Nieuwe opzeggingstermijnen voor nieuwe werknemers in dienst vanaf 1 januari 2014


64359

Vanaf 1 januari 2014 zal er nog één stelsel van opzeggingstermijnen van toepassing zijn op de werknemers. Er is geen onderscheid meer tussen de opzeggingstermijnen van de zogenaamde “werklieden” en de opzeggingstermijnen van de zogenaamde “bedienden”. Het enige criterium dat nog overblijft voor het bepalen van de opzeggingstermijnen is de anciënniteit (niet meer de leeftijd, de functie of het loon).

De proefperiode is afgeschaft, de nieuwe regeling voorziet relatief korte opzeggingstermijnen tijdens het eerste jaar van tewerkstelling van de werknemer. De korte duur van de termijnen ontneemt de bestaansreden van de proeftijd. Alleen bij de tewerkstelling van studenten en bij uitzendarbeid blijft de proefperiode bestaan.

In geval van opzegging door de werkgever zal tijdens de eerste 5 jaar anciënniteit, de opzeggingstermijn op progressieve wijze evolueren : eerst driemaandelijks tijdens de eerste twee jaren en vervolgens jaarlijks. Van het vijfde tot het negentiende jaar stijgt de opzeggingstermijn met 3 weken per jaar. Tijdens het twintigste jaar verhoogt de opzeggingstermijn met twee weken. Vanaf het eenentwintigste jaar verhoogt de opzeggingstermijn met één week per jaar.

De nieuwe opzeggingstermijnen zien er als volgt uit:

Anciënniteit

Opzeggingstermijn

In de loop van het eerste kwartaal

2 weken

Vanaf het tweede kwartaal

4 weken

Vanaf het derde kwartaal

6 weken

Vanaf het vierde kwartaal

7 weken

Vanaf het vijfde kwartaal

8 weken

Vanaf het zesde kwartaal

9 weken

Vanaf het zevende kwartaal

10 weken

Vanaf het achtste kwartaal

11 weken

Vanaf 2 jaar

12 weken

Vanaf 3 Jaar

13 weken

Vanaf 4 Jaar

15 weken

Vanaf 5 jaar

18 weken

Vanaf 6 jaar

21 weken

Vanaf 7 jaar

24 weken

Vanaf 8 jaar

27 weken

Vanaf 9 jaar

30 weken

Vanaf 10 jaar

33 weken

Vanaf 11 jaar

36 weken

Vanaf 12 jaar

39 weken

Vanaf 13 jaar

42 weken

Vanaf 14 jaar

45 weken

Vanaf 15 jaar

48 weken

Vanaf 16 jaar

51 weken

Vanaf 17 jaar

54 weken

Vanaf 18 jaar

57 weken

Vanaf 19 jaar

60 weken

Vanaf 20 jaar

62 weken

Vanaf 21 jaar

63 weken

Vanaf 22 jaar

64 weken

… (+1)

… (+ 1)

Van zodra de werknemer een nieuwe periode van 3 maanden of een nieuw jaar aanvat, valt hij in de ermee overeenstemmende schijf.

Er wordt een geleidelijke overgang voorzien tot 31 december 2017 voor de sectoren waar op dit ogenblik de geldende opzeggingstermijnen lager zijn dan die voorzien door de CAO nr. 75 :

  • Kleding en confectie (PC 109);
  • Veldsteenbakkerijen (PC 114);
  • Bouwbedrijf (PC 124);
  • Stoffering en houtbewerking (PC 126);
  • Leerlooierij en handel in ruwe huiden en vellen (PC 128.01);
  • Schoeiselindustrie, laarzenmakers en maatwerkers (PC 128.02);
  • Terugwinning van lompen (PC 142.02);
  • Wapensmederij met de hand (PC 147); 
  • Havenarbeiders van het algemeen contingent (PC 301.01);
  • Grote kleinhandelszaken (PC 311);
  • Diamantnijverheid en -handel (PC 324);
  • Inrichtingen voor tandprothesen (PC 330.03).

Er wordt een structurele uitzondering voorzien voor de werknemers van hoger vermelde sectoren zonder vaste plaats van tewerkstelling en die gewoonlijk op tijdelijke en mobiele werkplaatsen één of meer bouwactiviteiten uitoefenen.

De na te leven lagere opzeggingstermijnen zijn :

Anciënniteit

Opzeggingstermijn

Minder dan 3 maanden

2 weken

Tussen 3 en minder dan 6 maanden

4 weken

Tussen 6 maanden en minder dan 5 jaar

5 weken

Tussen 5 jaar en minder dan 10 jaar

6 weken

Tussen 10 jaar en minder dan 15 jaar

8 weken

Tussen 15 jaar en minder dan 20 jaar

12 weken

Minstens 20 jaar

16 weken

 

Voor meer info, zie het dossier eenheidsstatuut.