Uitzendarbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur: de bakens worden gezet

Van 
87130

De wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken verduidelijkt het uitvoeringskader van de toekomstige uitzendarbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur.

De wet betreffende werkbaar en wendbaar werk biedt de uitzendsector (PC 322) sinds 1 februari 2017 de mogelijkheid om uitzendarbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur in te voeren (zie hierover ons artikel van 16 maart 2017). Voor zover sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten ter zake worden gesloten, kan een uitzendonderneming een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur afsluiten met een uitzendkracht om hem opeenvolgende opdrachten bij gebruikers te laten uitvoeren.

In afwachting dat de sector van deze gelegenheid gebruik maakt, verduidelijkt de wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (1) alvast de gevolgen van een dergelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur:

  • De onderbrekingsperiodes tussen twee uitzendopdrachten, de zogenaamde "periodes zonder uitzendopdracht", worden voor de sociale zekerheid gelijkgesteld met activiteitsperiodes;
  • Er zijn specifieke regels voorzien voor de indiening van de Dimona-aangifte zodat periodes gedekt door een uitzendopdracht kunnen worden onderscheiden van periodes zonder uitzendopdracht : gewone Dimona bij aanwerving door het uitzendkantoor en specifieke Dimona bij tewerkstelling bij een gebruiker.

We houden u op de hoogte van de evolutie in deze thematiek wanneer het paritair comité de nodige maatregelen heeft genomen.

(1) Wet van 30 september 2017 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (BS, 16 oktober 2017) art. 41 tot 43.