280103 2803 Tijdskrediet en loopbaanonderbreking

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 20/02/2002
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 31/12/2000

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 30 juni 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg. Deze CAO werd verlengd en aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juli 2001 betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende  nijverheid van de provincie Limburg.  Ze werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 28 september 2001 onder het nr. 58933/co/116.

 

Tekst CAO

1. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie Limburg en ressorteren onder het Paritair Comité van de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.

Onder arbeiders verstaat men de arbeiders en arbeidsters.

2. Arbeidsherverdelende maatregelen

Volledige loopbaanonderbreking

Artikel 7

Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het recht toegekend op volledige loopbaanonderbreking.

Aanvang halftijdse loopbaanonderbreking onder de 50 jaar

Artikel 8

De mogelijkheid tot halftijdse loopbaanonderbreking in het raam van de wet van 22 april 1985 geboden wordt, mits rekening te houden met de goede werkorganisatie en de mogelijkheid tot vervanging in de betroffen functie. De werkgevers zullen de aanvragen welwillend onderzoeken. Arbeiders, jonger dan 50 jaar, die halftijdse loopbaanonderbreking (wet van 22 januari 1985) op bestendige wijze genoten hebben gedurende twee jaar, hebben vanaf het derde jaar recht op een bestaanszekerheidsvergoeding ten laste van de werkgever gedurende ten hoogste 36 maanden bestendige halftijdse loopbaanonderbreking.

De vergoeding bedraagt 2.000 fr. per maand.

Deze vergoeding wordt verminderd met mogelijke extra premies, uitgekeerd door eender welke overheid vanaf de 25ste maand van de halftijdse loopbaanonderbreking die bij het in voege treden van deze collectieve arbeidsovereenkomst nog niet bestonden.

De arbeiders die, op grond van de wetgeving bestaande bij het in voege treden van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, reeds een halftijdse loopbaanonderbreking genoten van 60 maanden, en die van de werkgever toestemming ontvangen om verder of opnieuw halftijds te werken hebben recht, gedurende de eerste 36 maanden van de nieuwe periode op een bestaanszekerheidsvergoeding van 2.000 fr. per maand. Dit recht geldt slechts éénmaal tijdens de loopbaan in loondienst van de betrokkene.

 

Commentaar :Deze bepalingen blijven van toepassing tot 31 december 2001.  De arbeiders die, in toepassing van het in vorig lid vermelde artikel 8, voor 31 december 2000 in het systeem van halftijdse loopbaanonderbreking onder 50 jaar zijn gestapt, zullen na 1 januari 2002 de vergoeding van de werkgever van 2.000 BEF per maand ontvangen of blijven ontvangen, volgens de modaliteiten en de voorwaarden als bepaald in voorvermeld artikel 8.  Deze vergoeding wordt vermindert met de verhogingen vanaf 1 januari 2002 van de uitkeringen en/of uitgekeerd door eender welke overheid (artikel 11 van de CAO van 18 juli 2001).

Aanvang halftijdse loopbaanonderbreking tussen 50 en 55 jaar

Artikel 9

De mogelijkheid tot halftijdse loopbaanonderbreking in het raam van de wet van 22 januari 1985 vanaf de leeftijd van 50 jaar geboden, wordt mits rekening te houden met de goede werkorganisatie en de mogelijkheid tot vervanging in de betroffen functie. Bij weigering zal de werkgever de redenen meedelen aan de syndicale delegatie.

Bij een halftijdse loopbaanonderbreking die aanvangt tussen 50 en 55 jaar zal de werkgever aan de betrokken arbeider vanaf de 25ste maand van de halftijdse loopbaanonderbreking een bestaanszekerheidsvergoeding van 2000 F per maand betalen tot op het ogenblik van het opnemen van het brugpensioen of tot het bereiken van de leeftijd van het wettelijk rustpensioen.

Indien de betrokken arbeider aantoont dat hij geen premies kan ontvangen, uitgekeerd door eender welke overheid in de periode tussen de aanvang en de 25ste maand van de halftijdse loopbaanonderbreking, zal de werkgever aan de betrokken arbeider hogervermelde maandelijkse bestaanszekerheidsvergoeding van 2000 F reeds betalen vanaf de aanvang, maar ten vroegste vanaf 52 jaar.

 

Commentaar : Deze bepalingen blijven van toepassing tot 31 december 2001.

Aanvang halftijdse loopbaanonderbreking vanaf 55 jaar en meer

Artikel 10

Vanaf 55 jaar heeft de arbeider in een halftijdse loopbaanonderbreking recht op een bestaanszekerheidsvergoeding ten laste van de werkgever. De vergoeding bedraagt 2000 fr. per maand en wordt betaald tot op het ogenblik van het opnemen van het brugpensioen of tot het bereiken van de leeftijd van het wettelijk rustpensioen.

Deze vergoeding wordt verminderd met mogelijke extra premies, uitgekeerd door eender welke overheid vanaf de 25ste maand van de halftijdse loopbaanonderbreking die bij het in voege treden van deze collectieve arbeidsovereenkomst nog niet bestonden

(…)

Tijdskrediet

 

Artikel 12

 

In het kader van de invoering, vanaf 1 januari 2002, van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties, wordt in aanvulling van de bepalingen voorzien door CAO nr. 77 van de NAR, het volgende overeengekomen voor de duur van deze CAO:

§1            het recht op tijdskrediet, voorzien in artikel 3 van de CAO nr. 77 gesloten op 14.2.2001 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt, in navolging van het Nationaal Akkoord van 7 maart 2001 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan. Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde CAO nr. 77, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden. Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming moet, van het tweede tot en met het vijfde jaar, het tijdskrediet worden uitgeoefend per periode van één jaar. De anciënniteitvoorwaarden zijn die voorzien in artikel 5 van de voornoemde CAO nr. 77.

§2            Rekening houdend met de voorwaarden voorzien in CAO nr. 77, heeft de arbeider die een halftijds tijdskrediet aanvangt, vanaf 50 jaar of meer, recht op een bestaanszekerheidvergoeding ten laste van de werkgever. De vergoeding bedraagt 2.000 BEF (49,58 EUR) per maand en wordt betaald tot op het ogenblik van het opnemen van het brugpensioen of indien geen brugpensioen wordt opgenomen, tot het ogenblik van het opnemen van het rustpensioen.

Deze regeling geldt ook voor de arbeiders die zich op 31 december 2001 bevinden in een systeem van halftijdse loopbaanonderbreking als bepaald in artikel 9 en 10 van de CAO van 30 juni 1999 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, houdende vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg.

§3            De ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging wordt ingelicht over de beslissing van de werkgever om al dan niet tot vervanging over te gaan.

 

4/5 deeltijdse arbeid

Artikel 13 

Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt de mogelijkheid tot deeltijdse arbeid voorzien in een 4/5e-regeling op voorwaarde dat het organiseerbaar is. Bij weigering zal de werkgever de redenen meedelen aan de syndicale delegatie.

 

 

Geldigheidsduur

Artikel 21

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.

 

 

 

 


Historiek
01/01/2021 30/06/2023 280103 Tijdskrediet met motief in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2021 31/12/2022 280103 Tijdskrediet met motief in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2019 31/12/2020 280103 Tijdskrediet met motief in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2017 31/12/2018 280103 Tijdskrediet met motief in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2015 31/12/2016 280103 Tijdskrediet met motief in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2013 31/12/2014 280103 Tijdskrediet met motief in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2011 31/12/2012 280103 2803 Tijdskrediet (Limburg)
01/01/2009 31/12/2010 280103 2803 Tijdskrediet en loopbaanonderbreking (Limburg)
01/01/2007 31/12/2008 280103 2803 Tijdskrediet en loopbaanonderbreking (Limburg)
01/01/2005 31/12/2006 280103 2803 Tijdskrediet en loopbaanonderbreking (Limburg)
01/01/2001 31/12/2000 280103 2803 Tijdskrediet en loopbaanonderbreking
01/01/1999 31/12/2000 280103 2803 Beroepsloopbaanonderbreking