040101 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
306.00.00-00.00

Bijwerking: 11/02/2016
Geldig vanaf: 01/01/2016

De loonvoorwaarden (regels, bedragen en premies) worden in het hoofdstuk omschreven.

In het Paritair Comité voor het verzekeringswezen werd op 5 mei 2008 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toepassing van een ervaringscoefficient die het leeftijdscriterium vervangt in de barema's van de bedienden en de inspecteurs. Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009.

1. Motivatie van de principe-akkoorden

De Europese richtlijn 2000 (2000/78/EG) voorziet dat de arbeidscontracten van om het even welk discriminatoir aspect moeten gezuiverd worden. Zij is omgezet in Belgisch recht via de antidiscriminatiewet van 25/02/03 die het verbod op elke vorm van discriminatie voorziet op basis van leeftijd, geslacht, ras, filosofische overtuiging etc.

De minister van werk heeft voorgesteld het leeftijdscriterium om te vormen in anciënniteitscriterium. Tegelijk, met het oog op het schrappen van elk risico op directe of indirecte discriminatie, nu of in de toekomst, al in wettelijke teksten geïdentificeerd of nog niet, hebben de sociale partners uit de verzekeringssector beslist om het ervaringscriterium als basis voor de nieuwe salarisstructuur te weerhouden en op basis van dit critérium de fundamentele principes, bepaald in hun gemeenschappelijke verklaring van 14 mei 2007, als bijlage van het sectorakkoord van 4 oktober 2007 toe te passen. Zij komen dus overeen een ervaringscoëfficient in te voeren als baremiek verhogingscriterium.

De sociale partners willen vermijden dat er andere situaties overblijven die potentieel tegen de Europese Richtlijn ingaan qua salaris, wat ondermeer zou kunnen betrekking hebben op vrouwen, jongeren, recht op opleiding/vorming, werkzoekers op de arbeidsmarkt, niet-gebaremiseerd personeel, subregionale lokalisatie van de werkgelegenheid etc.

De sociale partners wensen zich nu niet te baseren op een gesloten lijst van potentiële discriminaties om te vermijden in de toekomst geconfronteerd te worden met de nood de gehele salarisstructuur te herwerken.

De sociale partners uit de sector kiezen er bijgevolg voor om eventuele discriminaties te bestrijden via gelijkschakelingen. De partners constateren immers dat zowel levens- als professionele ervaring een toegevoegde waarde opleveren voor de onderneming zodat het gepast is deze te belonen. Het in aanmerking nemen van verschillende levensperiodes die een uitgebreide ervaring voor de werknemer betekenen (of het nu om technische of menselijke competenties gaat) is bijgevolg een redelijk en geproportioneerd middel om de grote verscheidenheid in persoonlijke situaties van de werknemers binnen de sector tegemoet te komen en hen op gelijke basis te behandelen.

De evolutiecurve van deze ervaring groeit snel in het begin van de carriere en neemt geleidelijk aan af, om vervolgens op een bepaald niveau tot een nulsituatie te komen; deze evolutie varieert in functie van de verschillende baremieke categorieën. De waardering van de ervaring leidt bijgevolg tot de definiëring van een ervaringscurve die rekening houdt met de leerfase binnen de functie, zowel binnen een professionele omgeving als binnen om het even welke gelijkwaardige ervaring.

2. Toepassing van de richtlijnen

De ervaringscurve is gecreëerd op basis van een indiensttreding op 21 jaar.

Deze keuze is terecht, aangezien zij gebaseerd is op de initiële Belgische opleidingsstructuur voor een gegradueerde (bachelor korte type: 3 jaar na de middelbare schoolopleiding). Echter, om rekening te houden met de eisen van de verschillende categorieën, integreert deze vertrekleeftijd een aantal voorafgaande ervaringsjaren gelijk aan:

0 jaar: Bediende categorie 1

0 jaar: Bediende categorie 2

2 jaar: Bediende categorie 3

4 jaar: Bediende categorie 4A

6 jaar: Bediende categorie 4 B

4 jaar: Inspecteur

In geval men een werknemer aanneemt die het voor de functie benodigde aantal ervaringsjaren niet zou hebben, zal een degressieve coefficient toegepast worden.

In geval men een werknemer aanneemt die voor zijn indiensttreding over een groter dan nodige ervaring zou beschikken, zal deze worden erkend. (zie lager)

De sectorale baremieke verloning van de werknemer zal vanaf hier evolueren volgens de ervaringscurve tot op het moment dat hij het maximum bereikt heeft.

De verhogingen binnen een zelfde curve gaan in tijdens de eerste maand welke op de aanwerving van de werknemer volgt.

In geval van verandering van categorie, zal de werknemer 'verplaatst' worden naar de ervaringscurve die overeenkomt met zijn nieuwe categorie, rekening houdend met zijn verworven ervaring, verminderd, voor de categorieën bediende 3, 4A en 4B, met twee jaren (aantal voorafgaande ervaringsjaren voor de datum van indienststreding).

Met het oog op de leidprincipes hierboven geformuleerd, komen de partners overeen om met de ervaring volgende zaken gelijk te schakelen:

  • alle periodes binnen een professioneel milieu (ondermeer: interims, stages, bepaalde duurcontracten, zelfstandig werk, vrijwilligerswerk,...);
  • de jaren van studies en eventuele jaren van legerdienst of vervangende burgerdienst;
  • alle periodes van contractschorsing (tijdskrediet, moederschapsverlof...) evenals de periodes die gedekt zijn door de sociale zekerheid en de sociale wetgeving (werkloosheid, ziekte-invaliditeit...). Met uitzondering van de periodes van verlof zonder wedde : één periode van verlof zonder wedde wordt geneutraliseerd vanaf een jaar van verlof zonder wedde dat onafgebroken genomen wordt door de werknemer.

De periodes binnen het professionele milieu, de jaren van studies, legerdienst en vervangingsdienst, evenals de periodes van contractschorsing en deze gedekt door de sociale zekerheid en de sociale wetgeving, waarvan sprake hierboven betreffen zowel de periodes doorgebracht in België, als deze doorgebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat buiten de Europese Unie.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
05/05/2008
Registratienr
88241
Geldig van
15/05/2008
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
09/05/2008
Registratiedatum
15/05/2008
Onderwerp
toepassing van een ervaringscoëfficient die het leeftijdscriterium vervangt in de barema's van de bedienden en de inspecteurs
BS Bericht van neerlegging
27/05/2008
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
15/06/2009
Gepubliceerd in het B.St. van
02/07/2009
Keywords
LONEN, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, DISCRIMINATIE

Datum CAO
04/05/2009
Registratienr
92070
Geldig van
15/05/2008
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
05/05/2009
Registratiedatum
12/05/2009
Onderwerp
toepassing van een ervaringscoëfficient die het leeftijdscriterium vervangt in de barema's van de bedienden en de inspecteurs
BS Bericht van neerlegging
15/06/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
15/06/2009
Gepubliceerd in het B.St. van
02/07/2009
Keywords
LONEN

Historiek
01/01/2016 31/12/2999 040101 Loonvoorwaarden
04/01/2010 31/12/2015 040101 0401 Loonvoorwaarden
15/05/2008 03/01/2010 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2007 14/05/2008 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/10/1978 31/12/2006 040101 0401 Loonvoorwaarden