0702 Bevordering van de werkgelegenheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
219.00.00-00.00

Bijwerking: 29/12/1986
Geldig vanaf: 01/01/1985

In het paritair comité voor de erkende controleorganismen werd op 29 januari 1985 en 17 juli 1986 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid.  Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 10 december 1986 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 december 1986.

 

 

Artikel 1 - Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen ressorteren.

 

 

Artikel 2 - § 1. De partijen stellen vast dat de Regering bij wijze van wet de bepalingen betreffende de tewerkstelling en de arbeidsduur, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomsten, afgesloten in toepassing van het koninklijk besluit nr. 181 tot oprichting van een Fonds met het oog op de aanwending van de bijkomende loonmatiging voor de tewerkstelling, verlengt.

 

Wijzigingen zouden kunnen aangebracht worden bij collectieve arbeidsovereenkomst.  De verplichtingen inzake tewerkstelling en arbeidstijd moeten nochtans overeenstemmen met die welke zijn voorzien voor de jaren 1983 en 1984.

 

In de sector van de erkende controleorganismen werden de akkoorden 1983 - 1984 afgesloten in het vlak van de ondernemingen.  De eventuele moeilijkheden die zouden kunnen rijzen als gevolg van de regeringsbeslissing, zullen paritair op dit niveau onderzocht worden, met name in het geval van herstructureringen en rationalisaties.

 

§ 2. In de ondernemingen waar de tewerkstellingsverbintenissen voortvloeiend uit de collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in toepassing van het koninklijk besluit nr. 181 werden overschreden, zal voor de verlenging slechts rekening worden gehouden emt de tewerkstellingsverbintenissen ingeschreven in de akkoorden.

 

 

Artikel 3 - Een enveloppe wordt aangewend voor de maatregelen die in 1985 en 1986 de tewerkstelling bevorderen.  Deze enveloppe is gelijk aan 1,5 pct. van de loonmassa van 1985 en 1,5 pct. van de loonmassa van 1986 (met inbegrip van de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid).

 

Artikel 4 - Syndicaal vormingsfonds.  Een syndicaal vormingsfonds zal ingesteld worden voor de duur van het akkoord.  Een jaarlijkse bijdrage gelijk aan 0,4 pct. van 75 pct. van de loonmassa zal door de ondernemingen gestort worden, zonder dat dit laatste percentage kan ingeroepen worden als een verplichting voor de onderneming een dergelijk aantal bedienden onder de beroepenclassificatie op te nemen.  Deze bijdrage wordt volledig aangerekend op de enveloppen waarvan sprake in voorgaand artikel.

 

Artikel 5 - De aanwending van het saldo, zijnde 1,2 pct. van de enveloppes zal geregeld worden op ondernemingsvlak. Alle maatregelen die dit objectief kunnen verwezenlijken zullen op ondernemingsvlak onderzocht worden.

 

Zonder de mogelijkheden van bespreking te beperken, noch bepaalde verplichtingen op te leggen, stelt het paritair comité ten titel van voorbeeld en zonder dat dit een voorkeursvolgorde inhoudt, volgende maatregelen voor :

 

-     aanwerving met of zonder arbeidsduurvermindering voor zover deze een positieve weerslag heeft op de bevordering van de tewerkstelling.  Aanwervingen die zijn gebeurd in de loop van de akkoorden 1983 - 1984 bovenop de verplichtingen ingeschreven in die akkoorden gelden als aanwerving voor 1985 - 1986 ;

 

-     brugpensioen ;

 

-     invoering van systemen van deeltijdse arbeid ;

 

-     deeltijdse arbeid op het einde van de loopbaan ;

 

-     vorming in de schoot van de onderneming bestemd om de tewerkstelling van de huidige werknemers te behouden.

 

De overeenkomsten ter uitvoering van dit artikel moeten uiterlijk op 31 maart 1985 aan het paritair comité worden overgemaakt.

 

 

Artikel 6 - Arbeidsduur

 

§ 1.      De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op de ondernemingen en op hun bedienden die instaan voor de externe controles, met inbegrip van recepties, expertises, laboratoriumwerken, enz., en voor wie de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur zevenendertig uur of minder bedraagt.

 

§ 2.      Overeenkomstig artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, ingevoegd bij artikel 76 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen mag de arbeidsduur de bij artikel 19 van de arbeidswet vastgestelde grenzen overschrijden, op voorwaarde dat hij, over een periode van negenendertig weken, de grenzen van de conventionele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur niet overschrijdt.

 

             Over een periode van negenendertig weken, bedraagt het aantal te presteren arbeidsuren 39 maal de wekelijkse arbeidsduur voorzien bij het arbeidsreglement van de onderneming.

 

             De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, de periodes van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst vastgesteld bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, alsook de compenserende rustdagen toegekend in het kader van de arbeidsduurvermindering, gelden als arbeidstijd voor de berekening van de arbeidsduur die over elke periode van negenendertig weken moet nageleefd worden.

 

             De flexibele arbeidsdtijd, dat is het aantal uren dat beneden of boven de dagelijkse grens van de arbeid zoals vastgesteld in het arbeidsreglement, mag worden gepresteerd, beloopt twee uren.  De dagelijkse arbeidsduur mag negen uren niet overschrijden.  In geval van verminderde arbeid mag de arbeidsduur niet beneden vier uur zakken.

 

             De flexibele arbeidstijd, dat is het aantal uren dat beneden of boven de wekelijkse grens van de arbeid zoals vastgesteld in het arbeidsreglement, mag worden gepresteerd, beloopt vijf uur.  De wekelijkse arbeidsduur mag drieënveertig uur niet overschrijden.

 

§ 3.      Wordt als overwerk beschouwd voor de berekening van het loon voor de supplementaire uren, alle arbeid verricht buiten de voorwaarden en boven de grenzen van toepassing op het arbeidsstelsel waarvan hierboven sprake.

 

§4.       De ondernemingsraad of bij ontstentenis de syndicale delegatie of bij ontstentenis de werknemers, ontvangen trimestrieel mededeling van de eventuele toegepaste overschrijdingen ten opzichte van de conventionele arbeidsduur.

Artikel 7 - Reistijd

 

Een collectieve arbeidsovereenkomst kan per onderneming de overschrijding voorzien van de grenzen van vijfenveertig minuten en van zeven voorzien in bijlage 2 van het akkoord van 4 februari 1977 zonder nochtans negentig minuten noch veertien uur te boven te gaan op voorwaarde dat over een bepaalde periode de vijfenveertig minuten en de zeven uur gemiddeld worden gepresteerd.  Deze bepaling is eveneens van toepassing in de stelsels voorzien in punt B.3, van deze bijlage.

 

 

Artikel 8 - De ondernemingen die van 10 tot minder dan 50 werknemers tewerkstellen, aangegeven aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid voor het 4de kwartaal 1984, hebben de keuze :

 

-     hetzij, voor de toepassing van de artikelen 3, 6 en 7 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

 

      In dat geval, zal de vermindering naar zevenendertig uur voorzien in artikel 6 gebeuren met een half uur vanaf 1 juli 1985 en met een half uur vanaf 1 juli 1986.

 

      Deze vermindering zou de enveloppe voorzien in artikel 3 moeten opslorpen.

 

-     hetzij, voor de verplichte aanwerving van een bijkomende werknemer in het 4de kwartaal 1986 vergeleken met het 4de kwartaal 1984, of twee bijkomende personen in het 4de kwartaal 1986 vergeleken met het 4de kwartaal 1982.

 

 

Artikel 9 - Kilometervergoedingen

 

Ingevolge de publicatie van het Ministerieel Besluit van 12 december 1984 (Belgisch Staatsblad van 29 december 1984) ter vervanging van het Ministerieel Besluit van 29 april 1977, komen de partijen zoals voorzien overeen de artikelen 5 tot 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1980 te herzien.

 

Een paritaire werkgroep wordt belast met de uitwerking van die herziening, die zal moeten afgsloten zijn voor 30 juni 1985.

 

Artikel 10 (...)

 

Artikel 11 - Sociale vrede

 

De sociale vrede zal verzekerd zijn in de sector tijdens de duurtijd van onderhavige overeenkomst.  Bijgevolg zal op gewestelijk vlak of in de ondernemingen geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld worden door de syndicale vertegenwoordigers die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen voorzien in deze overeenkomst uit te breiden.

 

Artikel 12 - Duur van de collectieve arbeidsoverenkomst

 

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst dekt een periode van twee jaar die een aanvang neemt op 1 januari 1985.

 


Historiek
01/01/1985 31/12/2999 0702 Bevordering van de werkgelegenheid