02 Bevoegdheid van het paritair comité

Paritair (sub-)Comité nr.:
215.00.00-00.00

Bijwerking: 14/11/2008
Geldig vanaf: 30/08/2008

Bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk hoofdarbeid verrichten in het kleding- en confectiebedrijf.

RSZ-kengetal: 038

Het paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf (PC 215) werd bij een KB van 05.02.1974 (BS 09.04.1974) opgericht en vervolgens gewijzigd door een K.B. van 25.03.1993 (BS 06.04.1993) en van 15.07.2008 (BS 20.08.2008).

Het paritair comité is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk hoofdarbeid verrichten en hun werkgevers waarvan de ondernemingsactiviteiten zijn:

  • de confectie of het vervaardigen van boven- en/of onderkleding voor vrouwen, mannen, meisjes, jongens, waartoe bij wijze van voorbeeld eveneens behoren :

    • regenkleding;
    • kinder- en babykleding;
    • priestergewaden, uniformen;
    • sportkleding, vrijetijdskleding, toneelkleding;
    • kleren van echt of kunstleer, van plastiek of van enige andere stof;
    • vakkleding, beschermende vakkleding, werkkleding, gespecialiseerde werkkleding, beschermingskleding;
    • lingerie, waaronder begrepen corsetten, bustehouders en soortgelijke artikelen;
  • het vervaardigen van orthopedische keurzen, bandages en lingerie, waaronder begrepen gaines, bustehouders en soortgelijke artikelen;
  • de confectie en het vervaardigen van linnengoed, gewatteerde bedspreien en soortgelijke artikelen;
  • de confectie van hoofddeksels, dassen, stoffen handschoenen;
  • de confectie van regenschermen, parasols, tuinparasols;
  • de confectie en het vervaardigen van snuisterijen, bloemen, pluimen, poppen, speelgoed van stof en pluche, en van voeringen, sous-bras en schoudervullingen;
  • het vervaardigen van knopen;
  • de confectie van vlaggen, wimpels, valschermen, zeildoek, zeefdoeken, tentdoeken, dekzeilen, overtreksels, slaapzakken, kampeer- en scoutingmaterieel in textiel of vervangingsstoffen;
  • de confectie van het vervaardigen van gordijnen, rolgordijnen, overgordijnen, lampekappen;
  • het stoppen en verstellen van kledingstukken en stoffen, het point clair werk, het mazen, het machinaal borduren en borduren tegen maakloon, het met de hand kantwerken en beparelen, het hoofdzakelijk plisseren van stoffen voor het maken van kledingstukken;
  • het vervaardigen en/of inprikken van pruiken;
  • het vervaardigen, behandelen, herstellen, onderhouden, handel drijven in, verhuren, plaatsen van tenten;
  • de handel in en/of verhuring van kleding;
  • de kleinhandel in tweedehandskleding;
  • het vervaardigen van voorwerpen of producten of het verwerken van materialen waarbij ondermeer volgende technieken uit het kleding- en confectiebedrijf hoofdzakelijk worden toegepast: het ontwerpen van patronen, het snijden van patronen, het naaien, het stikken, het strijken, het persen, het overtrekken.

Het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf is bevoegd voor de ondernemingen die de in punt a vermelde ondernemingsactiviteiten uitoefenen in eigen beheer, in onderaanneming of door uitbesteding.

Het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf is eveneens bevoegd voor de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen waar tegen maakloon of voor eigen rekening werk wordt verricht voor het maken, vervormen, verstellen of pompen van alle kledingstukken en onderdelen.

Onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf vallen niet:

  • de ondernemingen voor de confectie of het vervaardigen van beschermingskleding en gespecialiseerde werkkleding en die onder de bevoegdheid van een ander paritair comité vallen;
  • de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid;
  • de ondernemingen die kleren naar maat maken of die kleren ontwerpen met het oog op de uitvoering in een enkel of een beperkt aantal exemplaren;
  • de ondernemingen gelijkgesteld met ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen zoals bepaald in het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, behalve als deze activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een productie- of handelsactiviteit.

2. Commentaar

Terwijl de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit het kleding- en confectiebedrijf vroeger beperkt bleef tot de confectieateliers, strekt die zich sedert 6 april 1993 ook uit tot de groothandels-ondernemingen. De kleinhandel in kleding of in tweedehandskleding ressorteert voor haar bedienden daarentegen onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel (201) of, wanneer er op bestendige wijze minstens vijftig werknemers tewerkgesteld worden, onder het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken (311).

Tal van ondernemingen die vroeger ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden (218) hangen dus sedert 6 april 1993 af van het Paritair Comité voor de bedienden uit het kleding- en confectiebedrijf.

“Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld”, zo luidt artikel 27 van de CAO-wet. In uitvoering van dit artikel werd in het Paritair Comité voor de bedienden uit het kleding- en confectiebedrijf op 30 mei 1995 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toepassing van de collectieve arbeids-overeenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, op de ondernemingen met de groothandel in kleding als hoofdactiviteit. (KB 4 oktober 1996; BS 4 januari 1997).

Deze CAO leert ons dat de ondernemingen met groothandel in kleding als hoofdactiviteit de CAO’s van het ANPCB moesten toepassen tot 31 december 1995. Sedert 1 januari 1996 moeten zij echter alle CAO’s van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf toepassen, met uitzondering van de CAO inzake loon- en arbeidsvoorwaarden en die betreffende de arbeidsduur. Voor die twee CAO’s geldt een overgangsperiode die ten einde loopt op 31 december 2001. Gelet op het belang van de inhoud van deze bijzondere CAO, geven we hierna de integrale tekst:

3. Praktische schikkingen

Het inschrijvingsnummer bij de RSZ van de werkgevers die ressorteren onder het paritair comité 215 wordt voorafgegaan door de algemene categorie 038.

De bovenstaande tekst moet u toelaten na te gaan of het paritair comité 215 bevoegd is voor uw onderneming. Werkgevers aangesloten bij Group S - Sociaal Secretariaat vzw die onder dit paritair comité gerangschikt worden en menen dat dit paritair comité niet of niet meer bevoegd is voor hun onderneming, dienen contact te nemen met onze diensten.


Historiek
30/08/2008 31/12/2999 02 Bevoegdheid van het paritair comité