24 Beroepsopleiding en sociale vorming
Paritair (sub-)Comité nr.:
216.00.00-00.00
Bijwerking: 26/05/1989
Geldig vanaf: 01/01/1989
In het paritair comité voor de notarisbedienden werd op 2 februari 1989 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de arbeids‑ en loonvoorwaarden. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 8 april 1989 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 mei 1989. Wij geven U hierna de bepalingen inzake de beroepsopleiding en de sociale vorming.
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel ‑ bij wijze van aanvulling bij de van kracht zijnde wetten en besluiten ‑ de algemene principes en de essentiële regels vast te stellen welke in België de betrekkingen regelen tussen de notaris en het personeel dat hij in zijn dienst.
Zij is van toepassing op alle notarissen en op alle personen (zowel mannelijke als vrouwelijke) die met een arbeidsovereenkomst voor bedienden verbonden zijn aan of in dienst zijn van notariskantoren, dienstenvennootschappen met een notarieel karakter, organisaties van en voor notarissen en hun personeel, zoals de Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen en de diensten ervan, de Kamers van Notarissen en de Huizen van Notarissen.
In alle verdere artikels moeten de woorden "notaris", "notariskantoor", "bediende" en "personeel", steeds begrepen worden zoals in het voorgaande lid is bepaald.
Artikel 2
Als aanvulling bij deze collectieve arbidsovereenkomst en bij de andere collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het paritair comité, kan in elk gerechtelijk arrondissement, per groep van arrondissementen of per provincie een aanvullende overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden worden gesloten.
De loonvoorwaarden zijn uitgesloten uit deze aanvullende overeenkomsten.
Deze aanvullende overeenkomsten mogen geen bepalingen bevatten die minder gunstig zijn voor het personeel dan die welke opgenomen zijn in de nationale collectieve arbeidsovereenkomst.
(...)
Artikel 20
(...)
Bovendien worden aan de bedienden uit de vijfde en zesde categorie maximum twee bijkomende dagen of vier halve bijkomende dagen verlof toegekend, die echter alleen kunnen worden gebruikt om studiedagen of vervolmakingsdagen, waarvan sprake is in artikel 26, tweede lid, bij te wonen.
(...)
Artikel 26
De bedienden mogen, bij wijze van arbeidsprestatie, seminaries voor beroepsopleiding en sociale vorming volgen, die worden ingericht in overleg met en /of worden aanbevolen door de Tuchtkamer van de Notarissen en/of de Koninklijke Federatie van Notarissen van België.
Indien de bedienden van de vijfde en/of zesde categorie andere studiedagen of vervolmakingskurussen wensen bij te wonen dan die welke worden genoemd in het voorgaande lid, zal dit enkel kunnen gebeuren in overleg met hun werkgever en zal de nodige tijd hiervoor worden aangerekend op de bijzondere verlofdagen, waarvan sprake is in artikel 20, laatste lid.
Artikel 27
Aan de bediende die tijdens de werkuren cursussen voor beroepsopleiding volgt die worden ingericht door de Federatie van de Notarissen en de Beroepsvereniging van het Notarispersoneel mag geen verplichting worden opgelegd om uren te recupereren. De inschrijving voor die cursussen is vrij.
Artikel 28
De bediende die, na het volgen van de initiatiecursus die wordt ingericht door de Federatie van de Notarissen en de Beroepsvereniging van het Notarispersoneel, slaagt voor het examen over de drie jaren, krijgt onmiddellijk een loontoeslag van minimum 1.000 fr. en maximum 2.000 fr., boven het werkelijk betaalde loon, tenzij op grond van het examen een overgang naar een hogere categorie van de classificatie wordt toegestaan.
De bediende die slaagt voor het in artikel 8 genoemde examen, krijgt onmiddellijk een loontoeslag van minimum 1.500 fr. en maximum 2.500 fr. boven het werkelijk betaalde loon, tenzij de bediende onmiddellijk wordt toegelaten tot de hogere categorie van de classificatie of reeds in de zesde categorie geklasseerd is.
De in dit artikel genoemde loontoeslag kan niet teniet worden gedaan door een indexering of aanpassingen van de loonschalen.
(...)
Artikel 30
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 november 1987, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 12 april 1988 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 mei 1988.
Artikel 31
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1989 en is gesloten voor een duur van twee jaar.
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/1989 | 31/12/2999 | 24 Beroepsopleiding en sociale vorming |