In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 24 mei 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de betaling van een bepaald aantal carenzdagen per kalenderjaar. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 23 juni 2005 onder het nr. 75315/CO/116. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 7 juli 2005.

Zij vervangt de CAO van 7 mei 2003 algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 oktober 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

De C.A.O. werd algemeen verbindend verklaard bij K.B. van 10 oktober 2005 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 november 2005.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een commentaar.

A. Tekst CAO

Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Met “arbeiders” wordt verstaan: de arbeiders en de arbeidsters.

Situering

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig artikel 9 (carenzdag) van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 voor arbeiders, gesloten op 22 maart 2005 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Toekenningsmodaliteiten

Artikel 3

§1.    De eerste dag van arbeidsongeschiktheid van de arbeiders wegens ziekte of ongeval, genoemd “carenzdag”, en, overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, niet betaald door de werkgever, wanneer de duur van de arbeidsongeschiktheid geen veertien dagen bereikt, geeft aanleiding tot de volgende bepalingen, met dien verstande dat, sinds 1 januari 2004, krachtens het nationaal akkoord 2003-2004 voor arbeiders van de scheikundige nijverheid, de eerste en tweede carenzdagen, zaols hiervoor bedoeld, per kalenderjaar reeds aan de betrokken arbeiders worden betaald, en dat de derde carenzdag per kalenderjaar reeds wordt betaald aan de arbeiders die minstens 15 jaar anciënniteit in de onderneming tellen:

a)      vanaf 1 januari 2005 zullen aan de arbeiders die minstens 10 jaar anciëniteit tellen in de onderneming de carenzdagen door hun werkgever worden betaald.

Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfvlak blijven behouden.

b)      vanaf 1 januari 2006 zullen de carenzdagen aan de arbeiders door hun werkgever worden betaald.

§2. De bijkomende kost voortvloeiend uit dit artikel 3, § 1, kan door de ondernemingen aangerekend worden naar aanleiding van hun eventuele collectieve arbeidsovereenkomst besprekingen 2005-2006.

Geldigheid en opzegging

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde duur. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de betaling van een bepaald aantal carenzdagen per kalenderjaar, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 oktober 2003 (B.S. 19 november 2003) en treedt in werking op 1 januari 2005.

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.

B. Commentaar

Deze CAO legt een supplementaire verplichting op aan de werkgever.

Vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005:

      -Anciënniteit van minder dan 10 jaar :

In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte die minder dan veertien dagen duurt, is de werkgever verplicht, per kalenderjaar, tot betaling van de twee eerste carenzdagen, en vervolgens het gewaarborgd loon gedurende een periode van zeven kalenderdagen, ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.

-Anciënniteit van ten minste 10 jaar :

In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte die minder dan veertien dagen duurt, is de werkgever verplicht, per kalenderjaar, tot betaling van al de carenzdagen, en vervolgens het gewaarborgd loon gedurende een periode van zeven kalenderdagen, ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.

Vanaf 1 januari 2006 :

In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte die minder dan veertien dagen duurt, is de werkgever verplicht, per kalenderjaar, tot betaling van al de carenzdagen, en vervolgens het gewaarborgd loon gedurende een periode van zeven kalenderdagen, ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid en de anciënniteit.

·       Voorbeeld 1

1.   Een arbeider die minder dan 10 jaar anciënniteit telt is arbeidsongeschikt van 4 augustus tot en met 12 augustus 2005. De duur van de arbeidsongeschiktheid bedraagt dus negen dagen.

2.   Vervolgens is hij een tweede keer arbeidsongeschikt van 6  tot en met 16 oktober 2005.

3.   Vervolgens is hij een derde keer arbeidsongeschikt van 20 tot en met 30 december 2005

De arbeider werkt normaal vijf dagen per week, van maandag tot vrijdag. De werkgever is verplicht als volgt te betalen :

          ^1ste periode arbeidsongeschiktheid:

2^de periode arbeidsongeschiktheid:

3^de periode arbeidsongeschiktheid:

·       Legende :

CD       =    carenzdag

GWL   =    gewaarborgd weekloon

TW      =    tweede week

·       Voorbeeld 2

Een arbeider is arbeidsongeschikt van 3 tot en met 11 januari 2006. De duur van de arbeidsongeschiktheid bedraagt dus negen dagen.

De arbeider werkt normaal vijf dagen per week, van maandag tot vrijdag. De werkgever is verplicht als volgt te betalen :

periode arbeidsongeschiktheid:

·       Legende :

CD       =    carenzdag

GWL   =    gewaarborgd weekloon

TW      =    tweede week