220101 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 08/03/2007
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2008

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 27 juni 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten, tot verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen op 10 juli 2007 en geregistreerd op 8 augustus 2007 onder het nr. 84221/CO/116. 

Voor de toepassing van het conventioneel brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

Wij geven U hierna de integrale tekst van de C.A.O. van 27 juni 2007, en vervolgens een uitgebreide commentaar. De tussentitels werden door ons aangebracht.

A. Tekst C.A.O. 27 juni 2007

I. Voorwerp

Artikel 1

Deze CAO heeft tot doel, de regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in de CAO nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, ingevoerd door de CAO van 14 juni 1989 (KB 23.1.90, BS. 7.2.90) en verlengd door de CAO's van 14 maart 1991 (KB 13.9.91, BS. 3.12.91), 26 mei 1993 (KB 31.1.94, BS 21.4.94), 29 maart 1995 (KB 27.9.95, BS 11.11.95), 21 mei 1997 (K.B. 8.10.98, BS 28.11.98),  3 maart 1999 (KB 31.5.2001, BS 27.7.2001), 2 mei 2001 (KB 6 december 2002, BS 20 december 2002), 7 mei 2003 (K.B. 9.10.2003, BS 19.11.2003)  en 24 mei 2005 (KB 29 september 2005, BS 26 oktober 2005) gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, voor een bepaalde duur te verlengen van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008.

II. Toepassingsgebied

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Met “arbeiders” wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters.

III. Modaliteiten

Artikel 3

De in artikel 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de arbeiders die :

1°  de leeftijd van 58 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en  uiterlijk op 31 december 2008 ;

2°  voldoen aan de ter zake geldende voorwaarden voorzien in de wetgeving terzake en meer bepaald in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992) en het KB van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact (BS van 8 juni 2007) ;

3°  ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten.

De betrokken arbeiders zullen desgevallend door de werkgever uitgenodigd worden tot een onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Er zal, desgevallend, tot de ontslagprocedure worden overgegaan.

Artikel 4

Voor de betrokken arbeiders gelden dezelfde voorwaarden en procedures als deze bepaald in de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden zoals bepaald in de artikelen 6 en 7 van de voornoemde collectieve arbeidsovereen­komst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze aanvullende vergoeding gelijk zijn aan 50 pct. van het verschil tussen de werkloosheidsuitkering en het netto referteloon van de arbeiders. Voor de berekening van het voornoemd netto referteloon tot bepaling van de bovenvermelde aanvullende vergoeding wordt evenwel, vanaf 1 januari 2004, de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage van de arbeiders berekend op 100 pct. in plaats van 108 pct. van hun begrensd bruto maandloon.

Artikel 5

De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt overeenkomstig de bepalingen van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad toegekend.

Artikel 6

De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Zijn bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad :

-        gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen vol­gens de modaliteiten die van

     toepassing zijn inzake werkloos­heidsuitkeringen ;

-        herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale Arbeidsraad jaarlijks vastgesteld, in

     functie van de evolutie van de regelingslonen.

Artikel 7

De betrokken bruggepensioneerde arbeiders verbinden zich ertoe hun laatste werkgever onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit hernemen.

In geval van werkhervatting bij een andere werkgever of als zelfstandige zal de hogergenoemde aanvullende vergoeding, overeenkomstig de bepalingen van de voornoemde CAO nr.17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, doorbetaald worden.

Indien zij het werk niet hernemen, zullen zij om de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.

IV. Geldigheid

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2007 en eindigt op 31 december 2008.

B. COMMENTAAR

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een arbeider ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31 december 2008. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 2008.

2. Anciënniteitsvoorwaarden

oud stelsel

Dit stelsel is van toepassing op de werknemers die werden ontslagen vóór 31 maart 2007 of waarvan het brugpensioen is ingegaan vóór 1 januari 2008.

Dit stelsel is ook van toepassing indien het ontslag werd betekend na 31 maart 2007 maar vóór 1 januari 2008 enerzijds, en en indien de leeftijd en de anciënniteit die vereist zijn door het betrokken stelsel, bereikt zijn op uiterlijk 31 december 2007 anderzijds.

De vereiste anciënniteit is 25 jaar en moet bereikt worden op het ogenblik van de aanvang van het brugpensioen.

nieuw stelsel

Dit stelsel is van toepassing op de werknemers die na 31 maart 2007 werden ontslagen en waarvan het brugpensioen ingaat na 31 december 2007.

De vereiste anciënniteit is :

- Voor de mannen : 35 jaar (2008) (37 jaar vanaf 2010 en 38 jaar vanaf 2012) ;

- Voor de vrouwen : 30 jaar (2008) (33 jaar vanaf 2010, 35 jaar vanaf 2012 en 38 jaar vanaf 2014).

De vereiste anciënniteit moet bereikt worden op het ogenblik van de aanvang van het brugpensioen.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het K.B. van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledi­ge werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaats vinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedu­rende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie nr. 355.

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering en is ten laste van de werkgever.

Voor de berekening van de aanvullende vergoeding verwijzen wij U naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
27/06/2007
Registratienr
84221
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
31/03/2009
Neerleggingsdatum
10/07/2007
Registratiedatum
08/08/2007
Onderwerp
brugpensioen op 58 jaar
BS Bericht van neerlegging
09/10/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/02/2008
Gepubliceerd in het B.St. van
08/04/2008
Keywords
BRUGPENSIOEN

Historiek
01/04/2013 31/12/2014 220101 Historiek SWT 58 jaar – Kliksysteem
01/04/2011 31/03/2013 220101 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2009 31/03/2009 220101 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2007 31/12/2008 220101 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2005 31/12/2006 220101 210101 Prépension conventionnelle à 58 ans
01/01/2003 31/12/2004 220101 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2001 31/12/2002 220101 210101 Brugpensioen
01/01/1999 31/12/2000 220101 210101 Brugpensioen