Kunstenaars: nieuwigheden in het sociaal statuut


64913

Er wordt gesteld dat personen die, zonder gebonden te zijn door een arbeidsovereenkomst, artistieke prestaties leveren en/of kunstwerken maken tegen betaling van loon, voor rekening van een opdrachtgever, moeten onderworpen worden aan de RSZ.

Het gaat hier om "gelegenheidskunstenaars" die in tegenstelling tot "permanente kunstenaars", niet gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst. De opdrachtgever wordt beschouwd als werkgever en hij is ertoe gehouden de prestaties van de kunstenaars en de desbetreffende bezoldigingen aan te geven aan de RSZ. Deze verplichte onderwerping aan de RSZ betekent geenszins dat er een arbeidsovereenkomst is gesloten tussen de gelegenheidskunstenaar en de opdrachtgever.

Dit statuut (= het vermoeden) wordt vaak het statuut 1bis genoemd. Terwijl dit statuut in het leven werd geroepen om de kunstenaars een betere sociale bescherming te bieden blijkt dat de actoren van de culturele en artistieke sector dit statuut gebruiken om de formaliteiten inzake arbeidsovereenkomst niet te hoeven vervullen terwijl een werkgever van de cultureel en artistieke sector bij voorrang arbeidsovereenkomsten moet sluiten.

Daarom voert de programmawet van 26 december 2013 (B.S. van 31 december 2013) schikkingen in die de rechten van de kunstenaars moeten versterken.

Vanaf 1 januari 2014 zal er slechts op statuut 1bis een beroep worden gedaan als aan de voorwaarden om een echte arbeidsovereenkomst op te stellen niet voldaan is.

Bovendien wordt de rol van de commissie Kunstenaars nog belangrijker.

In de commissie Kunstenaars zetelen ambtenaren van de RSZ en van het RISVZ. De huidige taak van de commissie Kunstenaars is de kunstenaars informeren over hun rechten en plichten in de regelingen van de loontrekkenden en van de zelfstandigen. Op verzoek van de kunstenaar zoekt de commissie Kunstenaars uit welke regeling op hem van toepassing is (loontrekkende of zelfstandige).

Voortaan (vanaf 01/01/2014) beslist de commissie Kunstenaars ook over de toegang tot het statuut 1bis. Als de kunstenaars de voorwaarden vervullen om het vermoeden ingesteld door artikel 1bis te genieten, dan zal er een visum Kunstenaars worden toegekend aan de betreffende kunstenaars voor een éénmaal hernieuwbare duur van 3 maanden.

Om de artistieke aard van een prestatie te bepalen hanteert de commissie Kunstenaars verschillende criteria:

  • de activiteitensector waarin de artistieke prestatie werd geleverd of gecreëerd;
  • een methodologie bepaald in het huishoudelijk reglement bekrachtigd bij koninklijk besluit.

De commissie Kunstenaars levert tevens de kunstenaarskaart af. Aan de hand van deze kaart kan worden nagegaan of de kunstenaar mag werken in de regeling van de kleine vergoedingen toegekend voor artistieke activiteiten van geringe omvang.

Noteer ten slotte dat er tegen de beslissingen van de commissie Kunstenaars door de partijen beroep kan worden ingesteld binnen de maand volgend op de mededeling van de beslissing bij aangetekende brief. Als er geen beroep wordt ingesteld dan is de beslissing definitief.