In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 30 juni 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nr. 51595/COF/116. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 17 augustus 1999.

Wij geven U hierna de bepalingen inzake de dienstjarenpremie en vervolgens enkele praktische schikkingen.

CAO van 30 juni 1999

Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie Limburg en ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.

Onder arbeiders verstaat men de arbeiders en arbeidsters.

Algemene bepaling

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

(...)

Dienstjarenpremie

Artikel 15

Een jaarlijkse dienstjarenpremie wordt toegekend aan de arbeid(st)ers die in de onderneming een anciënniteit van tenminste drie jaar kennen.

Het bedrag van de premie wordt vanaf 1 januari 1999 als volgt samengesteld :

Voor het berekenen van de anciënniteit geldt de datum van de verjaardag van de indiensttreding in de onderneming. De dienstjarenpremie wordt betaald tijdens de maand welke volgt op deze waarin de verjaardag van de indiensttreding zich voordoet. Zij is niet gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Vanaf 1 januari 1999 wordt jaarlijks één betaalde dag anciënniteitsverlof toegekend aan de arbeiders die in de onderneming een anciënniteit van tenminste tien jaar kennen. Een bijkomende anciënniteitsdag wordt bovendien toegekend voor de arbeiders die in de onderneming een anciënniteit van ten minste 20 jaar kennen (totaal maximum 2 dagen).

(...)

Commentaar.

Naast de dienstjarenpremie genieten de werknemers met een lange anciënniteit van één (vanaf 10 jaar anciënniteit en meer) of twee (vanaf 20 jaar anciënniteit en meer) betaalde anciënniteitsverlof/ven : zie onze omzendbrief Hfdst. 10.2.2. Dit verklaart waarom de aan deze categoriëen van werknemers toegekende premies iets lager zijn.

Geldigheidsduur

Artikel 21

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Commentaar en praktische schikkingen

Op de dienstjarenpremie dienen sociale zekerheidsbijdragen betaald te worden. Men dient tevens bedrijfsvoorheffing in te houden volgens de regels van toepassing voor uitzonderlijke vergoedingen.

Voor een vlot administratief verloop kunnen de aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat GROEP S - Sociale Samenwerking vzw op de prestatieopgaven de code 530 gebruiken.