1501 1502 Opzeggingstermijnen

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.00.00-00.00, 118.01.00-00.00, 118.02.00-00.00, 118.03.00-00.00, 118.04.00-00.00, 118.05.00-00.00, 118.06.00-00.00, 118.07.00-00.00, 118.08.00-00.00, 118.09.00-00.00, 118.10.00-00.00, 118.11.00-00.00, 118.12.00-00.00, 118.13.00-00.00, 118.14.00-00.00, 118.15.00-00.00, 118.16.00-00.00, 118.17.00-00.00, 118.18.00-00.00, 118.19.00-00.00, 118.20.00-00.00, 118.21.00-00.00, 118.22.00-00.00

Bijwerking: 18/05/2001
Geldig vanaf: 18/05/2001
Geldig tot: 09/01/2002

In artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt bepaald welke opzeggingstermijnen men dient in acht te nemen om een einde te stellen aan een arbeidsovereenkomst voor werklieden.

In artikel 61 van dezelfde wet is echter voorzien dat de Koning, op voorstel van het paritair comité of van de Nationale Arbeidsraad, de opzeggingstermijnen kan wijzigen in het belang van bepaalde bijzondere categorieën van werknemers of voor de opzeggingen die om sociale of economische redenen zijn gedaan.

Voor het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werden bijzondere (afwijkende) opzeggingstermijnen vastgesteld in een koninklijk besluit van 4 mei 2001, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei 2001. Slechts de bepalingen voorzien van een asterisk, werden vastgesteld door dit koninklijk besluit.

Deze opzeggingstermijnen zijn niet van toepassing in geval van opzegging met het oog op brugpensioen. In geval van brugpensioen of wettelijk pensioen blijven de algemene opzeggingstermijnen van de artikelen 59 en 60 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing.

Het koninklijk besluit van 4 mei 2001 is op 18 mei 2001 in werking getreden.

De opzeggingen betekend vóór 18 mei 2001 blijven hun gevolgen behouden.

Wij geven u hierna een overzicht van de opzeggingstermijnen van toepassing in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector van de bakkerijen en artisanale banketbakkerijen.

 

I. Opzeggingstermijnen buiten het geval van brugpensioen of wettelijk pensioen

Vanaf 18 mei 2001 gelden de volgende opzeggingstermijnen in alle gevallen van ontslag, behalve in geval van brugpensioen of wettelijk pensioen :

 

Anciënniteit

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werknemer

Minder dan 6 maanden (1)

    7 kalenderdagen (2)

    3 kalenderdagen (2)

Van 6 maanden tot 1 jaar (3)

  * 5 weken (2)

* 2 weken (2)

Van 1 jaar tot minder dan 2 jaar (3)

* 6 weken (2)

* 3 weken (2)

Van 2 jaar tot minder dan 3 jaar (3)

* 7 weken (2)

* 3 weken (2)

Van 3 jaar tot minder dan 4 jaar (3)

* 8 weken (2)

* 4 weken (2)

Van 4 jaar tot minder dan 5 jaar (3)

* 9 weken (2)

* 4 weken (2)

...

.....

...

 

Werkgever: De opzegtermijn is gelijk aan 5 weken verhoogd met 1 week per volledig jaar anciënniteit.

Werknemer: De opzegtermijn is gelijk aan de helft van de opzegtermijn die de werkgever moet naleven met een maximum van 8 weken. Indien de deling niet in volledige weken kan worden uitgedrukt, dient de opzeggingstermijn naar beneden te worden afgerond.

 

II. Opzeggingstermijnen in geval van brugpensioen of wettelijk pensioen

De opzeggingstermijnen hieronder zijn enkel van toepassing in geval van ontslag met het oog op brugpensioen of wettelijk pensioen.

 

 

Anciënniteit

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werknemer

Minder dan 20 jaar (3)

 28 kalenderdagen (2)

  14 kalenderdagen (2)

Vanaf  20 jaar (3)

56 kalenderdagen (2)

28 kalenderdagen (2)

 

 


 


(1)   De verkorte opzeggingstermijn van 7 of 3 kalenderdagen kan slechts worden toegepast op voorwaarde dat hij uitdrukkelijk werd vastgesteld in de individuele arbeidsovereenkomst en/of in het arbeidsreglement. In de individuele arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement kan men eveneens bepalen dat de opzeggingstermijn ingaat de dag volgend op de dag van de betekening. Indien deze bepaling niet uitdrukkelijk is ingeschreven, is de algemene regel van toepassing en gaat de opzeggingstermijn in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

(2)   Kalenderdagen, dit is met inbegrip van zon- en feestdagen.

(3)   De opzeggingstermijn gaat in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

 


Historiek
01/01/2012 31/12/2013 1501 Opzeggingstermijnen periodes van tewerkstelling tot 31 december 2013
20/08/2002 31/12/2011 1501 1502 Opzeggingstermijnen
10/01/2002 19/08/2002 1501 1502 Opzeggingstermijnen
20/08/2002 19/08/2002 1501 1502 Opzeggingstermijnen
18/05/2001 09/01/2002 1501 1502 Opzeggingstermijnen
12/10/1999 17/05/2001 1501 1502 Opzeggingstermijnen