0703 Prestatie overuren

Paritair (sub-)Comité nr.:
310.00.00-00.00

Bijwerking: 07/04/2022
Geldig vanaf: 01/01/1999

Al naargelang het initiatief al dan niet bij de werknemer ligt: 

  • Te presteren overuren: CAO van 19 maart 2002 tot wijziging CAO van 26 maart 1999
  • Vrijwillige overuren
    • Geen sectorale afwijking
    • Wet wendbaar en werkbaar werk van 5 maart 2017 (die grens op 100u stelt) gewijzigd bij CAO nr. 129 van 23 april 2019.
    • Nieuwe grens vastgesteld bij 120u. 

In het Paritair Comité voor de banken werd op 9 december 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake tewerkstelling en vorming in uitvoering van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen .  Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 22 januari 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 april 2002.

1. Te presteren overuren

  • Zij werd gewijzigd door de CAO van 19 maart 2002 tot wijziging van verschillende CAO's van de banksector ingevolge het afschaffen van het paritair subcomité voor de tewerkstelling in de banksector.
  • Wij geven u hierna de bepalingen van deze CAO.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren.

(…)

Artikel 3

De partijen sluiten een collectieve arbeidsovereenkomst af met de bedoeling een arbeidsduur van 35 uur per week in te voeren.

Commentaar: Arbeidsduur: zie Hoofdstuk 7.1.

Artikel 4

De CAO van 30 juni 1997 betreffende de overuren wordt aangevuld met de volgende bepalingen:

“Artikel 4bis - De banken zullen tegen uiterlijk 31 december 2000 een aanwezigheidsregistratiesysteem invoeren voor de werknemers die vallen onder hoofdstuk III, afdeling 2 van de arbeidswet van 16 maart 1971. Deze registratiesystemen moeten een toezicht op eventuele overuren mogelijk maken in het kader van de toepassing van voormelde wet.

De technische modaliteiten worden geregeld via het paritair overleg in de ondernemingen, met verslaggeving naar het Paritair Subcomité voor de tewerkstelling.

Artikel 4ter - De overuren worden aan 100% gecompenseerd in tijd, de bijkomende 50% dienen bij voorkeur eveneens in tijd gecompenseerd, of volgens modaliteiten af te spreken in de ondernemingen.

In uitvoering van artikel 29, §4 van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt het toeslagen om het overloon te vervangen door bijkomende inhaalrust.”

Artikel 5

Wat het vertrouwenspersoneel betreft, wordt overeengekomen dat er in geen enkele bank nieuwe groepen van personeel aangeduid worden als behorend tot het vertrouwenspersoneel. De conclusies van de NAR in deze materie, ingevolge het advies n°1184 van 30 mei 1997, worden afgewacht.

Artikel 6 – Sectorale enquête

De sociale partners komen overeen om onmiddellijk na het afsluiten van het sectorakkoord op niveau van de sector een eenvormige, neutrale en gestructureerde enquête op te starten met de bedoeling alle elementen van werkdruk, stress en gebrekkige werkorganisatie te detecteren. Een werkgroep opgericht in de schoot van het paritair comité zal alle noodzakelijke stappen ondernemen opdat dit onderzoek zo spoedig mogelijk kan starten. De werkgroep bepaalt ook het inhoudelijke van de bevraging.

In het kader van de problematiek gekoppeld aan de werkdruk, dient ook rekening gehouden te worden met de invoering van de voorziene arbeidsduurvermindering, overwerk en alle andere vormen van arbeidsorganisatie.

Deze opsomming is niet limitatief.

De resultaten van deze enquête dienen besproken te worden zowel op niveau van de individuele banken (comités voor preventie en bescherming) als op het niveau van de sector (Paritair comité). De eventuele conclusies en/of aanbevelingen dienen uitgevoerd te worden, zowel in het vlak van de onderneming als in het vlak van de sector.

Dit alles moet leiden tot arbeidsherverdelende maatregelen en positieve gevolgen hebben inzake bijkomende tewerkstelling in de sector, wat trouwens ook de doelstelling is van het akkoord.

Artikel 7 – Invoering van andere regimes van arbeidsorganisatie

Er kan per onderneming en in paritair overleg overeengekomen worden om de werknemers de mogelijkheid te bieden om hun wekelijkse arbeidstijd te laten presteren volgens nieuwe arbeidstijdregelingen, bijvoorbeeld:

-      elke week vier dagen;

-      afwisselend weken van vier en vijf dagen;

-      prestaties die het dubbel bedragen van de wekelijkse arbeidsduur, te presteren in twee weken volgens overeen te komen werkroosters, maar wel in minder dan 10 dagen;

-      andere te weerhouden uurregelingen, vast te leggen in de ondernemingen volgens de wettelijke procedures en mits informatie te verstrekken aan het Paritair comité .

Het Paritair comité zal de invoering en de toepassing van de nieuwe arbeidsregelingen evalueren.

Artikel 8 - Zaterdagwerk

§1            Het paritair comité zal gedurende dezelfde periode zoals voorzien in artikel 2 van deze CAO het probleem van het zaterdagwerk onderzoeken in zijn globaliteit, met het oog op de wijziging van de CAO van 22 april 1959 betreffende de arbeidsduur.

§2            De partijen constateren dat op datum van de ondertekening van het akkoord reeds systemen en akkoorden van diverse oorsprong (collectieve arbeidsovereenkomsten, arbeidsreglementen, overdrachten van rechten en verplichtingen...) bestaan in de bedrijven.

De ondertekenaars van deze overeenkomst nemen akte van de volgende gemeenschappelijke verklaring ondertekend door de vakbondsorganisaties:

"De ondergetekenden, nationaal verantwoordelijken van de werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de banken, verbinden zich hierbij formeel en solidair, in naam van hun organisatie, geen klachten in te dienen, noch klachten en/of initiatieven te ondersteunen, welke tot doel hebben de uitvoering te verhinderen van akkoorden en systemen inzake zaterdagwerk, welke bestaan in de ondernemingen op het ogenblik van de ondertekening van het akkoord".

De voorgaande verklaring doet geen afbreuk aan de traditie en regels van het gebruikelijk sociaal overleg in de sector en de bedrijven.

Van hun kant verbinden de werkgeversvertegenwoordigers zich ertoe dat het aantal kantoren met zaterdagopening in de sector naar de toekomst toe beduidend zal verminderen ten overstaan van wat vandaag mogelijk is volgens deze systemen en akkoorden.

(…)

Artikel 13

Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake het conventioneel brugpensioen in de banksector wordt gesloten voor een periode van 1 januari 2000 tot 31 december 2002.

Artikel 14

In artikel 10 van de CAO van 30 juni 1997 betreffende deeltijds werk en loopbaanonderbreking, gewijzigd bij CAO van 11 februari 1999, worden de woorden “31 mei 1999” vervangen door “31 december 2001”.

Artikel 15

De representatieve vakorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité van de banken verbinden zich ertoe, tijdens de geldigheidsduur van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomsten, geen bijkomende vorderingen in te stellen noch op het niveau van het paritair comité noch op het niveau van de banken met betrekking tot de materies opgenomen in onderhavige overeenkomsten.

Artikel 16

Onderhavige sectorale collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2001, tenzij anders bepaald.

2. Vrijwillige overuren

  • Vrijwillige overuren presteren veronderstellen een initiatief in die zin uitgaande van de werknemer. De werkgever moet die overuren ook effectief willen laten presteren.
  • Het Paritair comité voor de banken heeft geen wijziging voorzien op sectorniveau wat betreft vrijwillige overuren.
  • De Wet wendbaar en werkbaar werk heeft de grens wat betreft het maximumaantal op overuren op 100 overuren vastgesteld. Deze werd verhoogd tot 120u vanaf 23 april 2019 door het van kracht gaan van de Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 129 van 23 april 2019 betreffende vrijwillige overuren. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk besluit van 28 april 2019 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 129 van 23 april 2019, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de vrijwillige overuren (B.S. van 8 mei 2019). 
     

 


Historiek
01/01/1999 31/12/2999 0703 Prestatie overuren