0501 Eindejaarspremie

Paritair (sub-)Comité nr.:
116.00.00-00.00

Bijwerking: 30/07/2003
Geldig vanaf: 01/01/2003
Geldig tot: 31/12/2002

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 7 mei 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot toekenning van een eindejaarspremie. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 20 juni 2003 onder het nummer 66594/CO/116. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 oktober 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Wij geven u hierna de reglementering inzake de eindejaarspremie en vervolgens een korte commentaar.

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Met "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

HOOFDSTUK II – Toekenningsmodaliteiten

Artikel 2

Door de werkgever wordt een eindejaarspremie toegekend aan de in artikel 1 bedoelde arbeiders die :

a.   op 31 december van het lopend jaar minstens drie maanden anciënniteit tellen in de onderneming ;

b.     krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met de onderneming, op het ogenblik van de betaling van de premie. Vanaf 1988 is deze toekenningsvoorwaarde voor de eindejaarspremie niet meer van toepassing voor de arbeiders die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, op voorwaarde dat zij aan de andere toekenningsvoorwaarden voldoen.

Artikel 3

Het minimum basisbedrag van de eindejaarspremie is sedert 1990 vastgesteld op 173,33 maal het basisuurloon in voege op 1 december van het beschouwde jaar. Deze vermenigvuldiger is gekoppeld aan een wekelijkse arbeidsduur van 40 uren, en wordt evenredig verminderd ingeval de lonen geperekwateerd werden op basis van een wekelijkse arbeidsduur die lager is dan 40 uren.

 

Artikel 4

De arbeiders die voldoen aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden, hebben recht op de premie naar rato van één twaalfde van het basisbedrag per maand werkelijke arbeidsprestaties tijdens het beschouwde dienstjaar, lopende van 1 januari tot 31 december.

Meerdere arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur uitgevoerd in eenzelfde burgerlijk jaar komen in aanmerking voor de eventuele berekening van de pro-rata temporis.

Artikel 5

De minima bepaald in de artikelen 3 en 4 worden voor de minderjarigen toegepast ten belope van de volgende percentages :

Leeftijd

Percentages

16 jaar

65

17 jaar

75

18 jaar

90

19 jaar

100

Artikel 6

In geval van indiensttreding vóór de 16e van de maand, wordt deze maand, voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, als een maand anciënniteit beschouwd en wordt zij met een maand effectieve arbeidsprestaties gelijkgesteld.

De maand waarin de arbeidsovereenkomst eindigt, wordt, voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, als een maand anciënniteit beschouwd en met een volledige maand arbeidsprestaties gelijkgesteld, voor zover de arbeidsovereenkomst na de 15de van de maand een einde neemt.

HOOFDSTUK III – Afwijkingen

Artikel 7

De arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst tijdens het beschouwde dienstjaar wordt opgezegd, met uitsluiting van deze welke ontslag hebben genomen vooraleer zij minstens één jaar anciënniteit in de onderneming tellen op het einde van de arbeidsovereenkomst, en met uitsluiting van deze welke door hun werkgever worden ontslagen om dringende reden, genieten de premie naar rato van het aantal maanden werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar, voor zover zij drie maanden anciënniteit tellen in de onderneming op het einde van de door de wettelijke vooropzeg gedekte periode, zonder evenwel rekening te houden met eventuele schorsingen van de arbeidsovereenkomst tijdens deze vooropzeg.

Voor de berekening van voornoemde anciënniteit wordt, enkel voor de toepassing van dit artikel, rekening gehouden met de periode gedekt door de eventueel toegekende wettelijke compensatoire opzeggingsvergoeding bepaald door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Genieten eveneens van de premie naar rato van het aantal maanden werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar, voor zover zij drie maanden anciënniteit tellen in de onderneming bij de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst, de arbeiders wiens arbeidsovereenkomst wegens overmacht ten einde komt.Artikel 8

De tijdens het dienstjaar gepensioneerde arbeiders, alsmede de rechtverkrijgenden van een tijdens het dienstjaar overleden arbeider, genieten de premie onder dezelfde voorwaarden als vermeld in artikel 7.

Onder "rechtverkrijgenden" wordt verstaan :

de overlevende echtgeno(o)t(e) ;

bij ontstentenis, de kinderen van de overledene ;

bij ontstentenis, de ouders van de overledene.

HOOFDSTUK IV – Gelijkstellingen

Artikel 9

Worden gelijkgesteld met werkelijke arbeid :

de afwezigheden te wijten aan een beroepsziekte, een arbeidsongeval of ongeval overkomen op de weg naar of van het werk, tot een maximumduur van twaalf maanden en voor zover zij zijn erkend door het verzekeringsorganisme ;

de afwezigheden wegens ziekte of zwangerschapsverlof, gerechtvaardigd door een medisch getuigschrift en erkend door het verzekeringsorganisme, tot een totale maximumduur van zes maanden ;

de wettelijke vakantiedagen, de wettelijke feestdagen, de gerechtvaardigde afwezigheden "kort verzuim", verlof om dwingende redenen (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 45 van de NAR), de afwezigheden in het kader van de wetgeving betreffende het educatief verlof en de sociale promotie, de syndicale verlofdagen en de dagen van gedeeltelijke werkloosheid tot vijftig dagen.

HOOFDSTUK V – Betalingsperiode

Artikel 10

De eindejaarspremie wordt uitbetaald vóór 25 december van het jaar waarop zij betrekking heeft.

HOOFDSTUK VI – Geldigheid en opzegging

Artikel 11

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst doen geen afbreuk aan de gunstigere arbeidsvoorwaarden die in de ondernemingen bestaan.

Artikel 12

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur. Zij treedt in werking vanaf 1 januari 2003. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, tot toekenning van een eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Comité voor scheikundige nijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 februari 2002 (B.S. van 17 april 2002).

 

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geld als bewijs.

 

Commentaar

 

Bedrag

 

Het minimum basisbedrag van de eindejaarspremie is sedert 1990 vastgesteld op 173,33 maal het basisuurloon in voege op 1 december van het beschouwde jaar.

Deze vermenigvuldiger is gekoppeld aan een wekelijkse arbeidsduur van 40 uren, en wordt evenredig verminderd ingeval de lonen geperekwateerd werden op basis van een wekelijkse arbeidsduur die lager is dan 40 uren.

 

In de ondernemingen waar de arbeidsduurverkorting gebeurt per dag of per week en waar de bezoldigingen berekend worden op basis van de werkelijke prestaties wordt de volledige eindejaarspremie (die ook geldt om een eventuele prorata te berekenen) als volgt geperekwateerd :

 

stelsel 39 u. 30' (30' arbeidsduurverkorting per week, + 9 betaalde compensatierustdagen) :

 

173,33 x 39,5

 

——————

= 171,163 x basisuurloon

40

 

 

stelsel 39 u. (60' arbeidsduurverkorting per week, + 6 betaalde compensatierustdagen) :

 

173,33 x 39

 

——————

= 168,997 x basisuurloon

40

 

 

stelsel 38 u. 30' (90' arbeidsduurverkorting per week, + 3 betaalde compensatierustdagen) :

 

173,33 x 38,5

 

——————

= 166,830 x basisuurloon

40

 

 

stelsel 38 u. (120' arbeidsduurverkorting per week, geen betaalde compensatierustdagen) :

 

173,33 x 38

 

——————

 = 164,664 x basisuurloon

40

 

 

In de bedrijven die de arbeidsduurverkorting toekennen onder de vorm van betaalde compensatierustdagen, blijft de eindejaarspremie gelijk aan 173,33 maal het basisuurloon.

 

Minderjarigen ontvangen een percentage van het normaal toe te kennen bedrag. Deze percentages vindt men terug in art. 5.

 

Toekenningsvoorwaarden

- De werknemers die verbonden zijn door een overeenkomst van onbepaalde duur moeten minstens een anciënniteit hebben van minstens drie maanden.

 

- Bij uitdiensttreding is er recht op een pro rata eindejaarspremie. Indien deze beëindiging van de arbeidsovereenkomst gebeurt na de 15e van de maand wordt deze maand gelijkgesteld met een volledige maand arbeidsprestaties.

 

- Bij indiensttreding voor de 15e van de maand, wordt deze maand als een volledige maand anciënniteit beschouwd

 

Uitbetalingsdatum

 

De eindejaarspremie dient uitbetaald te worden vóór 25 december.


Historiek
01/07/2023 31/12/2999 0501 Eindejaarspremie
01/01/2017 30/06/2023 0501 Eindejaarspremie
01/01/2015 31/12/2016 0501 Eindejaarspremie
01/01/2011 31/12/2014 0501 Eindejaarspremie
01/01/2009 31/12/2010 0501 Eindejaarspremie
01/04/2007 31/12/2008 0501 Eindejaarspremie
01/01/2003 31/03/2007 0501 Eindejaarspremie
01/01/2003 31/12/2002 0501 Eindejaarspremie
01/01/2001 31/12/2002 0501 Eindejaarspremie
14/03/1991 31/12/2000 0501 Eindejaarspremie