De instapstage in Brussel


61857

De Brusselse Regering heeft de nieuwe instapstage voorzien op het federaal niveau (zie in dit verband ons vorige artikel: "Naast de IBO, de nieuwe instapstage in 2013: waarover gaat het?") uitgevoerd.

Hieronder vatten we de regelgeving van toepassing in het Brussels Gewest samen (COCOF).

Principe

De instapstage is bedoeld om de middelmatig of laaggeschoolde jongere, kennis te laten maken met de arbeidsmarkt.

Beoogde werkgevers

Alle ondernemingen, VZW of administratieve overheid.

Beoogde stagiairs

Om een instapstage te doen moet de jongere die minder dan 30 jaar oud is, de volgende voorwaarden vervullen:

  • Bij het begin van de stage, ingeschreven zijn als niet werkende werkzoekende bij de bevoegde dienst voor tewerkstelling (ACTIRIS, ADG, FOREM of VDAB) en nog in de beroepsinschakelingstijd verkeren. 
  • Maximum middelmatig of laaggeschoold zijn (cf. doelgroepvermindering Jongeren).
  • Positief meewerken aan de begeleidingsinitiatieven van de bevoegde dienst voor werkgelegenheid (ACTIRIS, ADG, FOREM of VDAB). 

Procedure

Om een instapstage te bekomen moet de werkgever zich eerst tot het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding wenden.

De stage moet worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de partijen, d.w.z. de werkzoekende, de werkgever en het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, vooraleer de werkzoekende in de onderneming actief wordt. Het model hiervan wordt opgemaakt door de raad van bestuur van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding.

Instapovereenkomst

De instapovereenkomst wordt aangegaan door de werkgever, het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding en de werkzoekende vooraleer die laatste ook maar enig werk verricht bij de werkgever.

De instapstage gaat ten vroegste in na de zesde maand en ten laatste op de laatste dag van de beroepsinschakelingsstage.

De stage heeft een wettelijke duur van minstens 3 maanden en hoogstens 6 maanden. 

De helft van de stageduur mag doorlopen worden buiten de onderneming in een opleidings- of begeleidingsproject dat is goedgekeurd door de bevoegde dienst voor beroepsopleiding.

Het beheerscomité van het instituut beslist of een werkzoekende een individuele of collectieve beroepsopleiding in onderneming kan genieten. Het beslist ook over de stopzetting of de voortzetting van de opleiding.

De instapstage is voltijds.

Verplichtingen van de werkgever

De werkgever verzekert de leerling die de instapstage volgt in zijn onderneming, vzw of administratieve overheid tegen arbeidsongevallen en ongevallen op de weg van/naar de opleidingsplaats. De verzekering waarborgt dezelfde dekking als die vermeld in de wet  van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen en de uitvoeringsbesluiten ervan. Bij ongeval wordt de vergoeding berekend op basis van de wedde  waarop een meerderjarige bediende als weddetrekkende  recht heeft in het aan te leren beroep.

Toegekende hulp

In de instapstage betaalt de werkgever geen bezoldiging maar een aanvullende stage-uitkering die vrij is van patronale en persoonlijke sociale bijdragen.

De stagiair krijgt:

  • Van de RVA een stage-uitkering welk een dagbedrag is dat jaarlijks wordt aangepast (dagbedrag van de stage-uitkering = 26,82 euro);
  • Een productiviteitspremie :maandelijkse vergoeding van  200 euro. De vergoeding wordt tot de helft herleid voor een halftijdse instapstage.

Cumul

De stagiair blijft een werkzoekende(d.w.z. hij behoudt de werkloosheids- of wachtuitkering of het leefloon) gedurende de instapstage.

Indien op het einde van de stage de stagiair wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst (geen verplichting) bij de werkgever kan hij eventueel een overheidssteun genieten voor die aanwerving (RSZ-bijdrageverminderingen,…).

Geldigheidsduur

De onderhavige regeling treedt in werking op 1 april 2013 voor een onbepaalde duur.