in het kader van het halftijds brugpensioen, voltijds zijn tewerk­gesteld bij dezelfde werkgever. In de berekening van deze periode worden de wettelijke en conventionele schorsingen van de arbeidsovereenkomst begrepen.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaats vinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie onder nummer 355.


Historiek
01/04/2013 31/12/2014 220102 Historiek SWT 58 jaar - Kliksysteem - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/04/2013 01/04/2013 220102 Historiek SWT 58 jaar - Kliksysteem - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/04/2011 31/03/2013 220102 Conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/04/2009 31/03/2011 220102 Conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/01/2007 31/03/2009 220102 Conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/01/2005 31/12/2006 220102 Conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/01/2001 31/12/2002 220102 2102 Brugpensioen - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/04/1999 31/12/2000 220102 2102 Brugpensioen - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen