18 Werkkledij

Het dragen van werkkledij is verplicht tenzij de risicoanalyse uitwijst dat dit niet nuttig is, t.t.z. wanneer deze heeft uitgewezen dat de activiteiten niet bevuilend zijn.

1. Algemene regel

De werkgever stelt de werkkledij gratis ter beschikking en zorgt ervoor dat deze wordt onderhouden en gereinigd. Deze verplichting persoonlijk komt aan de werkgever toe en het is verboden voor de werkgever een premie of een vergoeding te geven aan zijn werknemers om hen te belasten met dit onderhoud.

Op dit verbod bestaat er een uitzondering. Het is immers mogelijk dat een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten waarin wordt vermeld dat de werknemer recht heeft op een premie of vergoeding om zelf te zorgen voor de aanschaf, de reiniging, de herstelling, het onderhoud en de hernieuwing van zijn werkkledij. Het is slechts mogelijk een dergelijke CAO af te sluiten op voorwaarde dat uit de resultaten van de risicoanalyse is gebleken dat de werkkledij geen risico vormt voor de gezondheid van de werknemer en diens onmiddellijke omgeving.

2. PC 145

In het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf werd op 13 november 2019 een collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkkledij (nr. 155832/CO/145). Het werd opgeheven door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2023 (nr. 180906/CO/145).

2.1. Procedure

De werkgever kan in een onderling schriftelijk akkoord met de werknemers, en dit na een risicoanalyse, op ondernemingsvlak afspreken dat de werknemers zelf instaan voor het onderhoud van hun werkkledij. De werknemers die zelf instaan voor dit onderhoud, hebben recht op een wekelijkse vergoeding  ten laste van de werkgever. Behoudens andersluidende, schriftelijke en voorafgaande afspraak op ondernemingsvlak, wordt deze vergoeding geacht alle kosten te dekken verbonden aan het onderhoud van de werkkledij.

Voor zover als nodig wordt aangehaald dat niet mogelijk is op ondernemingsvlak een akkoord af te sluiten dat zou inhouden dat de werknemers ook zelf zouden instaan voor het aankopen van werkkledij. Deze dient in alle omstandigheden door de werkgever zelf te worden aangekocht en dit om redenen van uniformiteit en kwaliteitsvereisten.

Geen enkele overeenkomst kan er op ondernemingsvlak tussen de werkgever en de werknemers gemaakt worden wat betreft het aankopen en/of het onderhoud van de beschermingskledij of van de persoonlijke beschermingsmiddelen. Het is ten alle tijde de werkgever die hiervoor dient in te staan.

2.2 Bedrag⁽¹⁾

Sinds 1 januari 2019:

• 145.01 → 3,05 EUR;
• 145.03 → 3,91 EUR;
• 145.04 → 3,05 EUR;
• 145.05 → 3,67 EUR;
• 145.06 → 3,05 EUR;
• 145.07 → 3,05 EUR.

Vanaf 1 februari 2020:

• 145.01 → 3,67 EUR;
• 145.03 → 3,91 EUR;
• 145.04 → 3,67 EUR;
• 145.05 → 3,67 EUR;
• 145.06 → 3,67 EUR;
• 145.07 → 3,67 EUR.

Vanaf 1 december 2020:

• 145.01 → 3,91 EUR;
• 145.03 → 3,91 EUR;
• 145.04 → 3,91 EUR;
• 145.05 → 3,91 EUR;
• 145.06 → 3,91 EUR;
• 145.07 → 3,91 EUR.

_{(1) Bedragen niet-geïndexeerd}

De werknemers hebben per begonnen arbeidsdag recht op 1/5de met een maximum 5/5den per week.

3. Indexatie

De vergoeding voor het onderhoud van de werkkledij is gebonden aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex.

Historiek :

4. Risicoanalyse

Vooraleer de werkgever er mee kan akkoord gaan dat de werknemers zelf instaan voor het onderhoud van de werkkledij, dient er onderzocht te worden of er mogelijks risico's zijn voor wat betreft het welzijn of de gezondheid van de werknemer.