1201 12 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten

Paritair (sub-)Comité nr.:
215.00.00-00.00

Bijwerking: 16/10/1998
Geldig vanaf: 01/01/1997
Geldig tot: 31/03/2001

In het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf werd op 9 september 1991 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststel­ling van de bijdrage van de werkgevers in de vervoers­kosten van de bedienden. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 19 juni 1992 en gepubliceerd in het Belgisch Staats­blad van 5 augustus 1992.

Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, die algemeen verbindend werd verklaard door een koninklijk besluit van 24 juni 1998 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 2 september 1998. 

Deze laatste CAO heeft twee wijzigingen tot gevolg :

-      vanaf 1 maart 1997 is de CAO van 9 september 1991 niet van toepassing op de bedienden wier jaarlijkse brutobezoldiging de 1.200.00.000 fr.(voorheen 900.000 fr.) overschrijdt ;

-      vanaf 1 januari 1998 is hoofdstuk II van de CAO van 9 september 1991 niet van toepassing op de bedienden wier jaarlijkse brutobezoldiging de 800.000 fr.(voorheen 675.000 fr.) overschrijdt ;

Wij geven U hierna de integrale tekst van de CAO, gevolgd door enige commentaar, een samenvatting van de belangrijkste bepalingen en praktische schikkin­gen.

A. Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de onder­nemingen welke onder het Paritair Comité voor de bedien­den van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Zij is evenwel niet van toepassing op de bedienden wier jaarlijkse brutobezoldiging de 1.200.000 fr. overschrijdt, berekend volgens de bijlage die bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 mei 1991, is gevoegd.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 1979, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot vaststelling van de bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten van de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 juli 1979.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in overeenstemming met de voormelde collectieve arbeids­­overeenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991.

HOOFDSTUK II - Openbaar vervoer

Artikel 3 - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer

Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgisch Spoorwegen, (afgekort : NMBS) georganiseerde vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend worden op basis van het bare­ma, dat is opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen werd in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van de werkgeversbijdra­ge in het verlies geleden door de NMBS inge­volge de uitgifte van abonnemen­ten voor werklieden en bedienden.

Artikel 4 - Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het trein­vervoer

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de bij­drage van de werkgever in de prijs van de abonnemen­ten voor de verplaatsingen vanaf 5 km, berekend vanaf de vertrekhalte, vastge­steld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten :

a)    wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een over­eenstemmende af­stand, zonder evenwel 54 pct. van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden ;

b)    wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vast­gesteld en bedraagt zij 50 pct. van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werk­geverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonne­ment voor een afstand van 7 km te overschrijden.

Artikel 5 - Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer

Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeen­schappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts een vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeen­schappelijk openbaar vervoermiddel - zal de bijdrage van de werkgever gelijk zijn aan de werkgevers­tussen­komst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement.

Artikel 6

In elk ander geval dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in artikel 5, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend :

Þ   nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermid­del waarvan de werk­nemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3, 4, a) en b) en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opge­teld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.

Artikel 7 - Terugbetalingstijdstip

De bijdrage van de werkgever in de door de werknemers gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden voor de werknemer met een maandabonnement of ter gelegenheid van de betaalperiode die in de onder­­neming gebruikelijk is voor de vervoerbewijzen die geldig zijn voor een week.

Artikel 8 - Modaliteiten van terugbetaling

a)    De werknemers leggen aan de werkgevers een ondertekenende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 5 km een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven ; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in deze kortst mogelijke tijd mede te delen.

b)    De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werke­lijkheid strookt.

Artikel 9

De tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten zal betaald worden op voorlegging van de vervoer­bewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.

HOOFDSTUK III - Private vervoermiddelen

Artikel 10

§1        In de ondernemingen welke geen collectief vervoermiddel ter beschikking van de bedienden stellen, worden, voor de bedienden wier jaarlijkse brutobezoldiging 675.000 fr. berekend volgens de bijlage bij de hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991 niet overschrijdt en die gebruik maken van een privaat vervoermiddel, voor zover de kortst af te leggen afstand van hun woning tot de werkplaats in één enkele richting 10 km of meer bedraagt, volgende modaliteiten van tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten bepaald :

a)    de betrokken bedienden leggen aan de werkgever een ondertekende verklaring voor waarbij zij bevestigen dat zij geregeld een privaat vervoermiddel ge­bruiken om zich van hun woonplaats naar de werk­plaats te begeven, met vermel­ding van de afgelegde afstand. Bij elke wijziging van de toe­stand stellen zij de werkgever hierna onmiddellijk in kennis ;

b)    de werkgever mag op elk ogenblik controleren of deze verklaring met de werke­lijkheid strookt ;

c)    het aantal in aanmerking te nemen kilometers wordt in gemeen overleg vastge­steld op het vlak van de onderneming en vermeld in de sub a) bedoelde verkla­ring.

Met ingang van 1 januari 1998 wordt het bedrag van hogervermelde jaarlijkse brutobezoldiging op 800.000 fr. gebracht.

§2        De tussenkomst van de werkgever is gelijk aan 50 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abon­ne­ment, bepaald bij artikel 3 van het ministerieel besluit van 10 december 1990 houdende wijziging van de prijzen voor het vervoer van reizigers op het net van de NMBS, voor het overeen­stemmende aantal kilometers.

De tussenkomst van de werkgever zal nochtans, voor eenzelfde aantal kilometers, nooit hoger kunnen zijn dan de tussenkomst op basis van het barema, bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 11

De tussenkomst van de werkgever in de door de bedienden gedragen vervoerskosten wordt maandelijks betaald.

De tussenkomst van de werkgever vindt slechts plaats voor de dagen van aanwezigheid op het werk, volgens de modaliteiten vastgesteld bij artikel 10.

HOOFDSTUK IV -         Door de onderneming met de financiële deelneming van de bedienden georganiseerd vervoer of door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd vervoer.

Artikel 12

Ingeval het transport is georganiseerd door de werkgever, met de financiële deelneming van de werknemers, of indien de werkgever een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten heeft georganiseerd, dient, wat zijn bijdrage in de kosten van vervoer der werknemers betreft, een oplossing te wor­den gezocht die is ingegeven door de bepalingen van onderhavige overeenkomst en door de volgende overwegingen :

-      voor het door de ondernemingen met financiële deelneming van de bedienden georganiseerd vervoer, wordt de tussenkomst van de ondernemingen berekend met inachtneming van de door de ondernemingen reeds gedragen lasten voor de orga­nisatie van dat vervoer ;

-      voor het door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georga­ni­seerd vervoer en ingeval de bedienden eveneens gemeen­schappelijke openbare vervoermiddelen gebruiken, wordt de tussenkomst van de werkgever berekend op basis van de totale met een gemeen­schappelijk openbaar vervoermiddel afgelegde afstand met aftrek nochtans van de kosten welke de onder­neming reeds draagt voor het door haar georganiseerd vervoer ;

-      de financiële tussenkomst van de bedienden mag echter niet hoger zijn dan het bedrag, bepaald als werk­gevers­tussenkomst bij artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

-      de verworven rechten van de bedienden blijven echter behouden.

HOOFDSTUK V - Tussenkomst voor alle werknemers

Artikel 13

Aan alle bedienden wordt daarenboven een vergoeding van 10 fr. per werkelijk gepresteerde arbeidsdag betaald, ongeacht de wijze van verplaatsing van en naar het werk.

HOOFDSTUK VI - Duur van de overeenkomst

Artikel 14

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en is gesloten voor onbepaalde duur.

 

B. Commentaar

1.     Voor de schaal v.d. werkgeversbijdrage in de vervoerskosten, zie onze documentatiebladen nr. 252.2.19.3.

2.     Het is duidelijk dat de bijkomende vergoeding van 10 fr. per werkelijk gepres­teerde arbeidsdag ook verschuldigd is aan die bedienden welke geen aanspraak kunnen maken op de normale werkgevers­tussen­komst in de vervoerskosten, b.v. omdat zij zich verplaatsen met een openbaar vervoermiddel en wonen op een afstand van minder dan 5 km van de arbeidsplaats of omdat zij zich verplaat­sen met een privé-vervoer­middel en de afstand tussen hun woning en de werk­plaats minder dan 10 km bedraagt.

3.     De vraag kan gesteld worden of de bijkomende vergoeding van 10 fr. per werke­lijk gepresteerde arbeidsdag ook verschuldigd is aan die bedienden die in werkelijkheid geen verplaatsingskosten te dragen hebben b.v. omdat zij in de onmiddellijke nabijheid van de onderneming wonen en de korte afstand naar de arbeids­plaats te voet afleggen. Wij zijn van mening dat de opname van de onderhavige bepaling in een collectieve arbeids­overeen­komst betreffende de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten een voldoende argument is om te beweren dat die forfaitaire vergoeding enkel verschuldigd is wanneer een werknemer werkelijk verplaatsingskosten te dragen heeft. Een andere oplossing zou er overigens toe leiden dat men de forfai­taire vergoeding dient te beschouwen als een premie waarop bijdragen voor de sociale zekerheid dienen te worden betaald.

4.     De zinsnede "aan alle bedienden" in art. 13 dient o.i. eveneens geïnter­preteerd te worden in die zin dat dit artikel niet in tegenspraak kan zijn met art. 1, dat het toepassingsgebied van de CAO bepaalt. m.a.w., de vergoeding van 10 fr. per werkelijk gepresteerde arbeidsdag is verschuldigd aan alle bedienden waarvan het jaarlijks loon gelijk is aan of lager dan 1.200.000 fr.

C. Samenvatting

De bovenstaande reglementering kan als volgt worden samengevat.

1.   Rechthebbenden :

·       voor het gemeenschappelijk openbaar vervoer :

de bedienden waarvan de jaarlijkse brutobezoldiging 1.200.000 fr. niet overschrijdt.

·       voor privé-vervoermiddelen :

de bedienden waarvan de jaarlijkse brutobezoldi­ging 800.000 fr. niet over­schrijdt.

2.   Vervoermiddelen : alle openbare- en privé-vervoermiddelen.

3.   Bedrag :

·       Vervoer per spoor : volgens schaal (zie onze interprofessionele documenta­tie nr. 252.2.19.3)

·       Andere openbare vervoermiddelen :

a)   prijs in verhouding tot de afstand :

volgens schaal zonder 54 % van de werkelijke prijs te overschrijden.

b)   eenheidsprijs :

forfaitair, 50 % van de effectieve prijs (volgens schaal), voor een afstand van 7 km.

·       Gecombineerd openbaar vervoer : volgens schaal

·       Privé-vervoermiddelen : 50 % van de treinkaart NMBS (volgens schaal)

4.   Afstand :

·       Openbare vervoermiddelen : 5 km en meer.

·       Privé-vervoermiddelen : 10 km en meer.

 

D. Praktische schikkingen

Voor de aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat GROEP S - Sociale Samenwerking, vzw.

Uit de tekst van de CAO blijkt dat de sociale partners de bijkomende vergoe­ding van 10 fr. per werkelijk gepres­­teerde arbeidsdag rekenen tot de vergoedin­gen door de werkgever aan de bedienden toegekend als terug­betaling van hun per­soon­lijke reiskosten van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling, waar­van een gedeelte niet gerekend wordt tot de belastbare inkomsten. Het volstaat dat U op de prestatieopgaven onder de code 290 het aantal dagen vermeldt waarop de bediende recht heeft op de onderha­vige vergoeding.

 

 


Historiek
01/01/2024 31/12/2050 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
01/01/2022 31/12/2023 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
01/09/2019 31/12/2021 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
29/08/2017 31/08/2019 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
01/01/2015 28/08/2017 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
01/04/2014 31/12/2014 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
01/01/2012 31/03/2014 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
01/01/2010 31/12/2011 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
01/02/2009 31/12/2009 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
01/04/2001 31/01/2009 1201 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten
01/01/1997 31/03/2001 1201 12 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten