4801 Individueel opleidingsrecht
Paritair (sub-)Comité nr.:
152.01.00-00.00
Bijwerking: 19/10/2023
Geldig vanaf: 27/09/2023
Individuele opleidingsrekening :
- 2,5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2024
- 3 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2025
- 3,5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2026
- 4 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2027
- 4,5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2028
- 5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2029
1. Algemeen principe
De wet van 3 oktober 2022 houdende diverse bepalingen inzake arbeid voert een individueel opleidingsrecht in voor elke werknemer.
Dit individueel opleidingsrecht vervangt de algemene verplichting voor werkgevers in de privésector om een gemiddelde opleidingsinspanning te leveren van 5 dagen per jaar per voltijds equivalent werknemer.
Voor voltijdse werknemers bedraagt dit recht 4 dagen in 2023 en 5 dagen vanaf 2024. Uitzonderingen worden voorzien voor bedrijven met minder dan 20 werknemers.
Het individueel opleidingsrecht kan ten uitvoer worden gelegd:
- hetzij op sectorniveau via een bij koninklijk besluit verplicht gestelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (CAO); (Voor de periode 202-2024 moet deze CAO uiterlijk op 30 september 2023 worden neergelegd bij de griffie)
- ofwel, bij gebrek aan een sectorale CAO, op het niveau van de onderneming.
De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst voorziet in:
- een individueel opleidingsrecht dat voor een voltijds tewerkgestelde werknemer;
- een groeipad dat vastlegt in welke mate het aantal opleidingsdagen wordt verhoogd om het individueel opleidingsrecht van minimum 5 dagen per jaar vanaf 1 januari 2024 te realiseren;
- een kader voor de praktische tenuitvoerlegging van het individueel opleidingsrecht en voor de verwezenlijking van het groeipad;
- de opleidingen die in aanmerking worden genomen om het aantal individuele opleidingsdagen te bepalen waarbij minstens begrepen zijn: de formele en informele opleidingen en de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid van toepassing op werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Deze cao kan het aantal dagen en groeipad wijzigen, hoger of lager, zonder het aantal opleidingsdagen te kunnen verminderen tot minder dan 2 dagen.
In uw sector is een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het individueel opleidingsrecht gesloten.
2. PSC 152.01
2.1. Individuele opleidingsrekening
- 2,5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2024
- 3 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2025
- 3,5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2026
- 4 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2027
- 4,5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2028
- 5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 1 januari 2029
Voor werknemers die niet voltijds worden tewerkgesteld en/of die niet door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden gedurende het ganse kalenderjaar, wordt het opleidingsrecht vastgesteld overeenkomstig artikel 50, §3 van de Wet op de Arbeidsdeal.
2.2. Modaliteiten
De opleiding kan door de werknemer worden gevolgd, hetzij binnen zijn gewone werktijden, hetzij buiten zijn gewone werktijden.
Wanneer de opleiding buiten de gewone werktijden wordt gevolgd, geven de uren die daarmee overeenkomen recht op de betaling van het normale loon, deze uren worden beschouwd als arbeidstijd, zonder evenwel aanleiding te geven tot de betaling van een eventueel overloon.
De verplaatsingskosten voor de werknemer die betrekking hebben op de opleidingsdagen komen voor rekening van de werkgever.
De modaliteiten van de opleidingsdagen moeten in onderling overleg worden vastgesteld tussen werkgever en werknemer, rekening houdend met de arbeidsorganisatie.
De werkgever bezorgt jaarlijks aan het LOC, de ondernemingsraad of, in afwezigheid van deze overlegorganen, aan de syndicale delegatie een
rapportering i.v.rn. de aangeboden opleidingsdagen. De werkgever bezorgt deze rapportering ook jaarlijks, zelfs wanneer er geen syndicale delegatie is, voor 31 mei aan de vzw "Sociale Fondsen - Vrij Onderwijs Vlaanderen (SF-VOV),om het Vlaams Sociaal Waarborgfonds in staat te stellen een evaluatie te maken van de opleidingsnoden en een aangepast vormingsaanbod binnen de sector aan te bieden.
2.3. Fonds
De werkgever kan voor het aanbieden van opleidingen aan de werknemer beroep doen op het ruim vormingsaanbod dat binnen de sector wordt ingericht door het Vlaams Sociaal Waarborgfonds voor bedienden binnen paritair subcomité 225.01 en het Vlaams Sociaal en Waarborgfonds voor arbeiders binnen paritair subcomité 152.01.
Dit vormingsaanbod en de modaliteiten zijn terug te vinden op de website van de vzw "Sociale Fondsen - Vrij Onderwijs Vlaanderen (SF-VOV)" (Opleidingen (sf-vov.be)).
Een opleiding uit het vormingsaanbod dat binnen de sector wordt ingericht, is gratis voor de werkgever en werknemer. De werkgever neemt zelf contact op met de opleidingsverstrekker om de opleiding in te plannen.
Enkel voor een opleiding uit het vormingsaanbod ingericht door de sector, kan de werkgever de loonkost van de werknemer terugvorderen van het Vlaams Sociaal en Waarborgfonds. Wanneer de opleiding heeft plaatsgevonden, bezorgt de opleidingsverstrekker het Vlaams Sociaal en Waarborgfonds de nodige info om de terugbetaling van het gederfd loon aan de werkgever uit te voeren.
Een werkgever kan minimaal 2 maanden voor het begin van een opleiding aan het Vlaams Sociaal en Waarborgfonds vragen om een opleiding die niet binnen het vormingsaanbod van de sector wordt ingericht, ad hoc te erkennen en/of in aanmerking te nemen voor terugbetaling van de loonkost van de werknemer. In haar beoordeling zal het fonds rekening houden met de relevantie van de opleiding binnen de sector en de kost in functie van de beschikbare middelen.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
27/09/2023 |
Registratienr
182867 |
Geldig van
27/09/2023 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
27/09/2023 |
Registratiedatum
06/10/2023 |
||
Onderwerp
individueel opleidingsrecht |
|||
BS Bericht van neerlegging
23/10/2023 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
21/02/2024 |
Gepubliceerd in het B.St. van
08/03/2024 |
||
Keywords
OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING) |
|||
Tekst aangepast op
08/10/2023 |
Historiek | ||
---|---|---|
27/09/2023 | 31/12/2050 | 4801 Individueel opleidingsrecht |
01/09/2017 | 26/09/2023 | 4801 Beroepsopleiding |
01/09/2016 | 31/08/2017 | 4801 Individueel recht op vorming |
01/01/2014 | 31/12/2014 | 4801 Opleidingsinitiatieven |
01/01/2013 | 31/12/2013 | 4801 Opleidingsinitiatieven |
01/01/2012 | 31/12/2012 | 4801 Opleidingsinitiatieven |
01/01/2011 | 31/12/2011 | 4801 01 Opleidingsinitiatieven |