13 Kort verzuim
Paritair (sub-)Comité nr.:
226.00.00-00.00
Bijwerking: 19/07/2000
Geldig vanaf: 01/01/2000
Geldig tot: 31/12/2002
In het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken werd er op 2 maart 1998 een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale verlofdagen, algemeen gesloten. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 april 1999, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 25decembre 1999.
Deze CAO van 2 maart 1998 werd gewijzigd :
- door de CAO van 21 mei 1999, neergelegd bij de griffie van de Dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen op 8 juni 1999 en geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51.323/CO/226. Het bericht van neerlegging van deze CAO verscheen in het Belgisch Staatsblad van 5augustus 2000 ;
- en door de CAO van 12 mei 2000, neergelegd bij de griffie van de Dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen op 12 mei 2000 en geregistreerd op 19 mei 2000 onder het nummer 54.967/CO/226. Het bericht van neerlegging van deze CAO verscheen in het Belgisch Staatsblad van 23 juni 2000.
Wij geven u hierna de gecompileerde bepalingen betreffende het kort verzuim.
Gecompileerde bepalingen
HOOFDSTUK I: Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.
…
HOOFDSTUK III - Kort verzuim
Artikel 8
De bediende heeft het recht, met behoud van zijn normale wedde, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten welke hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven voor een als volgt bepaalde duur:
Reden van de afwezigheid |
Duur van de afwezigheid |
|
|
1° Huwelijk van de bediende. |
Drie dagen door de bediende te kiezen. |
|
|
2° Huwelijk van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de bediende. |
De dag van het huwelijk. |
|
|
3° Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de bediende . |
De dag van de plechtigheid. |
|
|
4° Geboorte van een kind van de bediende zo de afstamming van dit kind langs vaderszijde vaststaat.
|
Drie dagen door de bediende te kiezen. |
5. Miskraam van de echtgenote van de bediende |
Twee werkdagen. |
|
|
6° Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de bediende. |
Drie dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Geen beperking is opgelegd betreffende de periode tijdens dewelke het verlof kan opgenomen worden in geval van overlijden van de echtgeno(o)t(e), van een kind, van de vader of van de moeder van de bediende. |
|
|
7° Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind ,van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de bediende inwoont |
Twee dagen door de bediende te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. |
|
|
8° Overlijden van een bij de bediende inwonend familielid dat niet is vernoemd in artikel 8 nr. 7. |
Eén werkdag. |
|
|
9° Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind ,van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die niet bij de bediende inwoont . |
De dag van de begrafenis. |
|
|
10° Plechtige communie van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e). |
De dag van de plechtigheid of een werkdag indien de dag van de plechtigheid samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag. |
|
|
11° Deelneming van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dit feest plaatsheeft.
|
De dag van de plechtigheid of een werkdag indien de dag van het feest samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag. |
|
|
12° Verblijf van de dienstplichtige bediende in een rekrutering- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekrutering- en selectiecentrum. |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen. |
|
|
13° Verblijf van de bediende-gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen. |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen. |
|
|
14° Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter.
|
De nodige tijd met een maximum van één dag. |
15° Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
|
|
16° Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. |
De nodige tijd. |
|
|
17° Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau van stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
|
|
18° Het onthaal van een kind in het gezin van de bediende in het kader van een adoptie.
|
Drie dagen naar keuze van de bediende in de maand volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin. De deeltijdse bedienden hebben het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de dagen en perioden bedoeld in het eerste lid die samenvallen met de dagen en perioden waarop zij normaal zouden gewerkt hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen in dezelfde beperkingen als deze bedoeld in het eerste lid. |
Artikel 9
Voor de toepassing van artikel 8, nrs. 2, 3, 6, 10 en 11, wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.
Artikel 10
Voor de toepassing van artikel 8, punten. 7 en 9, worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de bediende gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de bediende.
Artikel 10bis
Voor de toepassing van het Hoofdstuk III kort verzuim, wordt de persoon met wie de bediende wettelijk samenwoont, zoals geregeld door artikel 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e) van de bediende.
Artikel 11
Daar waar gunstiger voorwaarden dan deze vermeld onder dit hoofdstuk in gebruik zijn, blijven deze gehandhaafd.
…
HOOFDSTUK VII - Slotbepalingen
Artikel 14
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 januari 1998 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd mits een opzegging van drie maand, betekend aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties. Deze opzegging kan ten vroegste ingaan op 1 januari 2000.
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2022 | 31/12/2050 | 13 Klein verlet |
25/07/2021 | 31/12/2021 | 13 Klein verlet |
01/07/2019 | 24/07/2021 | 13 Klein verlet |
01/01/2015 | 30/06/2019 | 13 Kort verzuim |
01/01/2003 | 31/12/2014 | 13 Kort verzuim |
01/01/2000 | 31/12/2002 | 13 Kort verzuim |