Tijdelijke werkloosheid ingevolge overmacht omwille van het Coronavirus: wie betaalt de feestdag van 1 mei?


100170

De Dag van de Arbeid (1 mei) is een door de werkgever te betalen feestdag. Wanneer deze valt tijdens de eerste 14 ononderbroken kalenderdagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, dan betaalt de werkgever deze dag. De werknemer ontvangt geen uitkering van de RVA.

Vrijdag 1 mei a.s. vieren we de Dag van de Arbeid. Wat met de verloning van de werknemers die tijdelijk werkloos zijn? Wie gaat hen deze feestdag betalen?

1. Principe

Als algemeen principe geldt dat de werknemer recht heeft op loon voor elke wettelijke feestdag (of vervangingsdag) waarop hij normaal gezien had moeten werken.

Voor meer informatie omtrent de feestdagen en het bepalen van de vervangingsdagen voor zowel voltijdse als deeltijdse werknemers, verwijzen wij u naar ons artikel van 4 november 2019.

Een bijzondere regeling geldt evenwel wanneer wettelijke feestdagen vallen tijdens periodes van tijdelijke werkloosheid.

2. Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht

Een groot deel van de werknemers bevindt zich vandaag nog steeds in een situatie van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van het coronavirus.

In geval van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht geldt dat de feestdagen die vallen tijdens de eerste 14 kalenderdagen van de tijdelijke schorsing wegens overmacht, ten laste zijn van de werkgever.

De periode van 14 kalenderdagen dient ononderbroken te zijn.

In voorkomend geval zal de werknemer in principe recht hebben op zijn normaal loon.

Voor de werknemers die zich op vrijdag 1 mei in tijdelijke werkloosheid wegens overmacht bevinden, betekent dit concreet het volgende :

  • Werknemers die zich op vrijdag 1 mei al méér dan 14 kalenderdagen ononderbroken in tijdelijke werkloosheid wegens overmacht bevinden bij hun werkgever, zullen voor deze feestdag geen loon ontvangen van de werkgever. Zij ontvangen daarentegen wel een uitkering wegens tijdelijke werkloosheid van de RVA.
    Dit is dus NIET het geval wanneer de ononderbroken periode van tijdelijke werkloosheid pas vanaf 18 april of later aanvatte. Werknemers die ten vroegste vanaf 18 april in tijdelijke werkloosheid geplaatst werden, hebben bijgevolg nog steeds recht op de feestdag van 1 mei ten laste van de werkgever.
    Wanneer de volledige tijdelijke werkloosheid bijgevolg vanaf 31 maart startte en blijft voortduren tot na 1 mei, dan zal de werknemer :

    • recht hebben op de feestdag van Paasmaandag 13 april ten laste van de werkgever
    • recht hebben op de feestdag van 1 mei ten laste van de RVA
       
  • Werkgevers die werken en tijdelijke werkloosheid afwisselen, zullen de feestdag van 1 mei aan de werknemers moeten betalen wanneer zij in de periode vanaf 18 april gewerkt hebben, ook al was het maar 1 dag. Hetzelfde geldt voor elke andere reden van schorsing of afwezigheid waardoor de periode van tijdelijke werkloosheid doorprikt wordt.

3. Tijdelijke werkloosheid ingevolge slecht weer, technische stoornis of economische redenen

Indien werknemers zich bevinden in tijdelijke werkloosheid om economische redenen, technische stoornis of weerverlet, dan geldt er een andere regel.

In deze gevallen is de werkgever verplicht om elke feestdag te betalen die samenvalt met een dag van tijdelijke werkloosheid. De beperking tot de eerste 14 kalenderdagen is hier dus niet van toepassing.

Voor een bepaald aantal feestdagen per jaar moet hij evenwel enkel het belastbaar loon betalen (brutobedrag verminderd met de RSZ-bijdragen van de werknemer) waarop geen werkgeversbijdrage verschuldigd is, rekening houdend met het aantal reeds aangegeven dagen tijdelijke werkloosheid: 

 

 

Aantal werkloosheidsdagen vanaf 1 januari van het lopende jaar

Aantal feestdagen (die met een werkloosheidsdag samenvallen) waarvoor de werkgever het loon zonder RSZ betaalt

5 dagen/week

6 dagen/week

0

Van 0 tot 25

Van 0 tot 31

1

Van 26 tot 50

Van 31 tot 60

2

Van 51 tot 75

Van 61 tot 90

3

Van 76 tot 100

Van 91 tot 120

4

Van 101 tot 125

Van 121 tot 150

5

Van 126 tot 150

Van 151 tot 180

6

Van 151 tot 175

Van 181 tot 210

7

Van 176 tot 200

Van 211 tot 240

8

Van 201 tot 225

Van 241 tot 270

9

Vanaf 226

Vanaf 271

 

Opgelet ! Voormelde regel geldt enkel in geval van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders. Voor bedienden in tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen geldt de regel zoals van toepassing voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (cf. supra).