Uitzendarbeid: afschaffing van de 48-urenregel gaat verder

Van 
79589

De wil van de regering om de 48-urenregel voor de vaststelling van arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid af te schaffen en elektronische arbeidsovereenkomsten in te voeren, neemt langzamerhand een concrete vorm aan.

In ons artikel van 19 mei 2016 hebben we u de maatregelen aangekondigd die in het kader van de vereenvoudiging en modernisering van de reglementering op de uitzendarbeid voorzien zijn.

Het volgende artikel geeft de stand van zaken over de vooruitgang ter zake.

Afschaffing van de 48-urenregel en gebruik van elektronische arbeidsovereenkomsten

Op 30 juni 2016 werd een wetsontwerp neergelegd in de Kamer.

Het wetsontwerp concretiseert de afschaffing van de 48-urenregel en voorziet dat de schriftelijke vaststelling van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid uiterlijk op het tijdstip van indiensttreding van de uitzendkracht moet plaatsvinden.

Deze afschaffing zal voor alle arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid gelden, zowel voor de arbeidsovereenkomsten die op papier worden ondertekend als voor de arbeidsovereenkomsten  die elektronisch worden ondertekend.

Voor de arbeidsovereenkomsten die elektronisch worden ondertekend, bepaalt het ontwerp dat de elektronische handtekening moet gebeuren door middel van:

  • een gekwalificeerde elektronische handtekening of een gekwalificeerde elektronische zegel;
  • of een andere elektronische handtekening die toelaat de identiteit van de partijen, hun instemming met de inhoud van de overeenkomst en het behoud van de integriteit van die overeenkomst te verzekeren. In geval van betwisting moet het uitzendbureau aantonen dat deze elektronische handtekening daadwerkelijk deze functies verzekert.

Het ontwerp bevestigt ook dat een elektronisch ondertekende arbeidsovereenkomst die aan de wettelijk vastgestelde waarborgen voldoet, wordt beschouwd als een schriftelijke overeenkomst.  Door deze verduidelijking wordt bevestigd dat een rechtsgeldig ondertekende elektronische arbeidsovereenkomst beantwoordt aan het begrip “geschrift”.

Zoals aangekondigd zal de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid bij ontstentenis van een geschrift onderworpen zijn aan de regels die voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur gelden. Dit heeft tot gevolg dat het uitzendbureau de overeenkomst enkel eenzijdig kan verbreken mits inachtneming van een opzeggingstermijn of betaling van een verbrekingsvergoeding.  De uitzendkracht zal evenwel de mogelijkheid hebben om de overeenkomst zonder opzegging noch vergoeding te beëindigen binnen zeven dagen na de indiensttreding.

Als de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn, is de overeenkomst echter niet onderworpen aan de regels van de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur:

  • de bedoeling een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid te sluiten werd door beide partijen schriftelijk vastgesteld;
  • het uitzendbureau heeft voorafgaand aan de indiensttreding een ontwerp van elektronische arbeidsovereenkomst naar de uitzendkracht gestuurd, maar de uitzendkracht heeft dat ontwerp niet uiterlijk op het tijdstip van zijn indiensttreding ondertekend;
  • de uitzendkracht is bij de gebruiker beginnen werken op het tijdstip dat in het ontwerp van arbeidsovereenkomst is voorzien;
  • het uitzendbureau heeft de indiensttreding van de uitzendkracht uiterlijk op het tijdstip van aanvang van zijn arbeidsprestaties bij de gebruiker aangegeven (via Dimona).

Ten slotte voorziet het ontwerp een inwerkingtreding op 1 oktober 2016 (zonder overgangsmaatregel). Volgens het ontwerp beschikken de uitzendbureaus op die manier over een redelijke termijn om zich voor te bereiden op de komst van de nieuwe regels en kunnen ze de nodige informatieverstrekking organiseren ten opzichte van hun uitzendkrachten, met name wat betreft de werking, de inhoud en de draagwijdte van de nieuwe mogelijkheden voor elektronische ondertekening van de arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid.

Elektronische archivering van de arbeidsovereenkomsten

Op 7 juni 2016 heeft de Nationale Arbeidsraad (NAR) een advies uitgebracht betreffende de elektronische archivering van de arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid. We herinneren eraan dat het de bedoeling is het gebruik van de elektronische arbeidsovereenkomsten te veralgemenen in de sector van de uitzendarbeid.

De NAR heeft zich over verschillende punten gebogen.

Bestemming van de gearchiveerde arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid

Momenteel is voorzien dat de dienstverlener inzake elektronische archivering drie maanden voor het verstrijken van de termijn van vijf jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst per aangetekende brief aan de uitzendkracht vraagt welke bestemming moet worden gegeven aan de gearchiveerde elektronische arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid.

Gezien het specifieke karakter van de uitzendarbeid (opeenvolging van talrijke overeenkomsten van korte duur) zijn de administratieve lasten van het sturen van achtereenvolgende aangetekende zendingen niet evenredig met het beoogde doel.

De NAR stelt dan ook voor de overeenkomsten naar de vzw SIGeDIS te zenden na het verstrijken van de archiveringstermijn van vijf jaar.

Verantwoordelijkheid voor de archivering en de verzending  naar SIGeDIS

De NAR is van oordeel dat, wanneer een uitzendbureau kiest voor een dienstverlener die een elektronische archiveringsdienst aanbiedt, die dienstverlener enerzijds verantwoordelijk is voor die elektronische archivering en anderzijds voor de verzending van de elektronische overeenkomsten voor uitzendarbeid naar de vzw SIGeDIS. Als een uitzendbureau echter zelf beslist de elektronische archivering te verrichten, is alleen het uitzendbureau daarvoor verantwoordelijk, alsook voor de verzending van de elektronische overeenkomsten voor uitzendarbeid naar de vzw SIGeDIS.

We zullen niet nalaten u op de hoogte te houden van de evolutie en de concretisering van deze wijzigingen inzake uitzendarbeid. 

Bron: Wetsontwerp nr. 1944/001 van 30 juni 2016 (www.dekamer.be) en Nationale Arbeidsraad, advies nr. 1.985 van 7 juni 2016.