100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 08/03/2012
Geldig vanaf: 01/01/2011
Geldig tot: 31/12/2012

1 dag betaald anciënniteitverlof per schijf van 5 jaren dienst in de onderneming, met een totaal maximum van 7 dagen anciënniteitverlof per kalenderjaar

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 29 juni 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg. 

Wij geven u hierna de bepalingen inzake het anciënniteitsverlof.

TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie Limburg en ressorteren onder het Paritair Comité van de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.

Onder arbeiders verstaat men de arbeiders en arbeidsters.

ALGEMENE BEPALING

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het nationaal akkoord 2011-2012 voor arbeiders van 4 mei 2011 gesloten in het Paritair Comité voor de Scheikundige Nijverheid. 

(...)

ANCIENNITEITSVERLOF

Artikel 17 - Anciënniteitverlof

§1. Vanaf 1 januari 2011 wordt een extra dag ancienniteitsverlof toegekend vanaf 35 jaren dienst in de onderneming.

Het anciënniteitverlof wordt vanaf 2011 als volgt bepaald: 1 dag betaald anciënniteitverlof per schijf van 5 jaren dienst in de onderneming, met een totaal maximum van 7 dagen anciënniteitverlof per kalenderjaar.

Dat wil zeggen:

  • na 5 jaren dienst: 1 dag maximum per kalenderjaar;
  • na 10jaren dienst: 2 dagen maximum per kalenderjaar;
  • na 15jaren dienst: 3 dagen maximum per kalenderjaar;
  • na 20jaren dienst: 4 dagen maximum per kalenderjaar;
  • na 25jaren dienst: 5 dagen maximum per kalenderjaar;
  • na 30jaren dienst: 6 dagen maximum per kalenderjaar;
  • na 35jaren dienst: 7 dagen maximum per kalenderjaar.

§2. De anciënniteitsdag kan ten vroegste opgenomen worden in de maand die volgt op de maand waarin de vereiste anciënniteit wordt bereikt uitgezonderd de arbeiders die de vereiste anciënniteit bereiken tijdens de maanden november of december. Deze laatsten kunnen de anciënniteitsdag opnemen vanaf de maand waarin ze de vereiste anciënniteit bereiken.

De dag waarop de vereiste anciënniteit bereikt wordt, wordt beschouwd als het ijkpunt.

§3. Men kan enkel ancienniteitsverlof opnemen indien men in het betrokken kalenderjaar ook ook effectief prestaties levert.

Het ancienniteitsverlof kan niet worden overgedragen naar een volgend kalenderjaar.

§4. Voor de arbeiders die permanent tewerkgesteld zijn in weekend- of overbruggingsploegen gebeurt de toekenning van het aantal ancienniteitsdagen volgens het principe dat deze arbeiders recht hebben op een gelijk aantal dagen dan een voltijdse arbeider in een drieploegenstelsel in de betrokken onderneming.

Voor de opname van deze ancienniteitsdagen is voor deze arbeiders 1 ancienniteitsdag gelijk aan het product van het aantal effectief gepresteerde uren tijdens een normale arbeidsdag voor een voltijdse arbeider in een drieploegenstelsel in de betrokken onderneming, met een breuk, waarvan de noemer gelijk is aan het totaal aantal effectief gepresteerde uren tijdens een normale werkweek voor een voltijdse arbeider in een drieploegenstelsel in de betrokken onderneming en de teller gelijk is aan het totaal aantal effectief gepresteerde uren tijdens een normale weekend- of overbruggingsploeg in die onderneming.

§5. Vanaf 1 januari 2004 behoudt een arbeider die overgaat van een voltijds naar een deeltijds arbeidsregime het aantal anciënniteitsverlofdagen zoals hij die heeft opgebouwd in zijn voltijds arbeidsregime. De verdere opbouw van het aantal anciënniteitsverlofdagen als bepaald in dit artikel van deze collectieve arbeidsovereenkomst gebeurt rekening houdend met de tewerkstellingsbreuk op het ogenblik van de toekenning van de volgende anciënniteitsverlofdagen.

§6. Effect van tijdskrediet – thematisch verlof op het ijkpunt

  1. Thematisch verlof

    • ijkpunt: geen enkel effect op het ijkpunt. Behalve indien er minstens 12 maanden voltijds thematisch verlof werd toegekend dan worden alle volgende ijkpunten met deze afgesproken periode verschoven.
    • toekenning: in het geval van thematisch verlof zal de nieuw verworven anciënniteitsdag worden toegekend zonder rekening te houden met het arbeidsregime (tewerkstellingsbreuk) op het moment van het ijkpunt.
  2. Tijdskrediet

    • ijkpunt: geen enkel effect op het ijkpunt. Behalve indien er minstens 12 maanden voltijds tijdskrediet was afgesproken dan worden de ijkpunten met deze afgesproken periode verschoven.
    • toekenning: de nieuw verworven anciënniteitsdag zal worden toegekend rekening houdend met het arbeidsregime (tewerkstellingsbreuk) op het moment van het ijkpunt.

§7. Eventuele betere regelingen op ondernemingsvlak blijven bestaan.

(...)

GELDIGHEIDSDUUR

Artikel 23

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten voor een bepaalde duur van 2 jaar lopende van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, met uitzondering van artikelen 8,9 en 10. Het artikel 4bis is gesloten voor onbepaalde duur.

Deze laatste kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de Scheikundige Nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden en dit ten vroegste vanaf 30 september 2012. De poststempel geldt als bewijs.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
29/06/2011
Registratienr
109439
Geldig van
01/01/2011
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
25/07/2011
Registratiedatum
23/04/2012
Onderwerp
arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
11/05/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
17/07/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
22/10/2013
Keywords
MAALTIJDCHEQUES, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, VERLOF OM DWINGENDE REDEN, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), OPZEGGING/ONTSLAG

Historiek
01/01/2021 31/12/2022 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2019 31/12/2020 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2017 31/12/2018 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2015 31/12/2016 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2013 31/12/2014 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2011 31/12/2012 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2009 31/12/2010 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2007 31/12/2008 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2005 31/12/2006 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2004 31/12/2005 100203 Anciënniteitsverlof in de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
01/01/2002 31/12/2003 100203 Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg Anciënniteitsverlof
01/01/1999 31/12/2001 100203 Kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg - anciënniteitsverlof