02 Bevoegdheid van het paritair comité

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.00.00-00.00

Bijwerking: 11/12/2012
Geldig vanaf: 21/12/2012

Het koninklijk besluit van 9 maart 2003 (BS 8 april 2003) richt 3 nieuwe paritaire comités op :

  • het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten (PC 330);
  • het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331);
  • het Paritair Comité voor de Franstalige, Duitstalige en bicommunautaire welzijns- en gezondheidssector (PC 332).

Op 8 juni 2007 werden de nieuwe PC’s geinstalleerd via een koninklijk besluit (BS 8 juni 2007). De CAO’s die van toepassing waren in de oude paritaire (sub) comités blijven van kracht in de nieuwe paritaire comités tot zij ophouden te bestaan of gewijzigd worden.

Het besluit van 9 maart 2003 werd gewijzigd door volgend koninklijk besluit:

  • KB van 24 oktober 2012 (BS 11 december 2012). Bij deze wijziging werd punt 22 toegevoegd.

Wij geven u hierna de bevoegdheid en vervolgens enige commentaar en praktische schikkingen.

A. Bevoegdheid

Tot het ressort van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten (PC 330) behoren :

  • de inrichtingen en diensten die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen;
  • de medische of sanitaire inrichtingen en diensten;
  • de inrichtingen die sociale, psychische of fysische gezondheidszorg verlenen;
  • de inrichtingen voor tandprothesen.

Tot deze inrichtingen en diensten behoren bij wijze van voorbeeld :

  1. alle inrichtingen die zijn onderworpen aan de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987;
  2. de overlegplatforms van psychiatrische instellingen en diensten;
  3. de psychiatrische verzorgingstehuizen;
  4. de initiatieven voor beschut wonen voor psychiatrische patiënten;
  5. de revalidatiecentra;
  6. de rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen en serviceflats;
  7. de diensten voor thuisverpleging;
  8. de equipes voor palliatieve thuiszorg;
  9. de wijkgezondheidscentra;
  10. de diensten voor bloedtransfusie en bloedverwerking;
  11. de polyklinieken;
  12. de laboratoria voor klinische biologie of voor pathologische anatomie;
  13. de ondernemingen uit de bedrijfstak van het onafhankelijk ziekenvervoer;
  14. de eerste-hulpdiensten;
  15. de medisch-pediatrische centra;
  16. de dagverzorgingscentra voor bejaarden;
  17. de dagcentra voor bejaarden;
  18. de kabinetten van huisartsen, specialisten, tandartsen, kinesitherapeuten en andere paramedici;
  19. de diensten voor fysiotherapie;
  20. de ondernemingen uit de bedrijfstak van de tandprothese;
  21. de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk;
  22. de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging, met uitzondering van de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging die erkend zijn als samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg behorende tot het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector.

Het paritair comité is eveneens bevoegd voor de inrichtingen en diensten die door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie worden erkend en/of gesubsidieerd of die onder haar bevoegdheid vallen, zoals onder meer :

  • de diensten die sociale hulp verlenen aan justiciabelen;
  • de centra voor algemeen welzijnswerk;
  • de centra voor geestelijke gezondheidszorg;
  • de diensten voor de strijd tegen toxicomanie en tot voorkoming van verslavingen.

B. Indeling van het paritair comité door Group S

In het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten worden vaak collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten die slechts van toepassing zijn op een gedeelte van de sector. Om de bevattelijkheid van onze sectorale documentatie te verhogen deelt Group S het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten in subsectoren in met een eigen nummering. Op een klein aantal gevallen na, stemt deze indeling overeen met de indeling die de RSZ gebruikt. Daar waar de indeling van Group S verschilt van de indeling van de RSZ, zullen wij dit vermelden.

De indeling van het paritair comité ziet er als volgt uit :

Nummer   Benaming van het paritair comité en de eventuele paritaire subcomités
330.01.10   Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen;
330.01.20   Paritair Subcomité voor de rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen, serviceflats, dagverzorgingscentra voor bejaarden en dagcentra voor bejaarden;
330.01.30   Paritair Subcomité voor de thuisverpleging;
330.01.40   Paritair Subcomité voor de revalidatiecentra (RSZ indeling : 330.01.41 voor de nederlandstalige centra en 330.01.42 voor de franstalige centra);
330.01.50   Paritair Subcomité voor het résiduair van het federaal akkoord:
  Initiatieven voor Beschut wonen (RSZ indeling : 330.01.51 voor de nederlandstalige centra en 330.01.52 voor de franstalige centra);
  Wijkgezondheidscentra (RSZ indeling : 330.01.53 voor de nederlandstalige centra en 330.01.54 voor de franstalige centra);
  Diensten voor bloed van het Rode kruis van België (RSZ indeling : 330.01.55);
330.02   Paritair Subcomité voor de Bicommunautaire gezondheidsinrichtingen en – diensten erkend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
330.03   Paritair Subcomité voor de Inrichtingen voor de Tandprothesen;
330.04   Paritair Subcomité voor de overige diensten en instellingen.

Historiek
21/12/2012 31/12/2050 02 Bevoegdheid van het paritair comité
08/06/2007 20/12/2012 02 Bevoegdheid van het paritair comité