Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) : het (klik)systeem voor het behoud van de rechten verduidelijkt


61951

Inleiding

In de komende jaren zullen de voorwaarden inzake leeftijd en anciënniteit voor de toekenning van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (hierna SWT) geleidelijk verstrengd worden met als gevolg dat sommige ontslagen werknemers niet meer aan die voorwaarden zullen voldoen.

Bijvoorbeeld : een werknemer (man) bereikt de leeftijd van 58 jaar in 2014 en heeft op dat ogenblik een beroepsverleden van 38 jaar. In zijn bedrijfstak werd een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten over het SWT – lange loopbaan voor de periode 2013-2014. In 2014 dient de werknemer, om van het SWT – lange loopbaan te kunnen genieten 58 jaar oud zijn en 38 jaar gewerkt hebben. Als de arbeidsovereenkomst van die werknemer eindigt in 2014, dan heeft hij recht op het statuut van werkloze met bedrijfstoeslag. Indien ze daarentegen eindigt in 2015 voldoet hij niet aan de gestelde voorwaarden en kan hij dus ook niet van dit statuut genieten (in 2015, zijn de voorwaarden de volgende: 60 jaar en 40 jaar loopbaan).

Om dit te voorkomen zouden de betreffende werknemers geneigd kunnen zijn om zo snel mogelijk in het SWT te stappen zolang de voorwaarden nog niet verstrengd zijn. Dat druist echter regelrecht in tegen de bedoeling om de werknemers zo lang mogelijk aan de slag te houden.

Om die reden werd er een mechanisme bedacht om de rechten van werknemers vast te klikken (kliksysteem). Op 14 oktober 2012 trad het koninklijk besluit van 20 september 2012 over het werkloosheidsstatuut  in werking (zie ons artikel van 9 november 2012). Dankzij dit koninklijk besluit kan de werknemer, nog vooraleer hij ontslagen wordt, aan de RVA vragen dat deze zijn recht op het SWT « bevriest » als hij in een periode waarin een CAO van kracht is, de vereiste leeftijd en anciënniteit bereikt. Er was niet voorzien in een verplichte kennisgeving aan de werkgever. Nochtans moeten niet alleen de loopbaan- en anciënniteitsvoorwaarden vervuld zijn om van het statuut van werkloze met bedrijfstoeslag te genieten. De betrokken werknemer moet eveneens aanspraak kunnen maken op een aanvullende vergoeding. Als de CAO die het recht op die aanvullende vergoeding instelt niet meer van kracht is op het ogenblik van het ontslag, dan zal het recht dat de werknemer heeft op grond van het voornoemde koninklijk besluit niet volledig zijn: hij kan immers geen aanspraak maken op de betaling van een aanvullende vergoeding op basis van die CAO.

Om die reden sloten de sociale partners op 28 maart 2013 CAO nr. 107 af, die een kliksysteem invoert met betrekking tot het recht op de aanvullende vergoeding. Die CAO bevat een bijzondere procedure waarmee de werkgever, vóór het ontslag, kan nagaan of die werknemer recht heeft op een bedrijfstoeslag op basis van dit kliksysteem.

De CAO nr. 107 stemt dus het kliksysteem voor het statuut van werkloze met bedrijfstoeslag volledig af op het recht op de aanvullende vergoeding. Daartoe hebben de sociale partners gevraagd dat het koninklijk besluit van 20 september 2012 wordt aangepast om de data ervan op dezelfde lijn te zetten als van die van de CAO nr. 107.

Het kliksysteem

Dit systeem "verankert" de eventuele rechten die de werknemers hebben verworven vóór de ingaande verstrenging van de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden om zo de werknemers aan te moedigen langer te blijven werken.

Met het kliksysteem kan de werknemer zijn recht op het SWT « bevriezen ». Aldus kan de werknemer die op een bepaald ogenblik de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden van het SWT vervult, blijven werken zonder zijn recht op het SWT nadien te verliezen als gevolg van strengere voorwaarden. Mocht hij dan later ontslagen worden dan zal er worden rekening gehouden met de leeftijd- en loopbaanvoorwaarden die in het verleden werden bevroren, zelfs al zijn die niet meer dezelfde als die welke van kracht zijn op het einde van de arbeidsovereenkomst.

We komen terug op ons voorbeeld : in 2014 wordt de werknemer 58 jaar oud en heeft hij 38 jaar gewerkt.  De werkgever beëindigt de arbeidsovereenkomst in 2015. De arbeidsovereenkomst neemt eveneens effectief een einde in 2015. Dat heeft tot gevolg dat noch de leeftijdsvoorwaarde (59 i.p.v. 60 jaar) vervuld zal zijn, noch de loopbaanvoorwaarde (39 i.p.v. 40 jaar). Aangezien echter in  2014 de voorwaarden vervat in de sectorale CAO 2013-2014 vervuld waren (het recht op het SWT werd immers bevroren in 2014), zal deze werknemer van het SWT kunnen genieten in 2015, zelfs als vervult hij de voorwaarden niet die van toepassing zijn op het ogenblik dat zijn arbeidsovereenkomst eindigt.

Voorwaarden om het kliksysteem te genieten

Laten we er meteen op wijzen dat dit klikmechanisme slechts betrekking heeft op het SWT op 60 jaar (CAO  nr.° 17) en het SWT op 58 jaar – lange loopbanen. Het ontslag (datum van de betekening) mag overigens buiten de geldigheidsperiode van de CAO liggen. Het kliksysteem wordt immers niet ingeschakeld op het ogenblik van ontslag.

Om via het kliksysteem van de aanvullende vergoeding te kunnen genieten, moeten volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • de werknemer moet worden afgedankt door dezelfde werkgever waarmee hij verbonden was toen hij voldeed aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarde van de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst. Verandert de werknemer van werkgever tussen het ogenblik dat hij zijn rechten op het SWT verankert en zijn afdanking, dan zal hij geen aanspraak kunnen maken op rechten die hij bevroren heeft;
  • op het ogenblik dat de werknemer zijn rechten gaat vastklikken en dus op het ogenblik dat hij de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarde vervult, moet er een collectieve arbeidsovereenkomst  of een collectief akkoord bestaan (anders gezegd : er moet een CAO bestaan op het ogenblik van het vastklikken). Indien het gaat om het SWT 58 jaar – lange loopbaan, moet deze collectieve arbeidsovereenkomst of dit collectief akkoord gesloten en neergelegd zijn vóór 1 januari 2012. Deze collectieve arbeidsovereenkomst of collectief akkoordmag gesloten zijn na 31 december 2011 op voorwaarde dat zij een ononderbroken verlenging uitmaakt van een collectieve arbeidsovereenkomst resp. collectief akkoord dat gesloten en neergelegd werd vóór 1 januari 2012 ;
  • de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarde die van kracht zijn na 31 december 2011 moeten vervuld zijn en zulks ongeacht of die leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarde niet of niet meer dezelfde zijn als die van toepassing op het ogenblik van het ontslag. Bijgevolg zal een werknemer die in  2010 of 2011 voldeed aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarde die destijds van toepassing waren gedurende de duur van een CAO over het SWT, het kliksysteem niet kunnen gebruiken;
  • ten slotte zal het recht op een aanvullende vergoeding op basis van het kliksysteem slechts uitgeoefend kunnen worden na afgifte van een attest aan de werkgever op diens verzoek, volgens een speciale procedure (zie hierna).

Informatie van de werkgever door de attestprocedure voor het kliksysteem

Vooraleer over te gaan tot ontslag kan de werkgever schriftelijk aan de werknemer vragen of hij voldoet aan de toepassingsvoorwaarden van het kliksysteem. Er is geen enkele termijn vereist binnen welke de werkgever het attest moet vragen (als het maar vóór het ontslag is). Het is bovendien ook niet nodig dat de werkgever van plan is om de werknemer te ontslaan. Zo zou de werkgever éénmaal per jaar aan al zijn werknemers die een bepaalde leeftijd bereiken (58 jaar), kunnen vragen of zijn voldoen aan de voorwaarden van het kliksysteem.

Dat de werknemer die voorwaarden vervult, moet worden vastgesteld in een attest van de RVA. Dit attest bevestigt dat de betreffende werknemer van het kliksysteem geniet.

Van zodra de werknemer in het bezit is van de geschreven vraag van de werkgever heeft hij een maand tijd om een attestaanvraag in te dienen bij de betalingsinstelling van zijn keuze. Van zodra dit RVA-attest is afgeleverd  door de betalingsinstelling heeft de werknemer opnieuw een maand tijd om dit attest aan de werkgever te bezorgen. Dit attest wordt per aangetekend schrijven aan de werkgever bezorgd of gewoon aan hem overhandigd nadat hij het dubbel ervan voor ontvangst heeft getekend.

Na al die formaliteiten :

  • verstrekt de werknemer tijdig het attest aan de werkgever die het heeft gevraagd. Dit attest bindt de werkgever: de betreffende werknemer behoudt het genot van de aanvullende vergoeding als hij later wordt ontslagen; of,
  • verstrekt de werknemer het door de werkgever gevraagde attest laattijdig. Het kliksysteem zal niet tegenstelbaar zijn aan de werkgever; of,
  • kan de werkgever niet bewijzen dat hij aan de werknemer dergelijk attest gevraagd heeft vóór het ontslag. In dat geval blijft het kliksysteem geldig en de betreffende werknemer behoudt het genot van de aanvullende vergoeding als hij later wordt ontslagen; of,
  • ontslaat de werkgever de werknemer vooraleer het gevraagde attest ontvangen te hebben. In dat geval is het kliksysteem tegenstelbaar.

Andere toepassingsmodaliteiten

Met betrekking tot andere SWT-aspecten zoals het bedrag, de berekening en de aanpassing van de aanvullende vergoeding, het verbod van cumul met andere voordelen en de toe te passen ontslagprocedure, moet er gekeken worden naar de collectieve arbeidsovereenkomst die van kracht is wanneer de betreffende werknemer wordt ontslagen. 

Als er geen dergelijke overeenkomst is, moet er gekeken worden naar de collectieve overeenkomst op basis waarvan de werknemer zijn rechten heeft vastgeklikt.

Het ogenblik dat in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de aanvullende vergoeding wordt samen door de werkgever en de betrokken werknemer bepaald. Als ze het niet eens geraken, wordt het bedrag van de aanvullende vergoeding berekend op de maand voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst.

Inwerkingtreding van de overgangsbepalingen

Het kliksysteem zoals hierboven uitgelegd werd van kracht op 1 april 2013. Bovendien is CAO nr. 107 van toepassing op de ontslagen gedaan vanaf 14 oktober 2012 en waarvoor aanvragen van werkloosheid met bedrijfstoeslag bij de RVA werden ingediend vanaf 1 april 2013.

De CAO nr. 107 bevat tevens een aantal overgangsbepalingen volgens welke het kliksysteem eveneens van toepassing zal zijn in de volgende gevallen, op voorwaarde dat de CAO die het recht op de aanvullende vergoeding toekent nog van kracht is op het ogenblik van het ontslag:

  • ontslagen gedaan vóór 14 oktober 2012 waarvoor de SWT-aanvragen door de werknemer bij de RVA tussen 14 oktober 2012 en 1 april 2013 werden ingediend met een door de werkgever ondertekende C4-RCC;
  • ontslagen gedaan vóór 14 oktober waarvoor de  SWT-aanvragen door de werknemer bij de RVA vanaf  1 april 2013 werden ingediend met een door de werkgever ondertekende C4-RCC;
  • ontslagen gedaan vóór 14 oktober waarvoor de  SWT-aanvragen door de werknemer bij de RVA vóór 1 april 2013 werden ingediend met een door de werkgever ondertekende C4-RCC.

Voor situaties die onder die overgangsmaatregelen vallen, is bijgevolg:

  • de attestprocedure van het kliksysteem niet van toepassing;
  • zijn de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden die dienen om de SWT-rechten (CAO nr. 17 of lange loopbanen) te bevriezen, die welke voorzien zijn vóór of na 31 december 2011. Die werknemers zullen zich dus kunnen beroepen op de voorwaarden bepaald vóór  1 januari 2012.