In het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf werd op 25 februari 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de carenzdag. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 8 maart 2005 onder het nr. 74133/CO/146. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 18 maart 2005. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 16 februari 2006 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 14 april 2006.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een commentaar.

A. Tekst van de CAO

I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf.

II - Betaling van de carenzdag

Artikel 2

De werklieden en werksters met 15 jaar dienst in de onderneming, hebben per kalenderjaar recht op de betaling, door hun werkgever, van een carenzdag, zoals bedoeld in artikel 52 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Artikel 3

Onverminderd de regeling vastgesteld bij artikel 2 blijven de gunstiger voorwaarden inzake de carenzdag welke op het vlak van de onderneming bestaan, behouden.

III - Geldigheid

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzegging van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf.

B. Commentaar

Deze CAO legt een supplementaire verplichting op aan de werkgever ten opzichte van de werklieden met 15 jaar dienst in de onderneming.

In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte die minder dan veertien dagen duurt, is de werkgever verplicht per kalenderjaar tot betaling van de eerste carenzdag (en vervolgens het gewaarborgd loon gedurende een periode van zeven kalenderdagen), ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.

·       Voorbeeld

1.     Een arbeider met 17 jaar dienst in de onderneming is arbeidsongeschikt van 7 februari tot en met 15 februari 2005. De duur van de arbeidsongeschiktheid bedraagt dus negen dagen.

2.     Vervolgens is hij een tweede keer arbeidsongeschikt van 3 mei tot en met 13 oktober 2005.

De arbeider werkt normaal vijf dagen per week, van maandag tot vrijdag. De werkgever is verplicht als volgt te betalen :

1° periode arbeidsongeschiktheid

2° periode arbeidsongeschiktheid

·       Legende :

CD       =    carenzdag

GWL   =    gewaarborgd weekloon

TW      =    tweede week