In de nieuwe regeling van het eenheidsstatuut is de proeftijd afgeschaft. Tijdens het eerste jaar van tewerkstelling van de werknemer worden relatief korte opzeggingstermijnen voorzien. De korte duur van deze termijnen ontneemt de bestaansreden van de proeftijd.
Alleen bij de tewerkstelling van studenten en bij uitzendarbeid blijft de proeftijd bestaan. De eerste 3 werkdagen worden automatisch beschouwd als proeftijd gedurende dewelke elk van de partijen de overeenkomst kan beëindigen zonder opzegging en zonder vergoeding. Er moet geen bijzonder beding meer worden voorzien in de arbeidsovereenkomst.
Wat de overeenkomsten van bepaalde duur betreft, wordt de proeftijd zoals gezegd afgeschaft maar ze wordt vervangen door een regeling die het toelaat dat elke partij de overeenkomst kan beëindigen tijdens de eerste helft van de overeengekomen duurtijd en zonder dat de periode waarin opzegging mogelijk is, 6 maand kan overschrijden.
Sommige bepalingen, zoals het scholingsbeding en het concurrentiebeding verwijzen naar de proeftijd. In deze bedingen wordt bepaald dat het concurrentiebeding of het scholingsbeding geen uitwerking zal hebben tijdens de proefperiode. Vermits de proeftijd wordt afgeschaft, moet verduidelijkt worden dat het scholingsbeding of het concurrentiebeding geen uitwerking zal hebben gedurende de “eerste 6 maanden vanaf de aanvang van de arbeidsovereenkomst” (= datum van uitvoering van de arbeidsovereenkomst).
De proefbedingen die opgenomen werden in de arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering een aanvang heeft genomen voor 1 januari 2014 zullen hun gevolgen behouden tot het verstrijken van deze bedingen. Dit wil zeggen dat de wettelijke regels van de proeftijd die van toepassing waren op 31 december 2013 van toepassing blijven in 2014 op de nog “lopende” proefperiodes.
Vb: een bediende wordt aangeworven op 27 december 2013 met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur en een proeftijd van 6 maand. De proeftijd wordt geldig gesloten vanaf 27 december 2013 en zal eindigen op 26 juni 2014. Tijdens de hele duur van de proeftijd kunnen beide partijen de arbeidsovereenkomst beëindigen met de “voordelige” opzeggingstermijnen van de proefperiode zoals die van toepassing zijn tot en met 31 december 2013. Voor een bediende of een arbeider die aangeworven wordt vanaf 1 januari 2014 kan geen proefperiode meer worden voorzien in de arbeidsovereenkomst.
Voor meer info, zie dossier eenheidsstatuut.