Bedrijfswagens : de fiscus publiceert een nieuwe reeks FAQ – wat zijn de gevolgen ?


59636

Vanaf het inkomstenjaar 2012 wordt de waarde van het voordeel dat ontstaat door het privégebruik van een bedrijfswagen, bepaald in functie van de cataloguswaarde, de leeftijd en de CO2-uitstoot van de betrokken wagen.

Deze nieuwe berekeningswijze doet al van in het begin vele vragen rijzen waardoor de fiscus regelmatig genoodzaakt werd te antwoorden via de rubriek FAQ op zijn website. De recentste  FAQ-lijst die op 1 oktober 2012 werd gepubliceerd, kan u hier inkijken.

Deze nieuwe reeks van vragen en antwoorden vult de vorige reeks (van 13/04) aan. In deze nieuwe lijst worden sommige van de reeds gegeven antwoorden verder uitgediept aan de hand van een gedetailleerd voorbeeld (zie de FAQ 4, 5 en 7) en er worden ook nieuwe vragen en antwoorden toegevoegd.

In een eerste deel bespreken wij de  FAQ die heel wat weerklank vonden in de pers, namelijk die in verband met de optiepakketten en met de kortingen die in aanmerking mogen genomen worden bij de berekening van de cataloguswaarde.

Daarna geven wij met een beknopte samenvatting het antwoord van de fiscus op de nieuwe vragen in deze FAQ-reeks.

1. Cataloguswaarde : wat met de optiepakketten en de ristorno’s ? 

Herinner u er aan dat de cataloguswaarde gedefinieerd wordt als de catalogusprijs van de wagen in nieuwe staat, bij de verkoop aan een particulier, opties en BTW inbegrepen maar zonder rekening te houden met verminderingen, kortingen, rabat of ristorno.

In zijn FAQ nrs. 27 en 28, geeft de fiscus uitleg over de wijze waarop deze definitie moet worden toegepast op de prijsverlagingen in het kader van promoties en van optiepakketten. Vaak is de prijs van zo’n optiepakket lager dan de som van de opties individueel genomen. Het is dus een vorm van ristorno.

Om te weten of een prijsverlaging of een optiepakket in aanmerking mag worden genomen in de berekening van de cataloguswaarde, moet er gekeken worden of die vermindering of dat optiepakket eveneens beschikbaar gesteld wordt voor particulieren.

In verband met de  optiepakketten :

  • wanneer een optiepakket alleen beschikbaar is voor de professionelen en dus niet voor particulieren, dan moet er voor de bepaling van de cataloguswaarde  rekening worden gehouden met de som van de prijzen  van alle opties individueel genomen, die van toepassing zijn voor de particulieren;
  • als het optiepakket daarentegen beschikbaar is voor de particulieren dan moet er voor de bepaling van de cataloguswaarde, rekening worden gehouden met de prijs van het optiepakket zoals die toegekend wordt aan de particulieren.

Een zelfde redenering vinden we bij de verminderingen in het kader van promoties. Wanneer de catalogusprijs (tijdelijk) wordt verlaagd ten gevolge van een promotieaanbieding, dan dient die catalogusprijs als basis voor de berekening van het voordeel van alle aard, voor zover  die (tijdelijke) prijs daadwerkelijk door de producent en/of invoerder in zijn prijslijsten wordt overgenomen als nieuwe catalogusprijs én algemeen van toepassing is bij verkopen aan particulieren.

Besluit : de officiële kortingen en/of optiepakketten mogen in aanmerking worden genomen voor de berekening van de cataloguswaarde voor zover die kortingen en/of optiepakketten door de producent en/of invoerder ook daadwerkelijk wordt opgenomen als nieuwe catalogusprijs in zijn prijslijsten én het algemeen van toepassing is bij verkoop aan een particulier.

Voorbeeld

De catalogusprijs van een nieuwe bedrijfswagen bedraagt 35 000 EUR. Ten gevolge van een officiële promotie door de producent wordt de catalogusprijs tijdelijk verminderd met 3000 EUR. De promotie wordt voorbehouden aan particulieren.

  1. Indien ten gevolge van die promotie aan particulieren (3000 EUR) de verkoopprijs effectief wordt aangepast door de producent, zal er voor de berekening van het voordeel in natura moeten rekening gehouden worden met de nieuwe cataloguswaarde of 32 000 EUR (+ BTW)
  2. Indien de verkoopprijs niet wordt aangepast door de producent, ook al is er promotie op de verkoopprijs toegekend (3000 EUR), zal er voor de berekening van het voordeel in natura toch moeten worden rekening gehouden worden met de oorspronkelijke cataloguswaarde of 35 000 EUR (+ BTW)

De catalogusprijs van een nieuwe bedrijfswagen bedraagt 35 000 EUR. Het voertuig werd uitgerust met een optiepakket ter waarde van 3000 EUR. De som van alle opties individueel genomen, bedraagt 5000 EUR.

  1. Indien dat optiepakket (3000 EUR) beschikbaar is voor particulieren, moet hiermee worden rekening worden gehouden voor de bepaling van de cataloguswaarde, nl. 38 000 EUR (35 000 + 3000) (+BTW)
  2. Indien dat optiepakket (3000 EUR) niet beschikbaar is voor particulieren, moet voor de berekening van de cataloguswaarde, de som van alle individuele opties in aanmerking worden genomen, nl. 40 000 EUR (35 000 + 5000 ) (+ BTW)

Gevolg

Door bovengaande verduidelijkingen is het mogelijk dat een werkgever de cataloguswaarde moet aanpassen van de bedrijfswagens die hij ter beschikking stelt en aan zijn dossierbeheerder de nieuwe cataloguswaarde moet meedelen :

  • indien de werkgever geen rekening had gehouden met een vermindering en/of elke optie individueel terwijl die kortingen en/of optiepaketten beschikbaar waren voor de particulieren, dan zal de cataloguswaarde moeten worden gecorrigeerd: het belastbaar voordeel zal dus kleiner worden;
  • indien de werkgever wel rekening had gehouden met een vermindering en/of een optiepakket dat beschikbaar is voor de particulieren is er geen correctie nodig;
  • indien de werkgever wel rekening had gehouden met een korting en/of met een optiepakket dat niet beschikbaar is voor particulieren, dan moet de cataloguswaarde gecorrigeerd worden : het belastbaar voordeel zal dus hoger uitvallen.

Voor de  bedrijfsvoorheffing moet met deze nieuwe berekeningswijze worden rekening gehouden vanaf 1 mei 2012. 

2. Nieuwe FAQ

FAQ nr. 3 : Wat met de toepassing van het belastbaar minimum (1200 EUR voor 2012) in geval van gelijktijdige of achtereenvolgende beschikbaarstelling van bedrijfswagens in de loop van  hetzelfde jaar ?

Dit minimum geldt per wagen en per jaar. Als er gelijktijdig verschillende bedrijfswagens ter beschikking worden gesteld, dan moeten de minimumvoordelen worden samengeteld. Als er achtereenvolgens wagens ter beschikking worden gesteld -elk voor een deel van het jaar- dan worden de minimumvoordelen eveneens samengeteld maar in evenredigheid met de duur van hun beschikbaarstelling.

FAQ nr. 8 : salary split ?

Het belastbaar voordeel kan worden opgesplitst naar evenredigheid met de salary split, behalve wanneer het voertuig uitsluitend in België wordt gebruikt.

FAQ nr. 10 : Is het privégebruik beperkt tot een bepaald aantal kilometer en wat met de  bijdrage van de werknemer in de kilometers afgelegd boven dat grensaantal ?

In dit geval is de forfaitaire evaluatie van het voordeel van toepassing.  De bijdrage van de werknemer in de kilometers die worden afgelegd boven het grensaantal dat werd overeengekomen, mogen in mindering worden gebracht  van het belastbaar voordeel. 

FAQ nr. 11 : Wat met de gelijktijdige beschikbaarstelling van een bedrijfswagen én een tankkaart ?

Er moet slechts één voordeel van alle aard belastbaar worden gesteld, namelijk het voordeel dat voortvloeit uit het privégebruik van de bedrijfswagen. Er moet geen bijkomend voordeel worden belast door de tankkaart.

FAQ nr. 19 : Wat met de schommeling van de catalogusprijs tussen het tijdstip van bestelling en het tijdstip van facturatie ?

Voor de berekening van het voordeel van alle aard, moet er rekening worden gehouden met de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij de verkoop aan een particulier.

Wanneer de prijs door de verkoper gewaarborgd wordt bij de bestelling van het voertuig, dan moet er rekening worden gehouden met de catalogusprijs in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier zoals die prijs van toepassing is op het ogenblik van de verkoop.

Wanneer de verkoper die prijs niet waarborgt bij de bestelling, dan moet er rekening worden gehouden met de catalogusprijs in nieuwe staat bij de verkoop aan een particulier zoals die van toepassing is op het ogenblik van facturatie

FAQ nr. 20 : een eerste inschrijving van het voertuig in het buitenland ?

Er mag worden rekening gehouden met een eerste inschrijving in het buitenland om de catalogusprijs te verminderen in functie van de ouderdom van het voertuig. 

FAQ nr. 21 : Wat met demonstratiewagens en Z-platen die niet ingeschreven zijn bij de DIV ?

Voor de bepaling van de cataloguswaarde van die voertuigen moet er worden rekening gehouden met hun inschrijvingsdatum in het specifiek BTW-register (eerste inschrijving bij de Directie voor de Inschrijving van de Voertuigen) 

FAQ nr. 22 : Wat met de cataloguswaarde van een in het buitenland gekocht voertuig ?

Om de cataloguswaarde van een voertuig te bepalen moet er rekening worden gehouden met de in België van toepassing zijnde catalogusprijs, behalve wanneer het voertuig in België niet op de markt wordt gebracht. In dat geval wordt er rekening gehouden met de catalogusprijs in het buitenland. 

FAQ nr 23 : Welke BTW in aanmerking te nemen voor tweedehandsvoertuigen ?

Voor de berekening van het belastbaar voordeel moet er rekening worden gehouden met de BTW die werkelijk wordt betaald.

Wanneer het evenwel een aankoop bij een wederverkoop betreft met toepassing van de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge, wordt het bedrag van de BTW niet vermeld op de factuur en moet er geen rekening worden gehouden met de BTW voor de berekening van het voordeel van alle aard. 

FAQ nr. 30 : Wat met de door de werkgever betaalde accessoires die aan het voertuig worden toegevoegd na aankoop ?

Wanneer door de werkgever betaalde accessoires aan het voertuig worden toegevoegd na aankoop er van, dan moet met die accessoires worden rekening gehouden in de berekening van het voordeel.

Wanneer de cataloguswaarde moet verminderd worden als gevolg van de ouderdom van het voertuig, dan mag de met de accessoires verhoogde cataloguswaarde worden genomen. 

FAQ nr. 33 : Wat in geval van een onderhoudscontract met een  garagehouder ?

Wanneer er aan de beschikbaarstelling van een bedrijfswagen een met een garagehouder gesloten onderhoudscontract gekoppeld is, dan beschouwt de fiscus dit niet als een optie maar als een vervroegde betaling van onderhoudskosten van het voertuig. Met dit contract moet dus geen rekening worden gehouden bij de bepaling van de cataloguswaarde. 

FAQ nr. 38 tot 40 : verduidelijkingen met betrekking tot carpooling ?

De 80%-regel die speelt bij carpooling moet berekend worden door het normaal woon-werktraject van de chauffeur te vergelijken met het traject van de carpooling (= traject tussen het oppikken van de eerste collega en de werkplek). Als de  chauffeur een omweg moet maken  om de passagier op te pikken, dan moet er met de kilometers van die omweg geen rekening worden gehouden  bij de berekening van de 80%.

Wanneer alle voorwaarden verbonden aan het georganiseerd gemeenschappelijk vervoer vervuld zijn, dan moet er niets worden vermeld op de fiscale fiche 281.10 want het voordeel geniet de vrijstelling als sociaal voordeel.

Wanneer er daarentegen niet aan de voorwaarden om vrijstelling als sociaal voordeel te genieten is voldaan, dan kan er geen vrijstelling worden verleend, zelfs geen gedeeltelijke.

FAQ nr. 50 : Wat met de leasing van een bedrijfswagen met tankkaart en bijdrage van de werknemer in de brandstofkosten ?

In dat geval kan de bijdrage van de werknemer in de brandstofkosten beschouwd worden als een persoonlijke bijdrage die in mindering mag worden gebracht van het belastbaar voordeel.

Dit antwoord van de fiscus is opmerkelijk. Immers in zijn antwoord op de reeds bestaande FAQ nr. 49, stelt de fiscus dat wanneer een werknemer over een bedrijfswagen beschikt en als hij zelf alle brandstofkosten moet betalen, die kosten geen deel uitmaken van de beschikbaarstelling en dus niet van dat voordeel. In dat geval mogen die door de werknemer zelf gedragen kosten niet afgetrokken worden van het belastbaar voordeel.

Deze verschillende stellingnames lijken ons moeilijk vol te houden. De fiscus zal hierover geïnterpelleerd worden …

3. Inwerkingtreding

Deze nieuwe FAQ en de aangevulde FAQ  zijn integraal van toepassing op de voordelen van alle aard die respectievelijk worden toegekend desgevallend sedert 1 januari 2012 of 1 mei 2012.