220102 Conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 02/02/2006
Geldig vanaf: 01/01/2005
Geldig tot: 31/12/2006

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 9 september 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen. Sommige bepalingen handelen over het conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar voor de jaren 2005 en 2006. Deze CAO werd neergelegd op de griffie van de dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD werkgelegenheid, arbeid en tewerkstelling.

Voor de toepassing van het conventioneel brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.  Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatiebrochures.

Wij geven u hierna de bepalingen van de CAO van 9 september 2005 inzake brugpensioen en vervolgens een uitgebreide commentaar.

 

A. CAO 9 september 2005

Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie West-Vlaanderen en ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.

Onder “arbeiders” wordt verstaan: de arbeiders en arbeidsters.

Algemene bepaling

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.  Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten  in uitvoering van het ontwerp Interprofessioneel Akkoord 2005-2006 en het Nationaal Akkoord 2005 – 2006  gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid van 22 maart 2005.

(…)

Brugpensioen -   Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de NAR

Artikel 4

Het bestaand stelsel van brugpensioen, waarbij de leeftijd van 60 jaar, voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de nationale arbeidsraad op 19 december 1974, verlaagd werd tot 58 jaar, wordt verlengd voor de duur van de onderhavige CAO en dit voor zover de huidige wettelijke regelingen van kracht blijven.

De procedures en modaliteiten zijn deze die door voornoemde CAO nr. 17 voorzien zijn.

Artikel 5

In toepassing van het nationaal akkoord gesloten op 22 maart 2005 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 27 juli 2005 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en voor de periode beperkt tussen 1 januari 2005 en 31 december 2006, wordt de brugpensioenregeling, zoals voorzien in bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, uitgebreid tot de arbeiders die:

- de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2006;

- voldoen aan de ter zake geldende wettelijke voorwaarden.

De procedures en modaliteiten ter zake zijn deze die door voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien zijn.

 

Artikel 6

In toepassing van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 27 juli 2005 in de schoot van het Paritair Comité voor arbeiders van de scheikundige nijverheid en mits uitdrukkelijk voorafgaandelijk akkoord van de werkgever, wordt de mogelijkheid tot het opnemen van halftijds brugpensioen toegekend aan de arbeiders die:

- de leeftijd van 55 jaar of meer bereikt hebben of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2006;

- voldoen aan de ter zake geldende wettelijke bepalingen;

- met hun werkgever een akkoord bereiken om hun arbeidsprestaties te halveren.

De procedures en modaliteiten zijn deze die door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, worden bepaald.

(...)

 

Geldigheidsduur

Artikel 18

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2007, met uitzondering van de artikelen 5 en 6 die in werking treden op 1 januari 2005 en ophouden van kracht te zijn op 31 december 2006.

 

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een arbeider ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar of de leeftijd van 56 jaar in de periode vanaf 1 januari 2005 tot 31 december 2006, bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij de leeftijd van 58 jaar bereiken uiterlijk op 31 maart 2007 en die van 56 jaar uiterlijk op 31 december 2006. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 maart 2007.

2. Anciënniteitsvoorwaarden

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de werknemer die het brugpensioen vanaf 58 jaar wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

De werknemer die het brugpensioen vanaf  56 jaar wil genieten moet het bewijs van minstens 33 jaar loondienst leveren. Bovendien moet hij kunnen aantonen dat hij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst minimum 20 jaar heeft gewerkt in een arbeidsregeling met prestaties tussen 20 en 6 uur met uitsluiting van werknemers die uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur of die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaats vinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatiebrochures.


Historiek
01/04/2013 31/12/2014 220102 Historiek SWT 58 jaar - Kliksysteem - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/04/2013 01/04/2013 220102 Historiek SWT 58 jaar - Kliksysteem - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/04/2011 31/03/2013 220102 Conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/04/2009 31/03/2011 220102 Conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/01/2007 31/03/2009 220102 Conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/01/2005 31/12/2006 220102 Conventioneel brugpensioen op 56 of 58 jaar - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/01/2001 31/12/2002 220102 2102 Brugpensioen - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
01/04/1999 31/12/2000 220102 2102 Brugpensioen - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen