Sociale bijdragen: een woordje uitleg


64012

In dit artikel wensen wij u in het kort uit te leggen wanneer er sociale zekerheidsbijdragen betaald moeten worden, hoe de voorschotten berekend worden en op welke wijze er nog een herverdeling van de sociale lasten plaatsvindt.

Algemene regeling

In principe betaalt een werkgever elk kwartaal sociale zekerheidsbijdragen. Dit houdt in dat de bijdragen ten laatste betaald moeten zijn op de laatste dag van de maand volgend op het betrokken kwartaal.

1ste kwartaal 2de kwartaal 3de kwartaal 4de kwartaal
30 april 31 juli 31 oktober 31 januari

Er bestaan enkele redenen waarom je een credit- of debetbericht zou hebben ontvangen en nog zult ontvangen.

a) Voorschotten

Zoals reeds gesteld werd, zijn sociale zekerheidsbijdragen in principe elk kwartaal verschuldigd. Indien voor het voorlaatste kwartaal (K-2) een bedrag aan sociale zekerheidsbijdragen werd betaald dat hoger is dan 6 197,64 EUR, dan is de betaling van voorschotten vereist.

Deze voorschotten kunnen berekend worden als een percentage van eerder betaalde bijdragen of kunnen een vast bedrag zijn. Zij zijn steeds verschuldigd op de vijfde dag van iedere maand:

  • Percentages: indien de werkgever meer heeft betaald dan 6 197,34 EUR aan sociale zekerheidsbijdragen voor K – 2 én sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd is voor K – 4 (het vierde laatste kwartaal), dan zullen de voorschotten berekend worden als een percentage van de bijdragen betaald voor K – 4:
  1ste voorschot 2de voorschot 3de voorschot
  bedrag betaaldag bedrag betaaldag bedrag betaaldag
1ste kwartaal 30 % van K - 4 5 februari 30 % van K - 4 5 maart 25 % van K - 4 5 april
2de kwartaal 30 % van K - 4 5 mei 30 % van K - 4 5 juni 25 % van K - 4 5 juli
3de kwartaal 30 % van K - 4 5 augustus 30 % van K - 4 5 september 25 % van K - 4 5 oktober
4de kwartaal 30 % van K - 4 5 november 35 % van K - 4 5 december 15 % van K - 4 5 januari
  • Vaste voorschotten:

    • verschuldigd wanneer:

      • de werkgever geen sociale zekerheidsbijdragen diende te betalen voor K-2; of,
      • de werkgever betaalde meer dan 6 197,34 EUR aan sociale zekerheidsbijdragen voor K-2, maar betaalde geen sociale zekerheidsbijdragen voor K-4;
    • een vast maandelijks bedrag van 450,00 EUR voor iedere werknemer, vanaf de derde werknemer die door de werkgever wordt tewerkgesteld op het einde van de voorlaatste maand (m – 2). 

b) Debetbericht betreffende jaarlijkse vakantie

De werkgever ontvangt ieder jaar een debetbericht in maart. Dit debetbericht betreft de financiering van de jaarlijkse vakantie voor arbeiders. Meer precies is het bedrag, zijnde 10,27% van de brutolonen van de arbeiders, verschuldigd op 31 maart en moet het uiterlijk op 30 april zijn betaald. 

c) Herverdeling van sociale lasten

Jaarlijks herverdeelt de overheid de sociale lasten tussen verschillende werkgever. Dit resulteert in een credit- en debetbericht gebaseerd op de volgende regels: 

- Creditbericht (teruggave van de sociale zekerheidsbijdrage)

Op 1 juli berekent de overheid de teruggave van sociale zekerheidsbijdragen voor iedere werkgever. Het bedrag van dit creditbericht is gelijk aan 11,50 % van het bedrag van de sociale zekerheidsbijdragen (inclusief de werknemersbijdragen) en de bijdragen voor beroepsziekten verschuldigd in de vier kwartalen van het voorafgaande kalenderjaar.

Bepaalde bijdragen zijn uitgesloten van de berekeningsbasis:

  • De bijdrage (10,27%) voor de jaarlijkse vakantie voor arbeiders;
  • De bijdrage voor arbeidsongevallen;
  • De loonmatigingsbijdrage;
  • Alle bijzondere bijdragen.

Bovendien is het creditbericht gelimiteerd tot:

  • 359,45 EUR per kwartaal indien het bedrag dat per kwartaal in aanmerking wordt genomen zich bevindt tussen 5 453,66 EUR en 26 028,82 EUR;
  • 272,68 EUR per kwartaal indien het bedrag dat per kwartaal in aanmerking wordt genomen meer bedraagt dan 26 028,82 EUR.

- Debetbericht (bijkomende compenserende bijdrage)

In ruil voor de teruggave van de sociale zekerheidsbijdragen moeten sommige werkgevers een bijkomende compenserende bijdrage betalen. Deze bijkomende compenserende bijdrage is enkel verschuldigd door werkgevers wiens jaarlijkse sociale zekerheidsbijdragen 26 028,82 EUR overschrijden. Deze bijdrage is gelijk aan 1,55 % van het bedrag van de sociale zekerheidsbijdragen dat 26 028,82 EUR overschrijdt en is beperkt tot  195 706,00 EUR in 2013. 

Regeling in de bouwsector

In het paritair comité voor het Bouwbedrijf is het maandelijks vast voorschot gelijk aan 700,00 EUR. Dit maandelijks voorschot is verschuldigd op de 5de dag van iedere maand.

Het voorschot is verschuldigd door de werkgever die geen verplichting had om bijdragen te betalen voor K-4 en/of K-2. Deze werkgever dient maandelijkse voorschotten te betalen van 700 EUR vanaf de derde arbeider die tewerkgesteld was op het einde van de voorlaatste maand.

Het maandelijks voorschot is eveneens verschuldigd door de werkgever die een verhoging kent van drie werknemers ten opzichte van K-4. De werkgever dient – bovenop de percentuele voorschotten – een voorschot van 700,00 EUR te betalen vanaf de derde bijkomende arbeider.

Wanneer dit voorschot niet op correcte wijze wordt betaald, dan zal dit gekwalificeerd worden als ‘sociale schulden’. Dit betekent dat de medecontractanten verplicht worden om een inhouding te doen van 35 % van de prijs van de werken (zo niet zullen zij hoofdelijk aansprakelijk zijn).