Werkbaar en wendbaar werk: uitzendarbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur?

Van 
82040

Het wetsontwerp over werkbaar en wendbaar werk dat op 4 januari 2017 in de Kamer werd neergelegd, voert de mogelijkheid in om uitzendarbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur af te sluiten.

Op 4 januari 2017 werd het wetsontwerp over werkbaar en wendbaar werk neergelegd in het parlement. Een van de maatregelen die door het wetsontwerp worden voorzien, is de mogelijkheid voor uitzendbureaus een overeenkomst voor onbepaalde duur af te sluiten met een werknemer om hem opeenvolgende opdrachten bij één of meer gebruikers te laten uitvoeren. De onderbrekingsperiodes tussen twee uitzendopdrachten worden "periodes zonder uitzendopdracht" genoemd.  De wetgever laat de uitzendsector echter zelf beslissen over de concrete uitvoering van deze bepalingen.

De arbeidsovereenkomst

De uitzendarbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur moet schriftelijk (handgeschreven of elektronisch) worden vastgesteld uiterlijk op het ogenblik dat de werknemer in dienst treedt van het uitzendbureau en volgens een model dat door het paritair comité voor de uitzendarbeid (PC 322) moet worden opgesteld.

Deze overeenkomst moet de algemene voorwaarden betreffende de uitvoering van de uitzendopdrachten en de arbeidsduur van de uitzendkracht vermelden. Ze moet ook een beschrijving bevatten van de betrekkingen waarvoor de uitzendkracht kan worden ingezet en die in overeenstemming zijn met zijn beroepskwalificatie.

De overeenkomst is onderworpen aan de algemene voorschriften die de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten regelen. Een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst kan afwijkingen bepalen op de algemene voorschriften die de beëindiging van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur regelen.

Tijdens de uitzendopdrachten bij een gebruiker moeten alle bepalingen die de uitzendarbeid regelen eveneens worden nageleefd.

De zendingsbrief

Vóór elke opdracht moet het uitzendbureau aan de werknemer een zendingsbrief overhandigen die dezelfde verplichte vermeldingen bevat als de uitzendarbeidsovereenkomst.

De periodes zonder uitzendopdracht

De onderbrekingsperiodes tussen twee uitzendopdrachten worden "periodes zonder uitzendopdracht" genoemd.  

Deze periodes worden voor de bepaling van de rechten inzake jaarlijkse vakantie en de berekening van de anciënniteit in de onderneming gelijkgesteld met activiteitsperiodes.

Tijdens de periodes zonder uitzendopdracht  heeft de uitzendkracht recht op een gewaarborgd uurloon voor elk uur van een voltijdse werkdag of -week dat hij niet ter beschikking van een gebruiker wordt gesteld. Hiertoe met een collectieve arbeidsovereenkomst worden afgesloten in het paritair comité voor de uitzendarbeid (PC 322).

De uitzendkracht mag niet in economische werkloosheid worden gesteld tijdens de periodes zonder uitzendopdracht.

Uitvoering in handen van de sector

Het wetsontwerp preciseert dat de mogelijkheid om een uitzendarbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur af te sluiten niet kan worden gebruikt als de collectieve arbeidsovereenkomsten voor de bepaling van het model van de arbeidsovereenkomst en de nadere regels voor de vergoeding van de periodes zonder uitzendopdracht niet door de sector zijn vastgesteld.