070301 Kleine flexibiliteit

Paritair (sub-)Comité nr.:
306.00.00-00.00

Bijwerking: 19/02/2008
Geldig vanaf: 01/10/2007

De kleine flexibiliteit werd ingevoerd op sectoraal vlak volgens enkele modaliteiten.

1. Algemeen

Het stelsel van kleine flexibiliteit (artikel 20bis van de wet van 16 maart 1971) biedt de werkgever de mogelijkheid om zijn werknemers te laten werken volgens alternatieve uurregelingen die afwijken van de normale grenzen van de dagelijkse en/of wekelijkse arbeidsduur.

De overschrijding van de dag‑ en weekgrens zonder betaling van overloon kan worden toegestaan door een sector- of ondernemings-cao of door het arbeidsreglement.

De cao of het arbeidsreglement vermelden tenminste :

  • de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur alsook het aantal uren te presteren binnen de referteperiode waarvan de duur één jaar niet mag overschrijden ;
  • het aantal uren dat mag gepresteerd worden onder of boven de daggrens (vastgesteld in het uurrooster vermeld in het arbeidsreglement) zonder dat de meer of minder gepresteerde uren 2 uren mogen overschrijden en zonder dat de daggrens 9 uren mag overschrijden ;
  • het aantal uren dat mag gepresteerd worden onder of boven de weekgrens (vastgesteld in het uurrooster vermeld in het arbeidsreglement) zonder dat de meer of minder gepresteerde uren 5 uren mogen overschrijden en zonder dat de weekgrens 45 uren mag overschrijden.

Opmerking op de referteperiode: de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk annualiseert de referteperiode voor alle stelsels van kleine flexibiliteit die vanaf 1 februari 2017 worden ingevoerd: in een stelsel van kleine flexibiliteit moet de normale arbeidsduur voortaan gemiddeld over een jaar worden nageleefd. De wet staat de werkgever echter toe een andere periode van 12 opeenvolgende maanden dan het kalenderjaar vast te stellen bij cao of in het arbeidsreglement.

Een referteperiode van minder dan een jaar in een stelsel van kleine flexibiliteit dat al op 1 februari 2017 al bestaat, blijft ongewijzigd: de sectorale en ondernemingscao's inzake kleine flexibiliteit die uiterlijk op 31 januari 2017 op de griffie van de dienst collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid werden neergelegd blijven als zodanig van toepassing. Hetzelfde geldt voor de bepalingen die uiterlijk op 31 januari 2017 werden opgenomen in het arbeidsreglement tot invoering van de kleine flexibiliteit. Een referteperiode van minder dan een jaar kan dus blijven bestaan in een stelsel van kleine flexibiliteit dat vóór 1 februari 2017 werd ingevoerd.

2. PC 306

In het Paritair Comité voor het verzekeringswezen werd op 4 oktober 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de invoering van de alternatieve uurregelingen en verschoven uurregelingen (kleine flexibiliteit) (nr. 85760/CO/306).

Teneinde een soepele arbeidsorganisatie mogelijk te maken, kan de normale arbeidsduur, zoals bepaald in artikel 2 hierboven, worden vermeerderd of verminderd en de normale uurregeling vervangen door bijzondere uurregelingen, hieronder "alternatieve uurregelingen" genoemd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971.

Alternatieve uurregelingen

De alternatieve uurregelingen zijn van toepassing voor het voltijds personeel dat tewerkgesteld is in de hieronder vermelde diensten :

l ° de "informaticadiensten" : de diensten waarvan de activiteit bestaat in de ontwikkeling, het onderhoud en het beheer van de informaticasystemen. Hieronder vallen ook de gebruikers van wie de aanwezigheid vereist is om de ontwikkelde informaticatoepassingen te valideren;

2° de "interne diensten" : bij buitengewone werkoverlast. Deze werkoverlast moet het gevolg zijn van onvoorziene gebeurtenissen die buiten de onderneming zijn voorgekomen; (voorbeelden: storm, uitzonderlijke schadefrequentie, enz.);

3° de "specifieke" diensten : de binnen- en buitendiensten met activiteiten die cyclisch zijn en/of waarvan de organisatie in de tijd kan worden gepland.

Sommige bijzondere commerciële omstandigheden (voorbeeld: belangrijke promotiecampagnes) en werkzaamheden opgelegd door een wijziging in de wetgeving betreffende de verzekeringen kunnen in overweging worden genomen, met akkoord van de vakbondsafvaardiging.

De specifieke diensten en omstandigheden die hiervoor worden vermeld, zullen op het gebied van elke onderneming worden omschreven met instemming van de vakbondsafvaardiging.

Als voorbeeld worden genoemd :

  • de contractsluiting in de tak "leven individueel, voornamelijk op het einde van het jaar of in de periode van het invullen van de aangiften in de personenbelasting;
  • de verzekeringsactiviteiten ten gevolge van belangrijke salons zoals Batibouw, het Autosalon, ...;
  • de boekhoudactiviteiten in verband met de afsluitingen;
  • de lancering van nieuwe producten.

De arbeidsduur voor deze prestaties verricht in afwijkende uurregelingen zal worden berekend op jaarbasis..

De wekelijkse arbeidsduur die in de alternatieve uurregelingen is vastgesteld, kan maximum vijf uur langer of korter zijn dan de arbeidsduur die is vastgesteld in de normale regeling.

De dagelijkse arbeidsduur die in de alternatieve uurregelingen is vastgesteld, kan maximum twee uur langer of korter zijn dan de arbeidsduur die is vastgesteld in de normale regeling. Die duur mag evenwel niet meer dan negen uur per dag bedragen en de arbeidstijd mag maximaal tot 18 uur lopen.

De arbeidsduur voor deze prestaties verricht in afwijkende uurregelingen zal worden berekend op jaarbasis.

Het aantal individueel te presteren arbeidsuren of gelijkgestelde uren per kalenderjaar of per elke andere door de ondernemingsraad bepaalde periode van twaalf opeenvolgende maanden wordt als volgt bepaald: 52 keer het aantal arbeidsuren per week zoals bepaald onder punt I.1. De overschrijdingen van de arbeidsduur bepaald in de normale regeling worden tijdens deze periode gerecupereerd. Die overschrijdingen kunnen worden gerecupereerd door de toekenning van volledige rustdagen. Ze mogen gecumuleerd worden met de wettelijke vakantie.

De verrekening van de arbeidsduur over een periode van 52 weken ("op jaarbasis") heeft tot doel de pieken in de arbeidsbelasting at te zwakken. Deze bepaling moet het mogelijk maken de structurele overuren die binnen de betrokken diensten kunnen bestaan, te vermijden.

De alternatieve arbeidstijdregelingen worden door middel van aanplakking meegedeeld uiteriijk 14 werkdagen voordat ze van kracht worden, behalve bij onvoorziene gevallen. De vertegenwoordigers van het personeel in de Ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, de leden van de vakbondsafvaardiging, worden 2 werkdagen van tevoren ingelicht.

Werken op zaterdag

Binnen voormelde grenzen kunnen de alternatieve arbeidstijdregelingen voorzien in prestaties op zaterdag én dit voor de werknemers in de hiervoor vermelde informaticadiensten.

Deze werknemers mogen echter niet tewerkgesteld worden :

A. meer dan twee opeenvolgende zaterdagen,

B. meer dan twaalf zaterdagen over een periode van twaalf opeenvolgende maanden.

Deze regelingen gelden niet voor in opeenvolgende ploegen tewerkgestelde werknemers.

De op zaterdag verrichte arbeid in het kader van deze regeling geeft recht op een salaristoeslag van 50% of een gelijkwaardige inhaalrust naar keuze van de werknemer, behoudens voor de werknemers gunstiger bepalingen.

De tegemoetkoming van de werkgever in de vervoerkosten die gemaakt worden om op zaterdag te komen werken, wordt vastgesteld volgens de in de onderneming gebruikelijke kilometervergoeding en, bij ontstentenis daarvan, volgens het op de Staatsambtenaren toepasselijke barema. De werknemers die op zaterdag werken, krijgen een maaltijdvergoeding die gelijkwaardig is aan die van de inspecteurs.

De diensten verbonden aan de tak "Transport" en de tak "Krediet", alsook het personeel voor onderhoud van en toezicht op de gebouwen vallen voor de prestaties op zaterdag nog steeds onder de bepalingen van de cao van 19 februari 1979 (Zie punt V.1.).

Behoudens overmacht zullen de werkgevers een beroep doen op werknemers uit de onderneming die zich op vrijwillige basis hiervoor melden. In geen geval zal men zich kunnen verzetten tegen een weigering uitgedrukt door een individuele werknemer.

De werkgevers bevestigen hun duidelijke wil om, samen met de vakbonden, de flexibiliteit in de sector te organiseren in plaats van een beroep op dienstverlening buiten de sector te doen.

Verschoven uurregelingen

Ten einde de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van de onderneming voor de cliënteel te verhogen, mag de normale arbeidstijdregeling vervangen worden door een "verschoven arbeidstijdregeling".

Die "verschoven" uurregeling is van toepassing voor personen of diensten die, via telefonisch of rechtstreeks contact, diensten verlenen aan de cliënteel of hun tussenpersonen voor de uitgifte van polissen of voor het beheer van schadegevallen.

Diezelfde verschoven uurregeling geldt voor personen in ondersteunende diensten of functies, die in de onderneming aanwezig moeten zijn opdat de hierboven vermelde personen of diensten optimaal kunnen functioneren.

De bepaling van de betrokken diensten en het maximaal aantal betrokken personen gebeurt op het vlak van de onderneming met instemming van de vakbondsafvaardiging.

Het aantal werknemers dat bij de verschoven uurregelingen betrokken is, mag in geen geval meer bedragen dan :

  • ofwel 5 % van de werknemers in de ondernemingen waarvan het personeelsbestand meer dan 200 werknemers bedraagt;
  • ofwel maximum 10 werknemers in de ondernemingen waarvan het personeelsbestand minder dan 200 werknemers bedraagt.

Onder betrokken werknemers moet worden verstaan het aantal werknemers die effectief prestaties uitvoeren in het kader van een verschoven uurregeling gedurende het kalenderjaar. Het gaat dus in geen geval om het aantal werknemers die tegelijkertijd prestaties uitvoeren met een verschoven uurregeling.

De verschoven arbeidstijdregeling zal voorzien in vaste en minstens 14 kalenderdagen op voorhand vastgelegde uurroosters, die kunnen voorzien in arbeidsprestaties op weekdagen tussen 8 en 20 uur, en op zaterdagen tussen 8 en 13 uur.

De arbeidsvoorwaarden voor de personen die tewerkgesteld zijn in een verschoven arbeidstijdregeling, zullen worden bepaald op het vlak van de onderneming met instemming van de vakbondsafvaardiging.

De praktische uitvoering van de verschoven uurroosters bestaat uit twee afzonderlijke overlegfasen die ten opzichte van elkaar geen enkele chronologische volgorde hebben:

  • De vaststelling van de uurroosters die vervolgens in het kader van de verschoven uurroosters gebruikt zullen kunnen worden. Dat zal gebeuren door middel van een wijziging van het arbeidsreglement en conform de bepalingen van de wet van 8 april 1965, die derhalve de instemming van aile in de onderneming vertegenwoordigde vakbonden vereist.
  • De praktische uitvoering alsook de bepaling van de regels voor de concrete toepassing van die uurroosters vereist de instemming van de vakbondsafvaardiging. Onder vakbondsafvaardiging wordt verstaan de meerderheid van de in de betrokken onderneming vertegenwoordigde vakbondsafvaardiging. In geen geval zal er een collectieve arbeidsovereenkomst hieromtrent ondertekend kunnen worden door een enkele minderheidsvakbond in die onderneming.

Deze voorwaarden zullen prioritair kunnen voorzien in een bijkomende vermindering van de wekelijkse arbeidsduur en een beperking van de uitbesteding voor de betrokken functies en diensten en dit binnen het verschoven uurrooster.

Behoudens overmacht zullen de werkgevers een beroep doen op werknemers uit de onderneming die zich op vrijwillige basis hiervoor melden. In geen geval zal men zich kunnen verzetten tegen een weigering uitgedrukt door een individuele werknemer.

De werknemers die op vrijwillige basis in een verschoven uurregeling zijn getreden, hebben het recht terug te keren tot de normale uurregelingen en hun oorspronkelijke arbeidsvoorwaarden, mits een door de werkgever bepaalde opzeggingstermijn van maximum 6 maanden wordt nageleefd.

De ondernemingen die wensen alternatieve arbeidstijdregelingen of verschoven uurroosters toe te passen, zullen hun arbeidsreglement bij wijze van bijvoegsel en voor de duur van deze overeenkomst dienovereenkomstig aanpassen, zonder nieuwe onderhandeling aangaande het principe.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
04/10/2007
Registratienr
85760
Geldig van
01/10/2007
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
06/11/2007
Registratiedatum
22/11/2007
Onderwerp
invoering van de alternatieve uurregelingen en verschoven uurregelingen (kleine flexibiliteit)
BS Bericht van neerlegging
18/12/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/09/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
21/11/2008
Keywords
MAALTIJDCHEQUES, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT

Historiek
01/10/2007 31/12/2999 070301 Kleine flexibiliteit