Uitzendarbeid: het kader van opeenvolgende dagcontracten wordt versterkt

Van 
92261

Om het oneigenlijk gebruik van opeenvolgende dagcontracten in de uitzendsector te bestrijden, werden de voorwaarden voor de gebruikers inzake het bewijs van de nood aan flexibiliteit en de informatie- en raadplegingsprocedure vanaf 1 oktober 2018 verstrengd.

In de uitzendsector worden opeenvolgende dagcontracten als volgt bepaald: « arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid bij dezelfde gebruiker, die elk een looptijd van vierentwintig uur niet overschrijden, en die elkaar onmiddellijk opvolgen of hoogstens gescheiden worden door een feestdag en/of door de gewone inactiviteitsdagen die binnen de onderneming van de gebruiker gelden voor de categorie van werknemers waartoe de uitzendkracht behoort ».

In 2013 werd voor dit soort tewerkstelling al een kader ingevoerd om te verhelpen aan de juridische onzekerheid waarin uitzendkrachten met opeenvolgende contracten van zulke korte duur zich bevinden wanneer dit niet aan de realiteit van de opdracht beantwoordt.

Nog altijd in het kader van de strijd tegen het oneigenlijk gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendkrachten hebben de sociale partners zich in juli 2018 ertoe verbonden om over een periode van twee jaar (2018-2019) te komen tot een vermindering met 20% van het aandeel opeenvolgende dagcontracten ten opzichte van het totale aantal uitzendcontracten.

Bovendien werd cao nr. 108 tot vaststelling van de voorwaarden en verplichtingen voor tijdelijke arbeid en uitzendarbeid gewijzigd door cao nr. 108/2 teneinde het kader voor het gebruik van opeenvolgende dagcontracten te versterken[1]. We geven u hierna een overzicht van deze wijzigingen die op 1 oktober 2018 in werking traden.

Bewijs van de nood aan flexibiliteit bij de gebruiker

Cao nr. 108 bepaalt dat het gebruik van opeenvolgende dagcontracten enkel is toegestaan als de gebruiker de "nood aan flexibiliteit" kan bewijzen.

De draagwijdte van deze vereiste was al vermeld in cao nr. 108 maar ze wordt nog verfijnd door de nieuwe bepalingen.

Voortaan wordt de nood aan flexibiliteit door de gebruiker bewezen « voor zover en in de mate dat het werkvolume bij de gebruiker afhankelijk is van externe factoren of het werkvolume sterk fluctueert of gekoppeld is aan de aard van de opdracht ».

Met andere woorden: om gebruik te kunnen maken van opeenvolgende dagcontracten moet de gebruiker, naast de nood aan flexibiliteit ook kunnen bewijzen dat het aantal opeenvolgende dagcontracten proportioneel is ten opzichte van de nood aan flexibiliteit.      

Informatie- en raadplegingsprocedure

Het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid is voortaan onderworpen aan een versterkte informatie- en raadplegingsprocedure in de onderneming van de gebruiker.

De procedure verschilt naargelang de gebruiker al dan niet beschikt over een ondernemingsraad (of vakbondsafvaardiging).

Gebruiker met ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging

Bij het begin van elk semester bezorgt de gebruiker de volgende informatie aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis van een ondernemingsraad, aan de vakbondsafvaardiging:            

  • het aantal opeenvolgende dagcontracten in voorgaand semester;
  • het aantal uitzendkrachten dat in voorgaand semester met opeenvolgende dagcontracten werd tewerkgesteld;
  • het bewijs van de nood aan flexibiliteit dat statistisch onderbouwd moet zijn en kan worden aangevuld met elementen die aantonen dat de gebruiker alternatieven heeft onderzocht voor het gebruik van opeenvolgende dagcontracten;
  • op uitdrukkelijk verzoek van de werknemersvertegenwoordiger van de  ondernemingsraad, of bij ontstentenis hiervan, van de vakbondsafvaardiging,  het aantal uitzendkrachten per schijf van opeenvolgende dagcontracten. In bijlage van cao nr. 108/2 is ter informatie een modelformulier gevoegd voor het meedelen van deze informatie.  

Bovendien moet een jaarlijkse raadpleging van de ondernemingsraad, of bij ontstentenis hiervan, van de vakbondsafvaardiging van de gebruiker plaatshebben. Deze raadpleging moet samenvallen met één van de twee semestriële informatiemomenten en heeft betrekking op het gebruik van opeenvolgende dagcontracten en de motivatie om er blijvend gebruik van te maken. 

Gebruiker zonder ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging

Dezelfde informatie als voor gebruikers met een ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging wordt elk semester door het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten ter beschikking gesteld van de representatieve vakorganisaties.

Daartoe bezorgt het uitzendkantoor diezelfde informatie voor elke betrokken gebruiker aan het Sociaal Fonds.

Merk op dat aangezien de nieuwe maatregelen op 01/10/2018 in werking treden, de mededeling van de informatie van het eerste semester van 2019 (in januari 2019) uitzonderlijk slechts betrekking zal hebben op één kwartaal, namelijk het 4e kwartaal 2018.au et; a

 


[1] Cao nr. 108/2 van 24 juli 2018 tot aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 108 van16 juli 2013  betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid