0501 Eindejaarspremie

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 30/09/2009
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2010

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 7 mei 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot toekenning van een eindejaarspremie. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 20 juni 2003 onder het nummer 66594/CO/116. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 oktober 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Deze CAO werd onlangs vervangen door een CAO van 27 juni 2007 betreffende de eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd onder het nr. 84220/CO/116.

Deze CAO werd op haar beurt vervangen door een CAO van 27 mei 2009 betreffende de eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd onder het nr. 94481/CO/116.

Wij geven u hierna de reglementering inzake de eindejaarspremie en vervolgens een samenvatting en enkele praktische schikkingen.

Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Met "arbeiders" wordt verstaan: de arbeiders en de arbeidsters.

HOOFDSTUK II – Toekenningsmodaliteiten

Artikel 2

Door de werkgever wordt een eindejaarspremie toegekend aan de in artikel 1 bedoelde arbeiders die:

  1. op 31 december van het lopend jaar minstens drie maanden anciënniteit tellen in de onderneming;
  2. krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met de onderneming, op het ogenblik van de betaling van de premie. Vanaf 1988 is deze toekenningsvoorwaarde voor de eindejaarspremie niet meer van toepassing voor de arbeiders die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, op voorwaarde dat zij aan de andere toekenningsvoorwaarden voldoen.

Artikel 3

Het minimum basisbedrag van de eindejaarspremie is sedert 1990 vastgesteld op 173,33 maal het basisuurloon in voege op 1 december van het beschouwde jaar.

Deze vermenigvuldiger is gekoppeld aan een wekelijkse arbeidsduur van 40 uren, en wordt evenredig verminderd ingeval de lonen geperekwateerd werden op basis van een wekelijkse arbeidsduur die lager is dan 40 uren.

Commentaar

In de ondernemingen waar de arbeidsduurverkorting gebeurt per dag of per week en waar de bezoldigingen berekend worden op basis van de werkelijke prestaties, wordt de volledige eindejaarspremie (die ook geldt om een eventuele prorata te berekenen) als volgt geperekwateerd:

  • stelsel 39 u. 30 ' (30 ' arbeidsduurverkorting per week, + 9 betaalde compensatierustdagen): 173,33X39,5/40 = 171,163 X basisuurloon
  • stelsel 39 u. (60 ' arbeidsduurverkorting per week, + 6 betaalde compensatierustdagen): 173,33X39/40 = 168,997 X basisuurloon
  • stelsel 38 u.30 ' (90 ' arbeidsduurverkorting per week, + 3 betaalde compensatierustdagen): 173,33X38,5/40 = 166,830 X basisuurloon
  • stelsel 38 u. (1201 arbeidsduurverkorting per week, geen betaalde compensatierustdagen): 173,33X38/40 = 164,664 X basisuurloon

In de bedrijven die de arbeidsduurverkorting toekennen onder de vorm van betaalde compensatierustdagen, blijft de eindejaarspremie gelijk aan 173,33 maal het basisuurloon.

Artikel 4

De arbeiders die voldoen aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden, hebben recht op de premie naar rato van één twaalfde van het basisbedrag per maand werkelijke arbeidsprestaties tijdens het beschouwde dienstjaar, lopende van 1 januari tot 31 december.

Meerdere arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur uitgevoerd in eenzelfde burgerlijk jaar komen in aanmerking voor de eventuele berekening van de pro rata temporis.

Artikel 5

In geval van indiensttreding vôôr de 16e van de maand, wordt deze maand, voor de toepassing van deze CAO, als een maand anciënniteit beschouwd en wordt zij met een maand effectieve arbeidsprestaties gelijkgesteld.

De maand waarin de arbeidsovereenkomst eindigt, wordt, voor de toepassing van deze CAO, als een maand anciënniteit beschouwd en met een volledige maand arbeidsprestaties gelijkgesteld, voor zover de arbeidsovereenkomst na de 15de van de maand een einde neemt.

HOOFDSTUK III – Afwijkingen

Artikel 6

De arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst tijdens het beschouwde dienstjaar wordt beëindigd, met uitsluiting van deze welke zelf ontslag hebben genomen vooraleer zij minstens één jaar anciënniteit in de onderneming tellen op het einde van de arbeidsovereenkomst, en met uitsluiting van deze welke door de werkgever worden ontslagen om dringende reden, genieten de premie naar rato van het aantal maanden werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar, voor zover zij drie maanden anciënniteit tellen in de onderneming op het einde van de door de wettelijke vooropzeg gedekte période, zonder evenwel rekening te houden met eventuele
schorsingen van de arbeidsovereenkomst tijdens deze vooropzeg.

Voor de berekening van voornoemde anciënniteit wordt, enkel voor de toepassing van dit artikel, rekening gehouden met de période gedekt door de eventueel toegekende wettelijke compensatoire opzeggingsvergoeding bepaald door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Genieten eveneens van de premie naar rato van het aantal maanden werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar, voor zover zij drie maanden anciënniteit tellen in de onderneming bij de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst, de arbeiders wiens arbeidsovereenkomst wegens overmacht ten einde komt.

Artikel 7

De tijdens het dienstjaar gepensioneerde arbeiders, alsmede de rechtverkrijgenden van een tijdens het dienstjaar overleden arbeider, genieten de premie onder dezelfde voorwaarden als vermeld in artikel 7.

Onder "rechtverkrijgenden11 wordt verstaan:

  • de overlevende echtgeno(o)t(e);
  • bij ontstentenis, de kinderen van de overledene;
  • bij ontstentenis, de ouders van de overledene.

HOOFDSTUK IV – Gelijkstellingen

Artikel 8

Worden gelijkgesteld met werkelijke arbeid:

  • de afwezigheden te wijten aan een beroepsziekte, een arbeidsongeval of ongeval overkomen op de weg naar of van het werk, tot een maximumduur van twaalf maanden en voor zover zij zijn erkend door het verzekeringsorganisme;
  • de afwezigheden wegens ziekte of zwangerschapverlof, gerechtvaardigd door een medisch getuigschrift en erkend door het verzekeringsorganisme, tot een totale maximumduur van zes maanden;
  • de wettelijke vakantiedagen, de wettelijke feestdagen, de gerechtvaardigde afwezigheden "kort verzuim", verlof om dwingende redenen (CAO nr. 45 van de NAR), de afwezigheden in het kader van de wetgeving betreffende het educatief verlof en de sociale promotie, de syndicale verlofdagen en de dagen van gedeeltelijke werkloosheid tot vijfenvijftig dagen.
  • het anciënniteitsverlof respectievelijk voorzien door de sectoriele CAO'S van 24 mei 2005 (KB 10 oktober 2005 - BS 25 november 2005) en van 27 juni 2007 overeenkomstig het artikel 7 van het Nationaal Akkoord 2007-2008 gesloten op 14 maart 2007 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

HOOFDSTUK V – Betalingsperiode

Artikel 9

De eindejaarspremie wordt uitbetaald vóór 25 december van het jaar waarop zij betrekking heeft.

HOOFDSTUK VI – Geldigheid en opzegging

Artikel 10

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst doen geen afbreuk aan de gunstigere arbeidsvoorwaarden die in de ondernemingen bestaan.

Artikel 11

Deze CAO is gesloten voor onbepaalde duur. Zij treedt in werking vanaf 1 januari 2009. Zij vervangt de CAO van 27 juni 2007 (KB 18 februari 2008; BS 8 april 2008), tot toekenning van een eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.

Deze CAO zal worden neergelegd ter griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Fédérale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij Koninklijk Besluit wordt gevraagd.

Commentaar

Bedrag

Het minimum basisbedrag van de eindejaarspremie is sedert 1990 vastgesteld op 173,33 maal het basisuurloon in voege op 1 december van het beschouwde jaar.

Deze vermenigvuldiger is gekoppeld aan een wekelijkse arbeidsduur van 40 uren, en wordt evenredig verminderd ingeval de lonen geperekwateerd werden op basis van een wekelijkse arbeidsduur die lager is dan 40 uren.

In de ondernemingen waar de arbeidsduurverkorting gebeurt per dag of per week en waar de bezoldigingen berekend worden op basis van de werkelijke prestaties wordt de volledige eindejaarspremie (die ook geldt om een eventuele prorata te berekenen) als volgt geperekwateerd :

  • stelsel 39 u. 30' (30' arbeidsduurverkorting per week, + 9 betaalde compensatierustdagen) : 171,163 x basisuurloon
  • stelsel 39 u. (60' arbeidsduurverkorting per week, + 6 betaalde compensatierustdagen) : 168,997 x basisuurloon
  • stelsel 38 u. 30' (90' arbeidsduurverkorting per week, + 3 betaalde compensatierustdagen) : 166,830 x basisuurloon
  • stelsel 38 u. (120' arbeidsduurverkorting per week, geen betaalde compensatierustdagen) : 164,664 x basisuurloon

In de bedrijven die de arbeidsduurverkorting toekennen onder de vorm van betaalde compensatierustdagen, blijft de eindejaarspremie gelijk aan 173,33 maal het basisuurloon.

Toekenningsvoorwaarden

  • De werknemers die verbonden zijn door een overeenkomst van onbepaalde duur moeten minstens een anciënniteit hebben van minstens drie maanden.
  • Bij uitdiensttreding (met uitsluiting van deze welke ontslag hebben genomen vooraleer ze minstens 1 jaar anciënniteit in de onderneming tellen op het einde van de arbeidsovereenkomst en met uitsluiting van de werknemers die om dringende reden worden ontslaan) is er recht op een pro rata eindejaarspremie voor zover de werknemer drie maanden anciënniteit telt. Indien deze beëindiging van de arbeidsovereenkomst gebeurt na de 15e van de maand wordt deze maand gelijkgesteld met een volledige maand arbeidsprestaties.
  • Hebben ook recht op een pro rata eindejaarspremie:
    - de gepensioneerden arbeiders
    - de rechtverkrijgenden van een tijdens het dienstjaar overleden arbeider
    - de arbeiders wiens arbeidsovereenkomst wegens overmacht ten einde komt en voor zover zij drie maanden anciënniteit tellen
  • Bij indiensttreding voor de 15e van de maand, wordt deze maand als een volledige maand anciënniteit beschouwd
  • Gelijkstellingen: zie tekst CAO

Uitbetalingsdatum

De eindejaarspremie dient uitbetaald te worden vóór 25 december.

Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangeslotenen van Groep S - Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de eindejaarspremie, slechts de arbeiders vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de arbeiders toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
27/05/2009
Registratienr
94481
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
01/01/2011
Neerleggingsdatum
18/06/2009
Registratiedatum
22/09/2009
Onderwerp
eindejaarspremie
BS Bericht van neerlegging
30/09/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
21/02/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
08/04/2010
Keywords
EINDEJAARSPREMIE

Historiek
01/07/2023 31/12/2999 0501 Eindejaarspremie
01/01/2017 30/06/2023 0501 Eindejaarspremie
01/01/2015 31/12/2016 0501 Eindejaarspremie
01/01/2011 31/12/2014 0501 Eindejaarspremie
01/01/2009 31/12/2010 0501 Eindejaarspremie
01/04/2007 31/12/2008 0501 Eindejaarspremie
01/01/2003 31/03/2007 0501 Eindejaarspremie
01/01/2003 31/12/2002 0501 Eindejaarspremie
01/01/2001 31/12/2002 0501 Eindejaarspremie
14/03/1991 31/12/2000 0501 Eindejaarspremie