1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
Paritair (sub-)Comité nr.:
215.00.00-00.00
Bijwerking: 30/03/2005
Geldig vanaf: 01/04/2001
Geldig tot: 31/01/2009
In het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf werd op 9 september 1991 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten van de bedienden. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 19 juni 1992 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 augustus 1992.
Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2001, die algemeen verbindend werd verklaard door een koninklijk besluit van 19 mei 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 juni 2004. De nieuwe bepalingen treden in werking op 1 april 2001.
Wij geven U hierna de integrale tekst van de CAO, gevolgd door een samenvatting.
A. Tekst CAO
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.
Artikel 2
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 1979, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot vaststelling van de bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten van de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 juli 1979.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in overeenstemming met de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991.
HOOFDSTUK II - Openbaar vervoer
Artikel 3 - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer
Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgisch Spoorwegen, (afgekort : NMBS) georganiseerde vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend worden op basis van het barema, dat is opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen werd in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de NMBS ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden.
Artikel 4 - Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer
Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 5 km, berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten :
a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel 60 pct. van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden ;
b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 56 pct. van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een afstand van 7 km te overschrijden.
Artikel 5 - Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer
Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts een vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - zal de bijdrage van de werkgever gelijk zijn aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement.
Artikel 6
In elk ander geval dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in artikel 5, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend :
Þ nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3, 4, a) en b) en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.
Artikel 7 - Terugbetalingstijdstip
De bijdrage van de werkgever in de door de werknemers gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden voor de werknemer met een maandabonnement of ter gelegenheid van de betaalperiode die in de onderneming gebruikelijk is voor de vervoerbewijzen die geldig zijn voor een week.
Artikel 8 - Modaliteiten van terugbetaling
a) De werknemers leggen aan de werkgevers een ondertekenende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 5 km een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven ; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in deze kortst mogelijke tijd mede te delen.
b) De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.
Artikel 9
De tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten zal betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.
HOOFDSTUK III - Private vervoermiddelen
Artikel 10
§1 In de ondernemingen welke geen collectief vervoermiddel ter beschikking van de bedienden stellen, worden, voor de bedienden wier jaarlijkse brutobezoldiging 675.000 fr. berekend volgens de bijlage die is opgenomen bij deze collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt en die gebruik maken van een privaat vervoermiddel, voor zover de kortst af te leggen afstand van hun woning tot de werkplaats in één enkele richting 10 km of meer bedraagt, volgende modaliteiten van tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten bepaald :
a) de betrokken bedienden leggen aan de werkgever een ondertekende verklaring voor waarbij zij bevestigen dat zij geregeld een privaat vervoermiddel gebruiken om zich van hun woonplaats naar de werkplaats te begeven, met vermelding van de afgelegde afstand. Bij elke wijziging van de toestand stellen zij de werkgever hierna onmiddellijk in kennis ;
b) de werkgever mag op elk ogenblik controleren of deze verklaring met de werkelijkheid strookt ;
c) het aantal in aanmerking te nemen kilometers wordt in gemeen overleg vastgesteld op het vlak van de onderneming en vermeld in de sub a) bedoelde verklaring.
§2 De tussenkomst van de werkgever is gelijk aan 50 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement, bepaald bij artikel 3 van het ministerieel besluit van 10 december 1990 houdende wijziging van de prijzen voor het vervoer van reizigers op het net van de NMBS, voor het overeenstemmende aantal kilometers.
De tussenkomst van de werkgever zal nochtans, voor eenzelfde aantal kilometers, nooit hoger kunnen zijn dan de tussenkomst op basis van het barema, bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
§3 Met ingang van 1 januari 2002 wordt het bedrag van de jaarlijkse brutobezoldiging, bedoeld in §1, op 25.000 EUR gebracht.
§4 De bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in artikel 10, §1 maakt integraal deel van deze overeenkomst uit.
Artikel 11
De tussenkomst van de werkgever in de door de bedienden gedragen vervoerskosten wordt maandelijks betaald.
De tussenkomst van de werkgever vindt slechts plaats voor de dagen van aanwezigheid op het werk, volgens de modaliteiten vastgesteld bij artikel 10.
HOOFDSTUK IV - Door de onderneming met de financiële deelneming van de bedienden georganiseerd vervoer of door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd vervoer.
Artikel 12
Ingeval het transport is georganiseerd door de werkgever, met de financiële deelneming van de werknemers, of indien de werkgever een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten heeft georganiseerd, dient, wat zijn bijdrage in de kosten van vervoer der werknemers betreft, een oplossing te worden gezocht die is ingegeven door de bepalingen van onderhavige overeenkomst en door de volgende overwegingen :
- voor het door de ondernemingen met financiële deelneming van de bedienden georganiseerd vervoer, wordt de tussenkomst van de ondernemingen berekend met inachtneming van de door de ondernemingen reeds gedragen lasten voor de organisatie van dat vervoer ;
- voor het door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd vervoer en ingeval de bedienden eveneens gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen gebruiken, wordt de tussenkomst van de werkgever berekend op basis van de totale met een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel afgelegde afstand met aftrek nochtans van de kosten welke de onderneming reeds draagt voor het door haar georganiseerd vervoer ;
- de financiële tussenkomst van de bedienden mag echter niet hoger zijn dan het bedrag, bepaald als werkgeverstussenkomst bij artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
- de verworven rechten van de bedienden blijven echter behouden.
HOOFDSTUK V - Tussenkomst voor alle werknemers
Artikel 13
Aan alle bedienden wordt daarenboven een vergoeding van 10 BEF (0,2479 EUR) per werkelijk gepresteerde arbeidsdag betaald, ongeacht de wijze van verplaatsing van en naar het werk.
HOOFDSTUK VI - Duur van de overeenkomst
Artikel 14
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en is gesloten voor onbepaalde duur.
B. Samenvatting
Rechthebbenden
Alle bedienden
Vervoermiddelen
Alle openbare- en privé-vervoermiddelen.
Bedrag
- Vervoer per spoor : volgens schaal N.A.R.
- Andere openbare vervoermiddelen :
- prijs in verhouding tot de afstand :volgens schaal zonder 60 % van de werkelijke prijs te overschrijden.
- eenheidsprijs : forfaitair, 56 % van de effectieve prijs (volgens schaal), voor een afstand van 7 km.
- Gecombineerd openbaar vervoer : volgens schaal
- Privé-vervoermiddelen (de jaarlijkse brutobezoldiging moet 25.000 EUR niet overschrijden: zie commentaar van de omzendbriek Hfdst 12.01) : 50 % van de treinkaart NMBS (volgens schaal)
Afstand
- Openbare vervoermiddelen : 5 km en meer.
- Privé-vervoermiddelen : 10 km en meer.
Aan alle bedienden wordt daarenboven een vergoeding van 10 BEF (0,2479 EUR) per werkelijk gepresteerde arbeidsdag betaald, ongeacht de wijze van verplaatsing van en naar het werk.
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991 tot vaststelling van de tussenkomst in de vervoerskosten van de bedienden
De raming van de jaarlijkse brutobezoldiging van 25.000 EUR zoals bepaald in artikel 10 moet omvatten:
1° de vaste elementen: de maandelijkse brutowedde, inbegrepen de eventuele bijkomende wedden, zoals ondermeer de vergoeding voor de kennis en het gebruik van beide landstalen, hierbij rekening gehouden met het beweeglijk gedeelte toegekend in functie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het jaarlijks brutobedrag wordt bekomen door de vaste elementen, die betrekking hebben op de eerste maand waarvoor de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers wordt gevraagd. te vermenigvuldigen met 12, zelfs indien de bediende geen 12 maanden werkt.
2° de veranderlijke elementen:
a) per maand: commissieloon, premies, overuren, enz.
Hier gelden de brutocijfers voor de laatste 12 maanden. Indien de bediende geen 12 maanden heeft gewerkt wordt het in aanmerking te nemen bedrag bekomen door het maandgemiddelde voor de effectief gewerkte maanden, te vermenigvuldigen met 12.
b) per jaar: commissieloon, premies, 13de maand en andere toelagen die sommige werkgevers eens of meermaals per jaar aan hun personeel toekennen, ingevolge overeenkomst of gebruik.
De brutobedragen toegekend gedurende de laatste 12 maanden moeten bij de jaarlijkse brutobedragen, waarvan sprake onder 1° en 2° a), worden gevoegd.
De raming van de jaarlijkse brutobezoldiging moet niet omvatten:
1° de toelagen van sociale aard, zoals : haard- en standplaatstoelage, kindergeld, vakantiegeld;
2° de bedragen toegekend als vergoeding voor bepaalde kosten (reiskosten, representatiegelden, enz.);
3° pensioenen van allerlei aard.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
03/07/2001 |
Registratienr
59003 |
Geldig van
- |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
16/07/2001 |
Registratiedatum
28/09/2001 |
||
Onderwerp
financïele bijdrage in de vervoerkosten |
|||
BS Bericht van neerlegging
11/10/2001 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/05/2004 |
Gepubliceerd in het B.St. van
29/06/2004 |
||
Keywords
LONEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2024 | 31/12/2050 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
01/01/2022 | 31/12/2023 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
01/09/2019 | 31/12/2021 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
29/08/2017 | 31/08/2019 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
01/01/2015 | 28/08/2017 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
01/04/2014 | 31/12/2014 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
01/01/2012 | 31/03/2014 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
01/01/2010 | 31/12/2011 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
01/02/2009 | 31/12/2009 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
01/04/2001 | 31/01/2009 | 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |
01/01/1997 | 31/03/2001 | 1201 12 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten |