15 Opzeggingstermijnen

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 13/02/2012
Geldig vanaf: 23/02/2012
Geldig tot: 31/12/2013

K.B. 26/01/2012 (B.S. 13/02/2012)

I. Opzeggingstermijnen buiten het geval van brugpensioen

Anciënniteit Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever (2) Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werknemer (2)
Minder dan 6 maanden (1) 7 kalenderdagen (1) / 28 kalenderdagen 3 kalenderdagen (1) / 14 kalenderdagen
Van 6 maanden tot minder dan 5 jaar (3) 42 kalenderdagen 14 kalenderdagen
Van 5 jaar tot minder dan 10 jaar (3) 63 kalenderdagen 14 kalenderdagen
Van 10 jaar tot minder dan 15 jaar (3) 119 kalenderdagen 14 kalenderdagen
Van 15 jaar tot minder dan 20 jaar (3) 147 kalenderdagen 14 kalenderdagen
Van 20 jaar tot minder dan 25 jaar (3) 189 kalenderdagen 28 kalenderdagen
Van 25 jaar en meer (3) 245 kalenderdagen 28 kalenderdagen

II. Opzeggingstermijnen in geval van brugpensioen

 (2)

Anciënniteit Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever (2)
Minder dan 6 maanden (1) 7 kalenderdagen (1) / 28 kalenderdagen
Van 6 maanden tot minder dan 20 jaar (3) 28 kalenderdagen
20 jaar en meer (3) 56 kalenderdagen

Opmerking: de opzeggingen betekend vóór 23 februari 2012 blijven hun gevolgen behouden.


(1)   De verkorte opzeggingstermijn van 7 of 3 kalenderdagen kan slechts worden toegepast op voorwaarde dat hij uitdrukkelijk werd vastgesteld in de individuele arbeidsovereenkomst en/of in het arbeidsreglement. In de individuele arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement kan men eveneens bepalen dat de opzeggingstermijn ingaat de dag volgend op de dag van de betekening. Indien deze bepaling niet uitdrukkelijk is ingeschreven, is de algemene regel van toepassing en gaat de opzeggingstermijn in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

(2)   Kalenderdagen, dit is met inbegrip van zon- en feestdagen.

(3) De opzeggingstermijn gaat in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

In artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt bepaald welke opzeggingstermijnen men dient in acht te nemen om een einde te stellen aan een arbeidsovereenkomst voor werklieden.  In artikel 61 van dezelfde wet is echter voorzien dat de Koning, op voorstel van het paritair comité of van de Nationale Arbeidsraad, de opzeggingstermijnen kan wijzigen in het belang van bepaalde bijzondere categorieën van werknemers of voor de opzeggingen die om sociale of economische redenen zijn gedaan.

Voor het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werden bijzondere (afwijkende) opzeggingstermijnen vastgesteld in het koninklijk besluit van 26 januari 2012 (B.S. 13 februari 2012) dat op 23 februari 2012 in werking is getreden voor onbepaalde tijd. Deze opzeggingstermijnen zijn niet van toepassing in geval van opzegging met het oog op brugpensioen. In geval van brugpensioen blijven de algemene opzeggingstermijnen van de artikelen 59 en 60 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing.

Het ontslagrecht wordt enigszins beperkt gelet op het werkzekerheidsbeding en de te volgen procedures (zie Hfdst. 2601). Bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard moet de werkgever aanvullende werkloosheidsuitkeringen betalen (zie Hfsdt. 2001).


Historiek
23/02/2012 31/12/2013 15 Opzeggingstermijnen
07/10/2009 22/02/2012 15 02 Opzeggingstermijnen
25/04/2007 06/10/2009 15 02 Opzeggingstermijnen
26/07/2005 24/04/2007 15 02 Opzeggingstermijnen
15/05/2003 25/07/2005 15 02 Opzeggingstermijnen
15/05/2003 14/05/2003 15 02 Opzeggingstermijnen
06/04/2001 14/05/2003 15 02 Opzeggingstermijnen
26/03/1999 05/04/2001 15 02 Opzeggingstermijnen