Wet op de betaalde sportbeoefenaars uitgebreid naar trainers in het basketbal, het volleybal en het wielrennen


60268

De Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (BS 9 maart 1978) heeft  een arbeidsrechtelijk statuut gecreëerd voor de betaalde sportbeoefenaar. 

Een betaalde sportbeoefenaar is een persoon die de verplichting aangaat zich voor te bereiden of deel te nemen aan een sportcompetitie  of –exhibitie onder het gezag van een andere persoon tegen een loon dat een bepaald jaargrensbedrag overschrijdt. Voor de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2013 werd dit grensbedrag vastgesteld op 9027 EUR.

Waar nodig wijkt de wet op de betaalde sportbeoefenaar af van de bepalingen van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 (leeftijdsvereiste, concurrentiebeding, arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde duur, beëindiging van de arbeidsovereenkomst, scheidsrechtelijk beding).  Zo niet blijft de  arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 onverminderd van toepassing.

Enkele jaren geleden breidde de koning dit specifiek arbeidsrechtelijk statuut uit tot de voetbaltrainers en de voetbalscheidsrechters op voorwaarde dat hun loon het bovengenoemd jaargrensbedrag overschrijdt. Sinds 15 december 2012 vallen nu ook de trainers in het basketbal, het volleybal en het wielrennen waarvan het loon het voornoemd jaargrensbedrag overschrijdt onder dit specifiek arbeidsrechtelijk statuut.

De wet op de betaalde sportbeoefenaar voorziet specifieke bepalingen voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst van de betaalde sportbeoefenaars:

  • Bepalingen indien een einde wordt gemaakt aan de arbeidsovereenkomst die voor een bepaalde duur werd gesloten:

Indien één van de partijen de overeenkomst, zonder een dringende reden in hoofde van de andere partij, verbreekt voor het verstrijken van de termijn, dan heeft de benadeelde partij recht op een vergoeding gelijk aan het bedrag van het tot het verstrijken van die termijn verschuldigd loon. Deze vergoeding mag echter niet meer belopen dan het dubbel van de vergoeding die moet betaald worden als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur op een onregelmatige wijze werd beëindigd.

  • Bepalingen indien een einde wordt gemaakt aan de arbeidsovereenkomst die voor een onbepaalde duur werd gesloten:

Indien de overeenkomst voor onbepaalde tijd werd gesloten, is de partij die de overeenkomst verbreekt zonder dringende reden of zonder de vormvoorwaarden in acht te nemen gehouden tot de betaling van een vergoeding waarvan het bedrag wordt vastgesteld bij Koninklijk Besluit

Deze bepalingen zijn evenwel niet van toepassing op trainers in het voetbal, het basketbal, het volleybal en het wielrennen (met uitzondering van de voetbaltrainers met een loon boven het jaargrensbedrag en die ontslagen werden vóór 15 december 2012). Hier zullen de gewone regels moeten gevolgd worden die terug te vinden zijn in de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978.