2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
140.05.00-00.00

Bijwerking: 19/08/1996
Geldig vanaf: 01/01/1995
Geldig tot: 31/12/1996

In het Paritair Comité voor het vervoer werd op 5 juli 1994 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het conventioneel brugpensioen in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 januari 1995 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 april 1995. Wij geven U hierna de integrale tekst van de CAO ; de tussentitels werden door ons aangebracht.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brug-pensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie onder nr. 355.

Wij vestigen er uw aandacht op dat de onderstaande reglementering slechts van toepassing is voor zover aan de volgende twee voorwaarden is voldaan :

a)     de werknemers moeten na 31 augustus 1990 van hun ontslag in kennis zijn gesteld ;

b)    het brugpensioen moet zijn ingegaan na 31 december 1992.

 

A. Tekst CAO 5 juli 1994

1. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing :

1°    op de werkgevers die verhuizingen verrichten en op de uitbaters van de meubelbewaring en hun aan-verwante activiteiten, welke onder het Paritair Comité voor het vervoer ressorteren ;

2°    op de werklieden en werksters, die door de onder 1° bedoelde werkgevers worden tewerkgesteld.

 

2. Toekenningsvoorwaarden

Artikel 2

Er wordt een aanvullende conventionele brugpensioenvergoeding ten laste van de werkgever toegekend onder de volgende voorwaarden, waaraan cumulatief moet zijn voldaan :

-      in alle gevallen van ontslag, behalve om dringende reden, van werklieden en werksters die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt op de dag waarop zij worden ontslagen (einde arbeidscontract) ;

-      de ontslagen werklieden en werksters moeten uitdrukkelijk bekendmaken van de mogelijkheid tot conven-tioneel brugpensioen gebruik te willen maken.

 

3. Aanvullende vergoeding

Artikel 3

De werkgever kan de terugbetaling bekomen van de aanvullende vergoeding door tussenkomst van het "Sociaal Fonds voor de Ondernemingen van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten".

Het sociaal fonds kan hiervoor beschikken over 0,07 pct. van de ter uitvoering van het bepaalde van zijn statuten vastgestelde bijdrage.

 

Artikel 4

De praktische modaliteiten voor de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen uitgewerkt worden door de raad van beheer van het sociaal fonds van de sector.

 

4. Geldigheidsduur

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.

 

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een arbeider ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31 december 1996. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 1996.

 

2. Anciënniteitsvoorwaarden

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de werknemer die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

 

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaats vinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie onder nr. 355.

 

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aan-vullende vergoeding is ten laste van de werkgever.

Zij is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering (zie onze interprofessionele documentatie nr. 355).

De werkgever kan de terugbetaling bekomen van het Sociaal Fonds voor de Ondernemingen van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.

 

 


Historiek
01/01/2014 31/12/2014 2201 Historiek SWT 58 jaar – Kliksysteem
01/01/2013 31/12/2013 2201 21 Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) op 56 jaar, 58 jaar of 60 jaar
01/07/2011 31/12/2012 2201 21 Brugpensioen op 56 jaar, 58 jaar of 60 jaar
01/07/2009 30/06/2011 2201 21 Brugpensioen op 56 jaar, 58 jaar of 60 jaar
01/07/2009 01/07/2009 2201 21 Brugpensioen op 56 jaar, 58 jaar of 60 jaar
01/01/2009 30/06/2009 2201 21 Brugpensioen op 56 jaar, 58 jaar of 60 jaar
01/07/2007 31/12/2008 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar
01/07/2005 30/06/2007 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar
01/01/1995 31/12/1996 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar