220103 210301 Conventioneel brugpensioen aan 58 jaar (kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg)

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 29/07/2003
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 31/12/2002

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 18 juli 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg. Een aantal bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst handelen over het conventioneel brugpensioen aan 58 jaar voor de jaren 2001 en 2002. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 23 april 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 juni 2002.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

Wij geven u hierna de bepalingen m.b.t. het conventioneel brugpensioen aan 58 jaar en vervolgens enige commentaar.

A. Tekst CAO

Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie Limburg en ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.

Onder arbeiders verstaat men de arbeiders en arbeidsters.

Algemene bepaling

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het Interprofessioneel Akkoord van 22 december 2000 en het Nationaal Akkoord betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid van 7 maart 2001.

 

(...)

Brugpensioen - CAO nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad

Artikel 8

Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het recht op volledig brugpensioen vanaf 58 jaar verlengd. De procedures en modaliteiten terzake zijn deze die door voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien zijn.

 

(...)

Artikel 10

Voor arbeiders die aansluitend aan een halftijdse loopbaanonderbreking, opgenomen vanaf 50 jaar, op volledig brugpensioen worden gesteld, wordt het brutoreferteloon voor de berekening van de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever, onverminderd de modaliteiten bepaald door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, berekend op basis van voltijdse prestaties.

 

(...)

Geldigheidsduur

Artikel 19

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.

 

(...)

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een arbeider ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij minstens de leeftijd bereikt van 58 jaar op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31 december 2002. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 2002.

2. Anciënniteitsvoorwaarden

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de werknemer die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering. Voor de berekening van de aanvullende vergoeding verwijzen wij U naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

 


Historiek
01/07/2013 31/12/2014 220103 Historiek SWT 58 jaar - Kliksysteem - Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2011 30/06/2013 220103 210301 Conventioneel brugpensioen aan 58 jaar (kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg)
01/01/2009 31/12/2010 220103 210301 Conventioneel brugpensioen aan 58 jaar (kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg)
01/01/2007 31/12/2008 220103 210301 Conventioneel brugpensioen aan 58 jaar (kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg)
01/01/2005 31/12/2006 220103 210301 Conventioneel brugpensioen aan 58 jaar (kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg)
01/01/2001 31/12/2002 220103 210301 Conventioneel brugpensioen aan 58 jaar (kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg)
01/01/1993 31/12/2000 220103 210301 Brugpensioen (kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg)