De arbeidsongevallenwet werd uitgebreid tot elke persoon die een beroepsopleiding volgt om zich voor te bereiden op betaald werk (= kleine statuten). Op vraag van Fedris wordt een Dimona-aangifte vanaf 2020 verplicht.
Context
In het kader van de uitbreiding van de arbeidsongevallenwet tot de kleine statuten (zie ons vorig artikel:"Stagiairs (kleine statuten): wijziging vanaf 1 januari 2020") moet Fedris over bepaalde gegevens beschikken (naam van de stagiair en INSZ-nummer, stageperiode, vergoedingsstelsel in het kader van de arbeidsongevallenverzekering, enz.) om zijn opdracht te kunnen vervullen.
Daarom wordt op vraag van Fedris een Dimona verplicht voor de kleine statuten zodat de arbeidsongevallenverzekering de nodige gegevens kan inwinnen.
Wie moet de Dimona verrichten?
Een koninklijk besluit (*) bepaalt de personen die de Dimona voor de kleine statuten moeten uitvoeren.
Al naargelang de stage betreft het:
- de onderwijsinstelling;
- de instantie die de beroepsopleiding organiseert;
- de onderneming.
We verwijzen u hiervoor naar de lijst op de website van Fedris waarin de bedoelde stages, de verantwoordelijke persoon voor de Dimona, het Dimona-type en het vergoedingsstelsel arbeidsongevallen zijn hernomen: lijst Fedris.
Nieuw type 'STG' in Dimona naast "IVT" en "TRI"
De nieuwigheden in Dimona voor kleine statuten hebben betrekking op twee types van stagiairs:
- stagiairs met een Dimona van het type:
- IVT: overeenkomsten IBO, PFI / CFI of FPI (= individuele beroepsopleidingen) waarbij de stagiair zijn statuut van werkzoekende behoudt
- TRI: instapstage in de Duitstalige Gemeenschap en first stage
- DWD: residuaire categorie voor een werknemer die in Dimona en niet in Dmfa moet worden hernomen.
- stagiairs voor wie geen Dimona bestond en voor wie voortaan een Dimona moet worden verricht.
Individuele beroepsopleidingen en instapstages moeten nog altijd worden aangegeven met de type IVT of TRI. Voor de andere gevallen werd een nieuw type STG ingevoerd.
In alle gevallen, moeten de Dimona van het type IVT, TRI of STG vanaf 1 januari 2020 nieuwe rubrieken bevatten (zie hieronder).
Ter herinnering, deze nieuwe Dimona-verplichting geldt niet voor de stages die buiten een wettelijk kader worden georganiseerd.
Nieuwe rubrieken in Dimona
De Dimona voor de kleine statuten werd voorzien van nieuwe gegevens:
- Gedekte periode (verplicht gegeven):
- als de Dimona door de onderneming wordt verricht, moeten begin en einde van de stageperiode worden vermeld;
- als de Dimona door de school of de opleidingsinstelling wordt verricht, moeten de volgende gegevens worden vermeld:
- hetzij de periode waarin de stageactiviteiten kunnen worden uitgeoefend;
- hetzij begin en einde van het schooljaar als de stagiair buiten de school stage loopt.
- Statuut van de werknemer (verplicht gegeven): arbeider of bediende;
- Risicoklasse voor arbeidsongevallen (facultatief gegeven) tenzij:
- de stagegever de Dimona moet verrichten en de risicoklasse niet dezelfde is als voor de gewone werknemers. Theoretisch voorbeeld: de stagiair voert hoogtewerk uit terwijl de gewone werknemers kantoorbedienden zijn. Het risico verschilt.
- Statuut/vergoedingsstelsel arbeidsongevallen:
- F1: volledige dekking (zoals voor leerlingen): theoretische opleiding + praktische opleiding in de onderneming + ongeval op de weg van en naar het werk. Dit stelsel heeft eerder betrekking op overeenkomsten voor bezoldigde stages;
- F2: specifieke, meer beperkte dekking: enkel de praktische activiteiten in de onderneming + ongeval op de weg van en naar het werk. Deze regeling heeft eerder betrekking op stagiairs die geen vergoeding (of een zeer beperkte vergoeding) krijgen in het kader van hun stage.
Wat met de lopende opleidingsovereenkomsten?
Voor de lopende opleidingsovereenkomsten moet:
- een Dimona OUT worden verricht op 31 december 2019 ;
- en een Dimona IN op 1 januari 2020 met de nieuwe rubrieken met het passende type (STG 'NEW', IVT of TRI).
Inschrijving bij de RSZ - WIDE
Als u een Dimona moet verrichten en nog niet bij de RSZ bent ingeschreven, dan moet u zich identificeren bij de RSZ via de onlinedienst Wide (Werkgever IDentificatie/ion Employeur). U krijgt dan een RSZ-nummer waarmee u de nodige stappen kunt uitvoeren. Er moet geen Dmfa worden ingediend zolang u geen onderworpen werknemers tewerkstelt.
* Koninklijk besluit van 29 juli 2019 tot uitvoering van de afdeling 1 van het hoofdstuk 2 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de 'kleine statuten', BS van 2 september 2019.
Bron: Tussentijdse instructies van de RSZ