Werkbaar en wendbaar werk : uitzendovereenkomsten voor onbepaalde duur

Van 
83049

De wet betreffende werkbaar en wendbaar werk is op 15 maart 2017 verschenen in het Belgisch Staatsblad. Een van de nieuwe maatregelen van deze wet is de uitzendarbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

De uitzendbureaus zullen dus een overeenkomst voor onbepaalde duur mogen afsluiten met een werknemer om hem opeenvolgende opdrachten bij gebruikers te laten uitvoeren.

De wetgever laat de uitzendsector echter zelf beslissen over de concrete uitvoering van deze nieuwe bepalingen.

De uitzendarbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur

De uitzendarbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur moet schriftelijk (handgeschreven of elektronisch) worden vastgesteld uiterlijk op het ogenblik dat de werknemer in dienst treedt van het uitzendbureau en volgens een model dat door het paritair comité voor de uitzendarbeid (PC 322) moet worden opgesteld.

Deze overeenkomst moet de algemene voorwaarden betreffende de uitvoering van de uitzendopdrachten en de arbeidsduur van de uitzendkracht vermelden. Ze moet ook een beschrijving bevatten van de jobs waarvoor de uitzendkracht kan worden ingezet en die in overeenstemming zijn met zijn beroepskwalificatie.

De overeenkomst is onderworpen aan de algemene bepalingen die de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten regelen. Een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst kan afwijkingen bepalen op de algemene bepalingen die de beëindiging van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur regelen.

Tijdens de uitzendopdrachten bij een gebruiker moeten alle bepalingen die de uitzendarbeid regelen eveneens worden nageleefd.

De zendingsbrief

Vóór elke opdracht moet het uitzendbureau aan de werknemer een zendingsbrief overhandigen die dezelfde verplichte vermeldingen bevat als de uitzendarbeidsovereenkomst.

De periodes zonder uitzendopdracht

De onderbrekingsperiodes tussen twee uitzendopdrachten worden "periodes zonder uitzendopdracht" genoemd.

Deze periodes worden voor de bepaling van de rechten inzake jaarlijkse vakantie en de berekening van de anciënniteit in de onderneming gelijkgesteld met activiteitsperiodes.

Tijdens de periodes zonder uitzendopdracht  heeft de uitzendkracht recht op een gewaarborgd uurloon voor elk uur van een voltijdse werkdag of -week dat hij niet ter beschikking van een gebruiker wordt gesteld. Hiertoe met een collectieve arbeidsovereenkomst worden afgesloten in het paritair comité voor de uitzendarbeid (PC 322).

De uitzendkracht mag niet in economische werkloosheid worden gesteld tijdens de periodes zonder uitzendopdracht.

Een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (PC 322) moet de nadere regels bepalen met betrekking tot de wijze waarop de uitzendkracht wordt verwittigd van iedere nieuwe uitzendopdracht die zich aandient op het einde van een periode zonder uitzendopdracht.

 

Uitvoering in handen van de sector

 

De wet preciseert dat de mogelijkheid om een uitzendarbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur af te sluiten niet kan worden gebruikt als de collectieve arbeidsovereenkomsten voor de bepaling van het model van de arbeidsovereenkomst en de nadere regels voor de vergoeding van de periodes zonder uitzendopdracht niet door de sector zijn vastgesteld.

 

Inwerkingtreding: 1 februari 2017

Bron: wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, BS 15 maart 2017, art. 32