1903 Werkgelegenheid en vorming van risicogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
152.01.00-00.00

Bijwerking: 12/07/2016
Geldig vanaf: 01/01/2016
Geldig tot: 31/12/2016

De bijdrage van 0,10% wordt geïnd door de RSZ.

In het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs werd op 22 april 1998 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen. Zij werd algemeen verbindend verklaard bij een Koninklijk Besluit van 22 augustus 2002, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 17 oktober 2002.

Deze CAO werd gewijzigd door de CAO van 3 december 2015, neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 25 maart 2016 onder het nr. 132356/CO/152.

Tekst van de CAO

Hoofdstuk I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de inrichtingen van het vrij onderwijs waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaams Gewest, en op de inrichtingen die gesubsidieerd worden door de de Vlaamse Gemeenschap waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid ingeschreven zijn op de Nederlandse taalrol alsook op de werklieden en werksters, hierna werknemers genoemd, van de bovenvermelde inrichtingen.

Hoofdstuk II - Principe

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7 §2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997).

Artikel 3

Volgens de in de raad van beheer van het Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs vastgelegde modaliteiten, zal er een bedrag ten belope van 0,10 pct. berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters uit de sector, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981) en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, aangewend worden:

  • door de in artikel 1 bedoelde werkgevers die zich er vanaf 1 januari 1998 toe verbinden om maatregelen te nemen ten voordele van werkgelegenheid en de vorming en opleiding van de werklieden en werksters uit de sector, die behoren tot risicogroepen of tot de groep van bedreigde werknemers, of van de werklieden en werksters uit de sector op wie een begeleidingsplan van toepassing is.
  • door de werkgevers die de effectieve vervanging van bruggepensioneerde en/of gepensioneerde werknemers kunnen bewijzen, ten behouve van de tewerkstelling van personen die, bij hun aanwerving, bij voorkeur behoren tot de risicogroepen onder de werkzoekenden en/of ten behoeve van de tewerkstelling van personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is.

Artikel 4

§1. Als risicogroepen worden voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaald:

  • Langdurig werklozen
    Onder "langdurig werklozen" wordt verstaan: de werkzoekende die, gedurende de twaalf maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, zonder onderbreking genoten heeft van werkloosheids- of wachtuitkeringen voor alle dagen van de week.
  • Laaggeschoolde werklozen
    Onder "laaggeschoolde werklozen" wordt verstaan: de werkzoekoende, ouder dan 18 jaar, die geen houder is van een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.
  • Gehandicapten
    Onder "gehandicapte" wordt verstaan: de werkzoekende mindervalide die op het ogenblik van zijn indienstneming bij het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden of bij één van haar rechtopvolgers ingeschreven is.
  • Deeltijds leerplichtigen
    Onder "deeltijdse leerplichtige" wordt verstaan: de werkzoekende van minder dan 18 jaar die onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht en die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt.
  • Herintreders
    Onder "herintreders" wordt verstaan: de werkzoekende die tegelijkertijd de volgende voorwaarden vervult:
    1) hij mag geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkeringen genoten hebben gedurende de periode van drie jaar die zijn indienstneming voorafgaat;
    2) hij mag geen beroepsactiviteit verricht hebben gedurende de periode van drie jaar die zijn indienstneming voorafgaat;
    3) voor de periode van drie jaar voorzien in 1) en 2), moet hij zijn beroepsactiviteit onderbroken hebben, of heeft hij nooit een dergelijke activiteit begonnen.
  • Bestaansminimumtrekkers
    Onder "bestaansminimumtrekker" wordt verstaan: de werkzoekende die op het ogenblik van zijn indienstneming sinds minstens zes maanden zonder onderbreking het bestaansminimum ontvangt.

§2. Onder "bedreigde werknemer" wordt voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaan: de werknemer of werkneemster die omwille van onvoldoende scholing of nieuw gestelde eisen in de inrichtingen bedreigd zijn of kunnen zijn met ontslag.

Hoofdstuk III - Toepassingsmodaliteiten

Artikel 5

De onder artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vernoemde bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, die ze op haar beurt overmaakt aan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 1978, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 juli 1978 (Belgisch Staatsblad van 12 september 1978).

De raad van beheer van het Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde  inrichtingen van het vrij onderwijs bepaalt de praktische toepassingsmodaliteiten en de samenwerkingsverbanden met de organiserende opleidingscentra.

Artikel 6

Partijen komen overeen om jaarlijks een evaluatieverslag en een financieel overzicht van de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst neer te leggen op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid tegen uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de collectieve arbeidsovereenkomst betrekking heeft.

Hoofdstuk IV - Geldigheidsduur

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1997 vanaf 1 januari 1998 betreffende de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen met een opzegtermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
03/12/2015
Registratienr
132356
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
10/12/2015
Registratiedatum
25/03/2016
Onderwerp
tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
BS Bericht van neerlegging
13/04/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
22/12/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
14/02/2017
Keywords
RISICOGROEPEN, SOCIALE FONDSEN, ANDERE DAN FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/07/2019 31/12/2050 1903 Risicogroepen
01/01/2017 30/06/2019 1903 Risicogroepen
01/01/2016 31/12/2016 1903 Werkgelegenheid en vorming van risicogroepen
01/01/2016 31/12/2016 1903 4802 Vorming en opleiding risicogroepen
01/04/2010 31/12/2015 1903 4802 Vorming en opleiding risicogroepen
01/01/2007 31/03/2010 1903 4802 Vorming en opleiding risicogroepen