Uitzendarbeid: 48-urenregel weldra afgeschaft

Van 
78800

De vereenvoudiging en modernisering van de reglementering van de uitzendarbeid zet zich verder met de afschaffing van de 48-urenregel voor de vaststelling van de overeenkomsten voor uitzendarbeid.

In het regeerakkoord van 2011 werd opgenomen dat in overleg met de sociale partners maatregelen genomen zouden worden om de kwaliteit en de mogelijkheden van tewerkstelling in de uitzendsector te verbeteren evenals om de reglementering van de uitzendarbeid te vereenvoudigen en te moderniseren.

In 2012 bereikten de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad (hierna de NAR) een principeakkoord.

Dit akkoord omvatte vier luiken:

  • invoering van een nieuw motief voor gebruik van uitzendarbeid: het motief "Instroom";
  • regeling van de opeenvolgende dagcontracten;
  • aanpassing van de informatie en controle inzake gebruik van uitzendarbeid;
  • gefaseerde afschaffing van de 48-urenregel voor de vaststelling van de overeenkomsten voor uitzendarbeid.

De eerste drie luiken van dit akkoord werden geconcretiseerd en zijn in werking getreden op 1 september 2013 (zie ons artikel van 26 juli 2013).

Voor het laatste luik van dit akkoord werd op 23 februari 2016 een advies uitgebracht door de Nationale Arbeidsraad.

1. Huidige reglementering

Tot nu toe moet de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid uiterlijk binnen twee werkdagen na indiensttreding van de werknemer schriftelijk worden vastgesteld.

Deze regel plaatst de uitzendkracht in een toestand van juridische onzekerheid vermits zijn arbeidsovereenkomst pas schriftelijk wordt vastgesteld na het begin van de opdracht en zelfs na de beëindiging ervan in geval van dagcontracten.

2. Toekomstige reglementering

In de toekomst zal de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid uiterlijk op het ogenblik van  indiensttreding van de uitzendkracht schriftelijk moeten worden vastgesteld.

Gebeurt dit niet, dan zal de overeenkomst voor uitzendarbeid automatisch onderworpen zijn aan de regels die voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur van toepassing zijn, behalve indien volgende voorwaarden gezamenlijk vervuld zijn:

  • de bedoeling een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid te sluiten werd door beide partijen schriftelijk vastgesteld;
  • het uitzendbureau heeft voorafgaand aan de indiensttreding een ontwerp van elektronische arbeidsovereenkomst ter ondertekening toegestuurd aan de uitzendkracht, maar de uitzendkracht heeft dit ontwerp van elektronische arbeidsovereenkomst niet uiterlijk op het tijdstip van zijn indiensttreding ondertekend;
  • de uitzendkracht heeft zijn arbeidsprestaties bij de gebruiker aangevat op het tijdstip dat in het ontwerp van arbeidsovereenkomst is voorzien;
  • het uitzendbureau heeft de indiensttreding van de uitzendkracht uiterlijk op het tijdstip waarop de uitzendkracht zijn arbeidsprestaties bij de gebruiker heeft aangevat,  aangegeven via de Dimona.

Samengevat: als het ontbreken van de handtekening enkel het resultaat is van het gedrag van de uitzendkracht zelf, zal voornoemde sanctie niet van toepassing zijn.

3. Noodzakelijke maatregelen voor deze afschaffing

Twee aspecten moeten tezelfdertijd worden geregeld om de afschaffing van de 48-urenregel voor alle overeenkomsten voor uitzendarbeid te kunnen concretiseren:

  • een elektronische mededeling van de vaststelling (van het begin) van de opdracht (toepassingen Dimona Mobile en interim@work);
  • een algemeen gebruikt/toepasbaar beroep op de elektronische arbeidsovereenkomst in de uitzendsector.

3.1. Elektronische mededeling

Via de applicatie Dimona Mobile kan de werkgever zijn werknemers al aangeven bij de RSZ via een  smartphone.

Via de toekomstige applicatie interim@work, naar het voorbeeld van de applicatie student@work, zullen uitzendkrachten online de (Dimona-)aangiften kunnen raadplegen die hun werkgevers (de uitzendbureaus) bij de RSZ hebben gedaan.

Deze applicatie zal op hetzelfde ogenblik als de wijzigingen betreffende de uitzendarbeid worden opgestart.

3.2. Elektronische arbeidsovereenkomsten

De overgang naar de elektronische arbeidsovereenkomst biedt de volgende voordelen:

  • een administratieve vereenvoudiging voor de uitzendbureaus;
  • de faciliteiten voor de uitzendkrachten om te verzoeken hun overeenkomsten voor uitzendarbeid te wijzigen, en om die overeenkomsten te weigeren of te aanvaarden en te ondertekenen;
  • het behoud van de controlemogelijkheden (door de archivering);
  • een grotere rechtszekerheid voor de uitzendkracht;
  • een efficiëntere uitwisseling van informatie, rekening houdend met de snelheid van verzending van elektronische documenten.

Voor de invoering van de elektronische arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid zijn wetswijzigingen nodig betreffende:

  • de elektronische handtekening: moet gebeuren door een gekwalificeerde elektronische handtekening (enige mogelijkheid op dit ogenblik: met de elektronische identiteitskaart via een pc en een kaartlezer) of door een andere elektronische handtekening die toelaat de identiteit van de partijen, hun instemming met de inhoud van de overeenkomst en het behoud van de integriteit van die overeenkomst te waarborgen (voorgesteld scenario: kennisgeving per e-mail en/of sms en ingave van een pincode);
  • het begrip geschrift: de wetgeving zal uitdrukkelijk moeten voorzien dat de elektronische arbeidsovereenkomst die aan voormelde waarborgen voldoet (via de elektronische handtekening) dezelfde bewijskracht heeft als een "papieren" arbeidsovereenkomst.

4. Voorziene inwerkingtreding

De sociale partners stellen voor de wijzigingen te laten ingaan op 1 oktober 2016, met een gedoogperiode van drie maanden (1 oktober 2016 - 31 december 2016).

5. Hoever staat het dossier vandaag?

Op 29 april 2016 heeft de Ministerraad  een voorontwerp van wet tot afschaffing van de 48-urenregel en uitbreiding van de mogelijkheid beroep te doen op elektronische overeenkomsten voor uitzendarbeid goedgekeurd.

Dit voorontwerp werd voor advies overgemaakt aan de Raad van State.

We houden u op de hoogte van de evolutie en concretisering van deze wijzigingen inzake uitzendarbeid.

Bron : Nationale Arbeidsraad, advies nr. 1.972, zitting van dinsdag 23 februari 2016.