Wetenschappelijk onderzoek: nieuwe procedure voor de vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2014


63031

Om het wetenschappelijk onderzoek aan te moedigen, worden bepaalde wetenschappelijke instellingen vrijgesteld van het storten van een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op lonen die zij betalen of toekennen aan werknemers die zij tewerkstellen in het kader van wetenschappelijk onderzoek.

In ons artikel van 28 juni 2013 kon u al lezen dat het percentage van de ingehouden bedrijfsvoorheffing dat niet moet worden doorgestort naar de Schatkist vanaf 1 juli 2013 verhoogd werd van 75 naar 80 %. Daarnaast werd u er in dat artikel ook al op attent gemaakt dat er een nieuwe procedure tot het bekomen van de vrijstelling  van doorstorting in werking zou treden op 1 januari 2014. Hieronder zullen we die nieuwe procedure alvast wat meer toelichten.

1. Definitie van wetenschappelijk onderzoek

Om een eenduidige toepassing van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing mogelijk te maken, worden de begrippen onderzoeks-  of ontwikkelingsprojecten of -programma’s voortaan gedefinieerd in de wet.

Het gaat om projecten of programma's die tot doel hebben:

  1. fundamenteel onderzoek: experimentele of theoretische activiteiten die voornamelijk worden verricht om nieuwe kennis te verwerven over de fundamentele aspecten van verschijnselen en waarneembare feiten, zonder dat hiermee een rechtstreekse praktische toepassing of gebruik wordt beoogd;
  2. industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de vervaardiging van onderdelen van complexe systemen, die noodzakelijk is voor industrieel onderzoek, met name voor algemene validering van technologieën, met uitzondering van prototypes;
  3. experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden voor plannen, schema’s of ontwerpen van nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, procedés of diensten. Hieronder kan tevens de conceptuele formulering en het ontwerp van alternatieve producten, procedés of diensten worden verstaan en het vastleggen van informatie daarover. Deze activiteiten kunnen tevens het maken van ontwerpen, tekeningen, plannen en andere documentatie omvatten, mits zij niet voor commercieel gebruik zijn bestemd. De ontwikkeling van commercieel bruikbare prototypes en proefprojecten valt eveneens onder experimentele ontwikkeling indien het prototype het commerciële eindproduct is en de productie ervan te duur is om alleen voor demonstratie en validatiedoeleinden te worden gebruikt. Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan, de routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante werkzaamheden, zelfs indien deze wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden.

2. Verplichting tot aanmelden van de projecten of programma’s

Om in aanmerking te komen voor de maatregel moeten de hierboven bedoelde projecten of programma’s vanaf 1 januari 2014 worden aangemeld bij de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid. Daarbij moeten volgende gegevens worden opgegeven:

  1. de identificatie van de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing;
  2. de beschrijving van het project of programma waarbij wordt aangetoond dat het fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling tot doel heeft;
  3. de verwachte aanvangsdatum en de vooropgestelde einddatum van het project of programma.

Nieuwe projecten of programma’s waarvoor men in aanmerking wil komen voor de vrijstelling moeten vanaf 1 januari 2014 dus worden gemeld. Voor de op die datum reeds bestaande projecten of programma’s kan dat echter nog uiterlijk tot 31 december 2014 gebeuren. Die reeds bestaande projecten moeten pas voldoen aan de nieuwe voorwaarden vanaf 1 januari 2015. Voor de aanslagjaren waarin de definitie nog niet ingevoerd was, wordt het project of programma getoetst aan de voor dat jaar geldende voorwaarden.

3. Bindend advies van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid

De schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing kan, eveneens vanaf 1 januari 2014, aan de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid vragen of de voorgelegde projecten of programma’s binnen het toepassingsgebied vallen. Hierop wordt door de Overheidsdienst een bindend advies verleend.

Ook de FOD Financiën kan een bindend advies vragen aan de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid over de aanvragen betreffende de toepassing van de voorwaarden. Een kopie van dat advies wordt dan verzonden naar de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing.

De modaliteiten en procedure van die adviezen moeten nog nader worden bepaald bij Koninklijk Besluit. Van zodra dat wordt gepubliceerd, brengen we u daarvan op de hoogte.