24 Syndicale vorming

Paritair (sub-)Comité nr.:
218.00.00-00.00

Bijwerking: 20/11/1998
Geldig vanaf: 01/01/1998

In het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden werd op 9 juli 1997 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de syndicale vorming. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 25 juni 1998 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 september 1998.

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 9 juli 1997.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden.

 

Artikel 2

Per onderneming waar een ondernemingsraad, een comité voor preventie en bescherming op het werk en/of een syndicale delegatie aanwezig is, zal de duur van de afwezigheid op het werk met het oog op de deelneming aan leergangen voor vakbondsopleiding berekend worden naar rato van 14 dagen voor vier jaar effectief mandaat in de ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming en de vakbondsafvaardiging.

De duur van de afwezigheid op het werk met het oog op de deelneming aan leergangen voor vakbondsvorming zullen verdeeld worden onder de effectieve en plaatsvervangende leden, en in uitzonderlijke gevallen aan niet-leden van de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale delegatie. Het cumuleren van de verlofdagen in hoofde van eenzelfde bediende is toegestaan met evenwel een maximum van 2 weken per jaar.

De syndicale organisaties zullen de werkgevers nochtans ten minste 14 dagen vooruit op de hoogte brengen van de data van afwezigheid van hun leden.

Met inachtneming van de problemen van de organisatie van de arbeid en ten einde zoveel mogelijk elk productieverlies te voorkomen, zullen de vakbonden er zorg voor dragen dat vermeden wordt dat een te groot aantal van hun leden gelijktijdig wordt aangeduid om gezamenlijk vormingsleergangen te volgen. Zij zullen voorts de vervanging van de afwezige bedienden vergemakkelijken.

Sommige omstandigheden, zoals de afwezigheid van andere bedienden op dezelfde arbeidsplaats, kunnen de afwezigheid onmogelijk maken, zo men de goede werking van de onderneming niet in de war wil sturen. In dat geval zal de werkgever de betrokken syndicale organisatie inlichten.

Artikel 3

De ondernemingen zullen zelf de bezoldigingen betalen die betrekking hebben op de afwezigheden van de bedienden die, overeenkomstig de hierboven vermelde modaliteiten, aangeduid zijn om aan de cursussen voor vakbondsvorming deel te nemen.

 

Artikel 4

Elk jaar zullen de syndicale organisaties aan het verzoeningsbureau van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden  de inhoud van de vormingsprogramma's bekendmaken.

De vorming dient betrekking te hebben op de economische en sociale problemen, ten einde de vertegenwoordigers van de bedienden in staat te stellen hun opdracht op het vlak van de onderneming en in het belang van alle partijen ten volle te vervullen. Aan deze leergangen dient om het even welk eisenkarakter vreemd te zijn.

Bij de organisatie van die vormingscursussen is de mogelijkheid niet uitgesloten dat een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie in de gelegenheid wordt gesteld als lesgever op te treden.

Artikel 5

De vakbonden verbinden zich ertoe om in het kader van het betaald educatief verlof geen aanvragen in te dienen voor opleidingen die rechtstreeks verband houden met syndicale vorming.

 

Artikel 6

Het verzoeningsbureau van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden zal zorg dragen over de praktische uitvoering van de verschillende hierboven opgesomde modaliteiten.

 

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een onbepaalde periode.

Zij treedt in werking op 1 januari 1998.

Zij kan ten vroegste vanaf de eerstvolgende sociale verkiezingen opgezegd worden met een opzeggingstermijn van drie maanden gericht per aangetekende brief aan de voorzitter van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden en aan de ondertekenende organisaties.

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976, gesloten in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1976, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad 21 september 1976.

 

 

 

 


Historiek
01/01/1998 31/12/2999 24 Syndicale vorming