Boete en schadevergoeding motivering van ontslag: onderworpen aan RSZ-bijdragen?


67015

ontslag, motivering, willekeurig ontslag

De werknemer die ontslagen is, heeft het recht om door zijn werkgever geïnformeerd te worden over de concrete motieven die tot zijn ontslag hebben geleid (zie ons artikel van 16 februari 2014, eenheidsstatuut: de motivering van het ontslag is getekend).

Indien de werkgever de concrete redenen niet meedeelt aan de werknemer die hiertoe een verzoek heeft ingesteld of deze meedeelt zonder inachtneming van de termijnen, is hij een forfaitaire boete(1) van 2 weken loon verschuldigd aan de werknemer.

Het ontslag van een werknemer, die is aangeworven voor onbepaalde tijd, moet gebaseerd zijn op redenen die verband houden met de “geschiktheid” of het “gedrag” van de werknemer of moet berusten op de “noodwendigheden” inzake de werking van de onderneming.

Indien de werkgever niet kan aantonen dat zijn ontslag gebaseerd is op één van deze redenen, kan hij veroordeeld worden tot het betalen van een schadevergoeding (2) van minimaal 3 weken loon en maximaal 17 weken loon omwille van “kennelijk onredelijk” ontslag.

De RSZ is van mening dat beide vergoedingen (1)(2) niet beantwoorden aan het begrip loon voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen.

Als de werkgever de schadevergoeding(2) voor “kennelijk onredelijk” ontslag echter betaalt zonder dat hij daar door een vonnis of arrest toe wordt veroordeeld, is er volgens de RSZ wel sprake van een loon waarop socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.

NB: de boete en de schadevergoeding zijn belastbaar en onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing volgens de schalen van toepassing op de “opzeggingsvergoedingen”.