Fiscale vrijstelling ontslagvergoedingen wordt afgeschaft vanaf 1 januari 2014


64662

Ingevolge het eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carensdag en begeleidende maatregelen wordt de beperkte belastingvrijstelling op ontslagvergoedingen vanaf 1 januari 2014 afgeschaft. 

Die beperkte vrijstelling was pas van kracht sinds 2012 en gold onder bepaalde voorwaarden voor de vergoedingen die werknemers ontvingen naar aanleiding van een ontslag. Het betrof zowel opzeggingsvergoedingen toegekend in geval van een onmiddellijk ontslag als de ontvangen bezoldigingen tijdens een te presteren opzeggingstermijn. Voor meer informatie over de precieze voorwaarden en modaliteiten van die beperkte belastingvrijstelling verwijzen wij naar ons artikel van 21 november 2011 daaromtrent.

De beperkte belastingvrijstelling zal niet langer mogen worden toegepast op vergoedingen die worden betaald naar aanleiding van een ontslag (opzegging of verbreking) dat ten vroegste vanaf 1 januari 2014 wordt betekend aan de werknemer.

Ondanks de afschaffing van die maatregel, voorziet de wet echter nog twee hypotheses waarin de beperkte belastingvrijstelling wel nog geldt:

  1. Indien het ontslag nog vóór 1 januari 2014 datum ter kennis van de werknemer werd gebracht, blijft die vermindering nog van toepassing. Op die manier kan ze dus doorwerken tot na 1 januari 2014 (vb. wanneer de opzeggingstermijn verderloopt na die datum). Voor die ontslagen geldt nog het vrijgestelde bedrag voor inkomstenjaar 2013, aanslagjaar 2014, namelijk 640 EUR.
  2. De beperkte belastingvrijstelling blijft eveneens na 1 januari 2014 van toepassing wanneer het ontslag wordt gegeven door de werkgever vanaf 1 januari 2014 aan de werknemer die de volgende voorwaarden op cumulatieve wijze vervult:

    • hij maakt het voorwerp uit van een ontwerp van collectief ontslag dat ten laatste aan de directeur van de subregionale tewerkstellingsdienst werd betekend op 31 december 2013;
    • hij valt onder het toepassingsgebied van een collectieve arbeidsovereenkomst die de gevolgen van het collectief ontslag omkadert en die ten laatste op 31 december 2013 werd neergelegd op de griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. 

In die hypothese zal wel het basisbedrag van 2014 van toepassing zijn. Het betreft een basisbedrag van 850 EUR, dat nog moet worden geïndexeerd met de indexatiecoëfficiënt voor het aanslagjaar 2015. Het geïndexeerde bedrag werd helaas nog niet gepubliceerd. Wij brengen u daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte.