Ontslagmotivering uitgebreid tot sectoren met afwijkende opzeggingstermijnen

Van 
75845

Vanaf 1 januari 2016 moet de werkgever, als dit gevraagd wordt, ook het ontslag motiveren van de werknemers voor wie nog steeds afwijkende opzeggingstermijnen gelden ingeval van ontslag.De regels inzake willekeurig ontslag gelden niet meer.

De werknemer die ontslagen is, heeft sinds 1 april 2014 het recht om door zijn werkgever geïnformeerd te worden over de concrete motieven die tot zijn ontslag hebben geleid.

Ten gevolge van deze verplichting tot motivering van het ontslag die werd opgenomen in de cao nr. 109, hield het oude artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 betreffende “willekeurige afdanking” op te bestaan behalve voor de werknemers voor wie er afwijkende opzeggingstermijnen bestaan. Dit zijn de werknemers van: 

  • het PC 124 (bouwbedrijf); 
  • het PC 126 (stoffering en houtbewerking);
  • het PC 301.01 (Havenarbeiders van het algemeen contingent); 
  • het PC 324 (diamantnijverheid en - handel). 

Voor hen blijven de regels inzake “willekeurig afdanking” nog tot 31 december 2015 van toepassing.

Vanaf 1 januari 2016 vallen deze werknemers in geval van een ontslag onder de regels van de cao nr. 109 m.b.t. de motivering van het ontslag. Dit wil zeggen dat de werkgever het ontslag zal moeten motiveren als dit gevraagd wordt door de werknemer en dat het ontslag niet kennelijk onredelijk mag zijn.

Er bestaat nog wel 1 uitzondering: de regels van “willekeurige afdanking” blijven nog van toepassing tot 31 december 2017 in geval van een ontslag van een arbeider voor wie een structurele (permanente) uitzondering voorzien is. Dit is de werknemer van het paritair comité voor de bouwnijverheid (124) of het paritair comité voor de stoffering en de houtbewerking (126) zonder vaste plaats van tewerkstelling en die gewoonlijk op tijdelijke en mobiele werkplaatsen één of meer van de volgende activiteiten uitoefent: 

  • graafwerken;
  • grondwerken;
  • funderings- en verstevigingswerken;
  • waterbouwkundige werken;
  • wegenwerken;
  • landbouwwerken; 
  • plaatsing van nutsleidingen; 
  • bouwwerken;
  • montage en demontage van inzonderheid geprefabriceerde elementen, liggers en kolommen, inrichtings- of uitrustingswerken; 
  • verbouwingswerken; 
  • herstellingswerken;
  • ontmantelingswerken; 
  • sloopwerken;
  • instandhoudingswerken;
  • onderhouds-, schilder- en reinigingswerken; 
  • saneringswerken en afwerkingswerkzaamheden behorende bij één of meer werken bedoeld in deze lijst.